In 2011 verscheen als vanuit het niets de Occupy Wallstreet beweging. Ogenschijnlijk een spontane beweging zonder vooropgezette structuur die wereldwijd de onvrede kanaliseerde van de burgers die zich tegen de graaiende politiek en de geldmacht verzetten. In werkelijkheid speelde het Open Society Institute van Georg Soros, c.q. Mabel van Oranje en consorten achter de schermen een bepalende rol.
Het OSI was één van de belangrijkste geldverstrekkers van Tides, de hoofdsponsor van de in Canada gevestigde Adbusters Media Foundation die op haar beurt de Occupy Wallstreet beweging van financiële middelen voorzag. Op initiatief van de hoofdsponsor begon op 17 september 2011 een demonstratie voor het beursgebouw in Wall Street, geïnspireerd door de in maart 2011 ontbrandde Arabische Lente en het werk van de Amerikaanse politicoloog (en zichzelf lange tijd ‘pacifist’ noemende) Gene Sharp: The Politics of Nonviolent Action.
Het in 1973 door Sharp geschreven werk vormde de basis voor het in 1993 door The Albert Einstein Institution uitgebrachte revolutie-Bijbel From Dictatorship to Democracy. Daarin werd in 198 stappen beschreven welk strategische zetten gedaan moesten worden om te komen tot een geslaagde geweldloze revolutie. Georg Soros was samen met de National Endowment for Democracy (NED) de grote financier achter de schermen van de door Sharp in 1983 opgerichte The Albert Einstein Institution.
In maart 2011 kregen landen als Algerije, Jordanië, Libanon, Jemen, Bahrein, Marokko, Oman, West-Sahara, Mauretanië, Saudi-Arabië, Sudan, Irak, Marokko en Syrië vanuit het niets te maken met demonstraties tegen het zittende bewind. President Bashar al-Assad van Syrië liet op maandag 20 juni 2011 via een radiotoespraak weten dat naar zijn overtuiging de protestbeweging geleid werd door een kleine groep saboteurs.
Occupy Wallstreet: Engineered Consent by Mighty Money Mammon!