Terwijl ik het duo driekleurige paprika’s op de lopende Jumboband leg, zie ik hoe ze door de grutterswaren achtervolgd worden van de klant die achter mij staat. Een slanke, donkerharige, bebrilde vrouw met een halflange donkere jas aan legt met haar aankopen de band achter mijn paprikaatjes vol. “Hejalo” zegt ze en ik zie een zachte glimlach om haar mond.
Verhip, dat is ‘Mevrouw C’.., niet dat ze echt zo heet, maar zo werd ze me ooit door roddeltantes aangeduid, en dat niet in positieve zin. Vriendelijk beantwoord ik haar groet en als mijn paprikaatjes de kassa gepasseerd zijn wacht ik aan de andere kant van de lopende band op haar. “Hejalo, hoe is het met jou?” vraag ik haar waarop we samen keuvelend de supermarkt uit schuifelen, zij achter haar met boodschappen gevulde karretje en ik met m’n paprikaatjes in de arm. Tot aan de kofferbak van haar auto toe passeert de tijd in sneltreinvaart, ze heeft het niet gemakkelijk gehad de afgelopen jaren en zit op het moment nog midden in een relatiedip. We babbelen nog even kort en met een welgemeende groet en elkaar het beste wensend voor het nieuwe jaar nemen we afscheid van elkaar.
Nauwelijks 100 meter verder klinkt het opnieuw van “Hejalo”, weer sta ik even stil, neem de tijd, begroet en antwoord de vriend die ik daar tegenkom. Het zit vandaag waarschijnlijk in de lucht, het lijkt wel Hejalodag en dat terwijl het toch gewoon zaterdag is. Ik spreek vrienden en vriendinnen, goede en minder goede bekenden en zelfs mensen waarvan ik moet bekennen dat ik de naam niet eens meer weet. Het maakt allemaal niets uit, ik neem de tijd en heb de tijd en hoor van goede en minder goede dingen.
In de Action loop ik Piet haast tegen het verkouden lijf als hij met natte neus al speurzoekend de tissues probeert te traceren, bij de Hema dartelt Lorena dapper rond haar ouders en jongste zusje. Ze geeft morgen een feestje zegt ze en ik mag ook langs komen, maar dan wel op een andere dag want zo’n ouwe bok, neeh, die past er morgen niet bij, en gelijk heeft ze. Ik kus haar moeder, schud vader de hand en loop weer verder de stad in. “Hejalo” gaat het tientallen keren en met een slentertempo doorkruis ik de winkelstraat. In het voorbijgaan spreek ik de snoepmakelaar en verderop sta ik even stil bij de vernielde toegangsdeur van de delicatessenzaak van de hardwerkende eigenaar die voor de tweede keer binnen een half jaar beroofd en bestolen is, het is om bedroefd van te worden.
Als ik de Twingo weer naar huis toe stuur passeer ik de bijna lege loods van Jack die juist het laatste restje in zijn aanhanger sjouwt. “Hejalo” zegt hij en wenkt me zwaaiend binnen door de poort en kletsen we wat over toen en nu en over een gemeenschappelijke vriendin. Het is goed nieuws en leuke roddel, daar wordt je als mens gewoon blij van, ze heeft een nieuwe vriend en daar zijn we beiden erg blij om. “Hij is veel te aardig voor haar” zegt Jack, “kan niet en nooit” zeg ik en even doorpratend weet ik de puzzelstukjes aan elkaar te plakken. Ik ken ze beiden en vond al tijden dat juist zij zo’n goed koppel zouden vormen.
Terug naar huis stuur ik de Twingo langs die nieuwe vriend en zie net haar blauwe bakje zijn inrit uitrollen, ze remt als ze me ziet aankomen en stopt zo m’n Twingo achter haar. “Hejalo” zegt ze met een breedlachend gezicht als ze uitstapt en op me toeloopt. Ze knuffelt me en zegt dan blij..”k kom net bij m’n nieuwe vriendje vandaan” en ik zie haar ogen twinkelen. “Kijk, daar staat hij” zegt ze met een smile van oor tot oor en wijst naar haar witgekuifde en bebrilde adonis die achter het raam grijnzend staat te zwaaien. Even later staat staat hij op zijn inrit uitnodigend te wenken, “Hejalo” kom gezellig binnen, kletsen we daar verder..