In mei wordt in Nederland elk jaar aan de tijd van de Tweede Wereldoorlog terug gedacht. Op vier mei worden in bijna alle Nederlandse steden en dorpen de slachtoffers van de oorlog herdacht. Op vijf mei zijn er vaak festivals en feestjes, soms ook markten en wordt daarmee het einde ervan en de vrijheid gevierd.
Steeds minder mensen in Nederland hebben die oorlog meegemaakt, steeds minder mensen kunnen iets van wat ze zelf beleefd hebben doorvertellen. Mensen die bijvoorbeeld aan het begin van de oorlog een peutertje waren van 3 jaar zijn nu – in 2017 – oude mensen 80 jaar. De peutertjes van 3 waren aan het eind van de oorlog kleuters van 7 jaar, met hun eigen kinderherinneringen. Van de oorlog zelf, hoe en waarom die toen begon, daarvan hebben ze zelf nauwelijks iets meegekregen.
Hun ouders en familie vertelden wat ZIJ zelf beleefd, gehoord en gezien hadden. Wat zijzelf uit hun binnenste omhoog konden halen. Het woord her-inneren betekent eigenlijk zoiets als ervaringen en belevingen opnieuw naar boven halen. Door opnieuw aan deze ervaringen te denken kunnen de gedachten levend gehouden worden. Het woord her-denken betekent eigenlijk zoiets als opnieuw denken.
Eigenlijk zijn de meeste mensen in Nederland op 4 mei bezig om opnieuw oude ervaringen en belevingen omhoog te halen en hier opnieuw aan te denken. Vooral wordt er dan gedacht aan de mensen die gestorven zijn, worden er bloemen gebracht bij speciale monumenten en is er een moment dat iedereen zijn mond dicht houd en een paar minuten stil is.
Waar de mensen eigenlijk nooit goed over denken is dat ze tegelijk heel makkelijk ook het haten opnieuw in hun hoofd binnenlaten.
Tegelijk met het verdriet komt automatisch ook de boosheid omhoog. Niet dat mensen dat expres doen of daar echt voor kiezen maar het gebeurt gewoon. Als je denkt aan alle slachtoffers gaan je gedachten automatisch naar alle daders. Bij het herdenken en herinneren blijven niet alleen slachtoffers maar ook de daders in het hoofd bestaan, in dit geval Duitsland.
Nog steeds is het zo dat in veel mensenhoofden Duitsland en oorlog aan elkaar vast geplakt zit. De boosheid die elk jaar ook opnieuw in het hoofd omhoog komt zorgt er ook voor dat vandaag veel mensen de Duitsers van nu nog steeds schuldig vinden. Maar net als in Nederland zijn de meeste Duitse mensen die aan het begin van de oorlog een peutertje waren van 3 jaar nu – in 2017 – oude mensen 80 jaar. De Duitse peutertjes van 3 waren aan het eind van de oorlog kleuters van 7 jaar, met hun eigen kinderherinneringen. Van de oorlog zelf, hoe en waarom die toen begon, daarvan hebben ook zijzelf nauwelijks iets meegekregen. Er bestaan geen exclusieve slachtoffers of daders, elke oorlog maakt van iedereen slachtoffers en daders, iedereen verliest, het maakt niet uit welke kleur je hebt of welk geloof.
Dus… als je straks op 4 mei ergens in Nederland stil bij een herdenkingsmonument staat en aan het herdenken bent, denk er dan goed om dat je de haat niet herdenkt.
Luitenant Melville Hastings, die voor de oorlog schoolmeester was op het Engelse Wycliffe College, schreef dat de haat en de Hel bleef bestaan omdat ze iedere keer weer in een herinnering naar boven gehaald werden. Hij schreef in 1917 aan het Franse front “Don’t Commemorate de Hate”.. geef haat geen voedingsbodem.