Home » Columns » K*TK*RST

K*TK*RST

Het is op een lome, slome, zomerse dag begin september dat ik m’n groene Troela in de schaduw pal naast het uitverkoren pad parkeer. Nadat ik ben uitgestapt word ik door een weldadige en oorverdovende stilte overvallen, gelardeerd met krekelgetjilp en fragiel gezang van klein gevogelte dat iets verderop in ’t omzomende struweel verscholen zit.

Zoet bedwelmende geuren van het bloeiend struikgewas laten m’n neusvleugels trillen als ik over het laag gelegen oude karrepad kuier. Het lijkt alsof de tijd ter plekke bevroren is. Als even later een boerenkar met paardentractie de bocht om klost zou me dat niet van m’n stuk brengen. In gedachten zie ik een prehistorische Voerense Boer voor op de bok, loerend naar het kont van de gestaag stappende Belgische knol, het zou zo maar kunnen.., de tijd heeft hier stilgestaan.

Niets herinnert nog aan wat zich hier een kleine tachtig jaar geleden heeft afgespeeld, geen steen ter herdenking, geen pijlbord met tekst of toelichting, geen verwijzing. Alleen het oude molenpad, de Chemin du Moulin, houdt als een stille getuige de wacht in Henri-Chapelle. Als het mogelijk zou zijn zou ze kunnen verhalen van wat zich op zaterdag 23 december 1944 in haar directe nabijheid heeft afgespeeld. Nauwelijks iemand die nog weet heeft dat in het naastgelegen veld op nauwelijks vijftig meter afstand drie jonge mannen gefusilleerd zijn, drie jonge jongens van 21, 23 en 24 jaar. Gunter Billing, Manfred Pernass en Wilhelm Schmidt – drie Duitse dienstplichtigen – die de voorgaande zondag in de omgeving van de plaats Aywaille door Amerikaanse dienstplichtigen gevangen genomen waren.

Gecamoufleerd in anderlands gevechtstenue en zestig kilometer meer naar het zuiden gevangen genomen om daarna hier in een snelproces ter dood veroordeeld te worden. Direct en ter plekke werd het vonnis uitgevoerd, zij aan de paal gebonden en door een Amerikaans executiepeloton met kogels doorzeefd. Evenmin als hun anderlandse tegenhangers waren zij niet de veroorzakers van het oorlogsgeweld waarin zij zich allen bevonden, ook zij hadden geen andere keus dan hierin meegesleept te worden. Meegesleept in mensenslachtingen, door overheden georganiseerde megabloedfeesten, een door vulgaire banksters megawinsten opleverende en daardoor met graagte door hen gefinancierde vernietigingen. Nur die gewinner bekommen ein denkmal.

Hoe anders liggen de ontelbare gedode anderlandse jonge mannen nauwelijks drieduizend meter verderop, pontificaal verpakt door gladgeschoren groene grasmatten, elk met witte zerken gemarkeerd waarop hun naam en nummer vermeld staat, voor eeuwig op het ereveld. Voor al die jonge mannen van daar en toen, van die slachting die ouders van hun kinderen beroofde, die zusters van hun broers, die kinderen van hun vaders beroofde geldt exact hetzelfde als voor al die geslachte mensen voor en na die tijd. De oorlogstrommels slaan steeds harder, de dood betaalt dividend, de smeerlappen verrijken zich, de rijken spelen met geld, het voorgelogen gepeupel levert voor volk en vaderland de lijken, zoals nu in Gaza, Jemen, Syrië en Oekraïne, het stopt niet vanzelf…

Kein weihnachtsbaum und Heilige Nacht maar een definitief Last Farewell, wat rest is een doodstille nacht, voor miljoenen toen-nu-en-toekomend toenemend – een K*TK*RST