In 1855 slaagde Moses Haim Montefiore er uiteindelijk in om “under the guise of philanthropic activity” verschillende stukken land aan te kopen. Naast zijn eigen financiële aandeel was het geld daarvoor afkomstig uit de nalatenschap van zijn in 1854 overleden Amerikaans-Joodse vriend en bankier Juda Touro waarvoor hij als executeur testamentair optrad.
Oorlog is Misleiding en Bedrog – Fre Morel
De nederzetting Mishkenot Sha’ananim (Ha-Yishuv) in 1860 buiten de oude stadsmuren van Jeruzalem was één van de tastbare resultaten. 1860 was ook het jaar waarin de secretaris van Napoleon III, Ernest Laharanne, het plan op tafel legde van een Joodse staat “from Suez tot the port of Smyrna”. Bij het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk zou ze de rol van ‘bufferstaat’ moeten vervullen en de Franse belangen in die regio veilig stellen. In zijn in 1862 uitgebrachte werk ‘Rom und Jerusalem. Die letzte Nationalitätsfrage’ pleitte ook de Duits-Joodse socialistische filosoof Moses Hess (overigens een goede vriend van Karl Marx) voor een socialistische Joodse eenheidsstaat op Palestijnse bodem. In 1870 werd met financiële ondersteuning van Edmund James Rothschild en goedkeuring van de Turkse sultan door Charles Netter ten zuidoosten van Tel Aviv een Joodse landbouwschool opgezet, Mikveh Israel.
In 1878 ontstond een nieuwe Joodse nederzetting Petakh Tiqva (Petah Tikva) met opnieuw (Baron Edmund) Rothschild als belangrijkste financier. Een opvolgende Joodse nederzetting Rishon-le Zion (Rishon Le Tsiyon) werd eveneens met steun van Rothschild in 1882 ten zuid-oosten van Tel Aviv gesticht door tien Russische Migranten, de Chovevé Zion (ook wel Chowewe Zion of Hovevei Tziyon) gemeenschap, wat ‘minnaars van Zion’ betekent. Het zou de aanzet zijn voor een serie van totaal vijf Joodse migratiegolven naar Palestina, de zogenaamde ‘Alija’s’. (Een ander woord voor Alija ook wel Alijah, Alia of Aliyah betekend ‘opstijging’ en stond symbool voor het beklimmen van de tempelberg Zion).
De aanleiding voor deze eerste Alija was de moord op de Russische Tsaar Alexander II Nikolajevitsj in 1881. Deze in 1855 aan de macht gekomen verlichte heerser werd bekend onder de noemer Bevrijder van Rusland. Onder zijn heerschappij werden talloze ingrijpende hervormingen doorgevoerd zoals de afschaffing van het lijfeigenschap. Daarnaast voerde hij gemeentelijk en gewestelijk zelfbestuur in, verbeterde de rechtspraak, versoepelde de perscensuur, hervormde het onderwijs, liet universiteiten stichten, voerde kerkelijke hervormingen door, maakte een einde aan de willekeur van de bureaucratie bij de politie en kortte de dienstplicht in van 25 naar 15 jaar.
Onder zijn bewind braken vooral ook voor de joden betere en gelukkiger tijden aan en vonden deze zich terug in daar vóór ondenkbare respectabele functies als arts, architect, jurist, industrieel, wetenschapper, etc. Ook de stichting van de Russische staatsbank was in Joodse handen gegeven en kregen zij daarmee grote economische invloed. Met de doorgevoerde hervormingen steeg het welzijn van de Russische burgers in rap tempo en met de voorgenomen invoering van een grondwet wilde de Tsaar Rusland omzetten van een politiestaat in een rechtsstaat naar Europees model.