“Wil jij deze teksten even zetten?”.. dat was wat Minne, de eigenaar van de kleine handelsdrukkerij die ochtend aan me vroeg. Ik kreeg een paar geschreven teksten in de handen gelegd, samen met de bijgaande kaarten waarop ze bedoeld waren afgedrukt te worden. Het waren een stuk of wat geboortekaarten, samen met een paar jubileumkaarten. Een kaartmodel voor de rouwtekst was niet nodig, daar stonden er dozen vol van in de stelling in de handzetterij. Wit-gewolkte, stemmig zwart omrande en dubbele blanco rouwbrieven, de tijd van toen was in het Oost Groningen van toen nog lang blijven hangen.
Na een keukencarrière en in vervolg daarop een warme betrokkenheid in het brood en banket was ik in de veel beter betalende kartonindustrie terecht gekomen. Nadat dit prestigeproject jammer genoeg ter ziele gedragen werd kwam ik via buurman Harm terecht bij de familiedrukkerij in Oude Pekela waar hij samen met zijn broer de directie vormde. Prachtig werk, creatief, ambachtelijk en precies.. dat paste me prima. Duiken in de doka, werkentekenen en ontwerpen en met de hand of de eerste digitale zetmachines teksten zetten. Het gelegenheidsdrukwerk zoals geboorte, rouw- en trouwwerk werd nog met de hand gezet. Achter in de drukkerij stonden een stuk of 12 letterkasten opgesteld met zetbokken erbovenop, zethaken, galeien, afijn.. alles wat nodig was, was er voorhanden.
Met de tekst voor de neus en de zethaak op juiste breedte ingesteld werd de tekst letter voor letter op de kop en met kerf naar boven gezet en uitgevuld. Regel voor regel zag zo het daglicht en als de haak vol was werd het met een soort van geleiderlineaaltje uit de haak gehaald en op het galei tussen blokken vast-wit gezet. Als de tekst compleet was, werd ze gefixeerd, opgebonden, met een houten blok teruggeklopt en ingekooid waarna het raam in de degel gehangen werd en het eigenlijke drukken kon beginnen. Het was een arbeidzaam geheel en er ging wel eens wat fout, dan donderde de tekst in elkaar of waren er te weinig letters in de la, vooral met klinkers was dat wel eens lastig. Al deze letters zaten na het drukken nog netjes opgebonden in tekstblokken op een paar kasten te wachten tot het moment dat ze weer werden opgeborgen in de lades. Een tijdrovend werkje.
Wat veel doeltreffender en gebruikelijk was, was het hergebruiken van – met name – de begintekst of een deel ervan. De aanhef was bij rouwbrieven vaak gelijkluidend, zo van “Met diepe droefheid geven wij kennis van het overlijden van ..” en “ … onze vader en opa is opgebaard in de rouwkamer van Uitvaartvereniging Algemeen Belang”. Met geboortekaarten was dat idem dito “Met blijdschap geven wij kennis van ..” dus ja, het scheelde dus een behoorlijke slok op een borrel als je oud zetsel opnieuw kon gebruiken. Nadat de kaarten gezet en voor het drukken gereed waren werd de koffie binnengebracht. Plak koek erbij en met zijn allen op een paar uitgetrokken letterlades pauze houden. De koffiebeker stond in het vakje met ‘vast wit’ en de plak koek geklemd tussen de eerste knokkels van wijs en middelvinger want ja, loden letters laten wat na op je vingertoppen.
Terug achter de tekentafel vervolgde ik mijn werk met het in elkaar zetten van papiermontages voor handelsdrukwerk, folders en meer van dat soort drukwerk. En zo ineens sjouwt Ger, letterlijk en figuurlijk een beer van een drukker, de studio binnen. Hij kijkt me van grote hoogte door zijn beduimelde bril aan, steekt me de rouwbrief toe waar hij net het eerste exemplaar van heeft gedrukt en vraagt.. “wat staat hier…. lees eens voor”. Hij heeft een vreemde uitdrukking rondom ogen en mond als ik de kaart aanpak en met enige argwaan hardop begin te lezen..”Met grote blijdschap geven wij u kennis van het overlijden van onze….” We liggen beiden in een deuk, we schateren het uit en al snel galmt het door de hele drukkerij. We hebben het er nog vaak over gehad, met grote blijdschap..