Waardoor precies getriggerd valt niet en nooit met zekerheid te zeggen maar geschiedenis speelt in m’n leven al bijna 50 jaar een bepalende rol. Niet alleen wat er is geschied, maar meer nog wat ervan overleverd en daarvan & daarover opgetekend en doorgegeven wordt.
Geschiedenis is voor mij niet wat het voor het overgrote deel van mijn medeburgers lijkt te zijn, een exclusieve periode rondom een Oostenrijkse korporaal met een. Natuurlijk, ik ben er ook groot mee geworden; Adolf, concentratiekampen, honger, joden & dood, het werd mij met paplepels vol naar binnen geschept.
Het had, net als bij miljoenen anderen, een enorme impact op mijn ouders, op de generatie van toen en hoewel het geen favoriet gespreksonderwerp was passeerde het in de loop der jaren toch geregeld de revue. Over onderduikers en over alles op de bon, over schuifkaas, suikerbietenpap en tulpenbollen, over hoe mijn toen bloedjonge moeder de Duitser beneden verleidelijk aan de praat hield terwijl oma boven een zegel van haar Ausweis losstoomde om die op die van m’n vader te verplakken, over dat en andere zaken uit die duistere tijd.
Over haar broer Pieter die omkwam tijdens een geallieerd bombardement, daarover had ze het niet te vaak, dat gevoelige onderwerp kwam sporadisch ter sprake net als het verhaal van m’n zusje Sophia, die omkwam in de hongerwinter van 1944-1945.
Geen enkel verhaal afzonderlijk maar alle verhalen tezamen hebben mij denkelijk aangezet om antwoorden te zoeken naar het Grote Waarom? Hoe ontstond die oorlog? Waarom eigenlijk? Waarom eigenlijk oorlogen en hoe ontstaan ze, waar is het begin, daarin was ik als kind al hevig geïnteresseerd.
Ik had (gelukkig) nog veel tijdgetuigen rondom me met hun eigen belevingen en verhalen maar wat me wel duidelijk werd was dat het niet het volk zelf was dat het initiatief nam, het waren anderen die daarvoor verantwoordelijk waren. Het waren de mensen die het land regeerden en bestuurden, een kleine groep verantwoordelijken die handtekeningen zetten en marsbevelen gaven, moordbevelen van bovenaf naar beneden.
Ik was er geen lid van maar als tiener was ik er in mijn vrije tijd vaak en veel te vinden, de leeszaal van de openbare bieb en dan alles lezen wat maar met oorlog te maken had. Bij elke bieb dook ik in de boeken en nadat ik als 16-jarige aan het werk ging ontdekte ik de Antiquariaten, begroef me daar vaak urenlang in de boekenstapels, las en bestudeerde en kocht wat ik me veroorloven kon en interesseerde.
Het heeft me nooit meer losgelaten, ontelbare manuscripten gelezen, zelfstudie en onderzoek gepleegd en wat in de loop der jaren overduidelijk aan de oppervlakte kwam is dat niets is wat het lijkt. De werkelijkheid is absurder dan de fantasie, het is de leugen die regeert, wat over-ge-leverd wordt is niet gelijk aan wat geschied-(en)-is maar het best te omschrijven als een overeengekomen leugen. Wat je gelooft, wat je denkt… dat is waarheid geworden, maar wat in werkelijkheid achter de schermen plaats gevonden heeft en nog steeds (en veel grootser dan voorstelbaar!) plaatsvindt wordt volledig buiten het gezichtsveld gehouden, is voor de gemiddelde wereld-burger gewoonweg onbestaanbaar.
Belangen van een heel andere orde zijn allesbepalend, het zijn wereldwijde en economische belangen die door een kleine groep nagejaagd worden, voor ons als normale sterveling te absurd om geloof of waarde aan te hechten. Door niets laten zij zich tegenhouden het bezit van anderen toe te eigenen, hun economische macht tot in het oneindige te vergroten, een over miljoenen lijken gaande en niets ontziende mensensoort.
‘Wij’ – u en ik – wij zijn niet met datzelfde onmenselijke virus besmet waarmee zij geïnfecteerd lijken te zijn, dat hen doet liegen als een ooggetuige, ons bedriegen en in ons bestaan bedreigen en misschien, heel misschien, dat de ogen geopend mogen worden en gezien mag worden wat niet verborgen en opengevouwen voor ons ligt, de verlammende betovering verbroken wordt, ons een ander zicht geeft op wat er speelt en in werkelijkheid gaande is en kunnen zeggen: Ikzienniemeerwaddikzag