Met de kraag van m’n jas wat opgetrokken loop ik door de oude Leeuwarder binnenstad. Het is wat kil en nat, de winkels zijn dicht en hebben hun lichten gedoofd als het schemerlicht de onderhand verlaten straatjes vult.
M’n Zwoele Franse Troela heb ik achtergelaten op de parkeerkade langs een van de binnengrachten terwijl ik naar het oude kerkgebouw verderop in de binnenstad wandel. ‘k Ben ruim op tijd voor de uitvoering van de Matthäus Passion, een bijna driehonderd jaar geleden, door Johann Sebastian Bach geschreven, oorstrelend werk.
Het is een stukje traditioneel religieus erfgoed waar je van moet (leren) houden en als historisch gemankeerd Vrijdenker met religieuze wortels kan ik dit wel waarderen. Eerder vaak met een goede vriendin, nu maak ik er graag alleen tijd voor vrij. Vroeger, als opgeschoten bengel en later ook als opstandige tiener, nee – toen niet. Toen was het voor mij ouwe lullen gejeuzel dat iets met Pasen te maken had, dat wist ik dan weer wel. Maar ja, gekookte eieren hadden daar ook mee te maken, daarvan kookte mijn moeder de grootste pan die ze had vol mee. Met een potlood tekenden we er dan versieringen op en tikten onderling elkaars eitjes. Bij wie de schaal brak had pech, die had verloren en was zijn ei kwijt aan broer of zus die deze lekker oppeuzelde.
Dit overdenkend stap ik richting kerk en toegangsdeur en ik zie vanuit diverse richtingen meerdere mensen dezelfde richting oplopen. Bijna allemaal zijn het vette veertigplussers zoals ik en niet veel later staan we samen onder het royale gewelf, kussentje in de hand en zoeken een geschikte zitplek. Als de kerk nagenoeg gevuld is en het koor en de musici hun plaats ingenomen hebben geeft de dirigent de aanzet. Stemmen zwellen aan en vullen met eeuwenoude zang en melodie de ruimte en nemen elk van ons in gedachten mee. Ik dwaal al gauw terug in de tijd dat ik als amper 10-jarige van onze buurman, in dagelijks leven professor aan de universiteit in Groningen, een paar boekjes kreeg. Kleine geschiedeniswerkjes, vol zaken waar ik op de christelijk lagere school nauwelijks tot niets van mee kreeg. Over Uivers en Steentijdvolken, over oude gebruiken, gewoontes en rituelen.
Zo ook over Pasen en Paasrituelen. Ja, dat van eitjes beschilderen, tikken en opeten daar had ik al wel kaas van gegeten. Hoe of dat precies te rijmen viel met het verhaal dat ik de dominee vanaf de kansel hoorde spreken, van het opstaan uit de dood en eeuwig (door)leven daar kon ik toen nog geen brood van bakken. Die religieuze invalshoek strookte niet met wat ik wist of nog zou leren ontdekken en terwijl ik daarover mijmer wordt een van de bekendste en (persoonlijk ook de mooiste) aria ingezet “Erbarme dich, mein Gott”. Pasen, de grondgedachte, de basis ervan is denkelijk samen te vatten in aandacht en eerbied voor het nieuwe leven en dit wordt uit religieuze gronden altijd op een zondag gevierd.
Volgens de Bijbel staat Jezus op een zondag op uit de dood, de dag die voor Joden de eerste dag van de week is, die dag wordt altijd via een ingewikkelde berekening bepaald aan de hand van de maanstand. Voor mij is – en met mij voor vele anderen – Pasen een oeroud lentefeest, en wordt de terugkeer van de leven brengende zon herdacht en daarmee het voorjaar gevierd, een moment dat al eeuwen bepaald wordt door de stand van de maan. Het juiste moment daarvoor is op de derde volle maan volgend op de winterzonnewende – rond 21 december- en dit wordt gevierd met rijkelijk eten en drinken, eitjes, met ham en boter belegde gesuikerde al dan niet gevlochten paasbroden, het aanleggen van vuren en het verstrooien van de mineraalrijke as over de akkers ten gunste van al het gewas.
Dat Pasen in de huidige tijdrekening niet meer rond de 21e van de derde maand plaatsvindt heeft te maken met het Concilie van Nice, van 325 na Christus, dat bepaalde anders. Als Vrijdenker denk ik er het mijne van, voor mij begint de lente op / rond de 21e maart en ik nodig iedereen uit dit mee te vieren en te genieten, genieten met een Grote G, niet veroordelend of religieus belemmerd, genieten van het mooie dat er allemaal is, zoals van de Matthäus Passion, van de aria “Erbarme dich, mein Gott” .. over Pasen gesproken.