Met de verrassingsaanval op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor betrok Japan Amerika in de Tweede Wereldoorlog. Dit is wat de geschiedschrijving de mensheid leert maar … óf dát de ‘simpele waarheid’ is valt steeds meer te betwijfelen.
Fré Morel – Vasthoudend, volhardend met open geest, niet links of rechts, maar VRIJ-denkend
De Japanse aanval op de Amerikaanse haven heeft een lange voorgeschiedenis. Al ver voor de Eerste Wereldoorlog voerde Japan net als de westerse grootmachten Engeland, Frankrijk en Amerika een koloniale veroveringskoers. Landen als Korea en China stonden op haar menu en Japan was daardoor een bedreiging voor de heersende machten. In 1904-1905 mondde dit uit in de Japans-Russische oorlog en in 1910 (met Amerikaanse goedkeuring) tot de annexatie van Korea. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schaarde het land zich uit opportunistische motieven achter de Ententemachten en verklaarde ze op 23 augustus 1914 de oorlog aan Duitsland. Met behulp van 1.500 Engelse troepen uit Hong Kong voerde een Japans leger van 23.000 soldaten op 2 september 1914 een landing uit in de Chinese provincie Shandong. Het Duitse marinesteunpunt, de havenstad Kiaochao (Jiāozhōu), werd na een korte strijd overrompeld en op 7 november 1914 kon de Japanse vlag over het gebied gehesen worden. Bij deze actie raakten totaal zo’n 4.600 Duitse soldaten krijgsgevangen.
Deze soldaten werden ondergebracht in het kamp Bando in de stad Tsintao (Qingdao) waar ze volgens eigen zeggen als gasten behandeld werden. Ze genoten volgens de krijgsgevangen genomen Duitse soldaat Kettle veel vrijheid en organiseerden ze regelmatig muziekavonden waarbij het bier rijkelijk vloeide. Zeer tegen de zin van de Ententemachten beperkte de Japanse steun zich in hoofdzaak tot de bezetting van Kiaochao. De verdere oorlog met Duitsland liet Japan Siberisch koud, ze zond geen militairen naar Europa maar concentreerde zich op de verdere machtsuitbreiding in Azië. Ze had haar begerige blikken gericht op de (ei)landen in en rondom de Stille Oceaan, ze wilde haar rijk uitbreiden met economisch en strategisch waardevolle gebieden.
In de competitie met o.a. Amerika om de heerschappij in Azië viel ze in 1931 Mantsjoerije binnen wat haar op veel kritiek kwam te staan. Amerika bood daarop China ruimhartig en in overvloed wapentuig en kennis aan ter verdediging tegen het Gele Gevaar “As early as 1932 the United States had been talking with China about providing airplanes, pilots, and training for its war with Japan.”
Ruim voordat ons Indië door Japan onder de voet gelopen werd had Amerika al aangeboden de vaderlandse kolonies te bezetten en tegen de Japanse agressie te verdedigen. Zodra het gevaar voor oorlog of een invasie voorbij zou zijn zouden alle kolonies tegen bescheiden kosten weer geretourneerd worden. In de tussentijd zou Amerika dan uiteraard toegestaan worden zich te bedienen van de aanwezige rijkdommen.
De massamoorden van Nanking die plaatsvonden tussen eind 1937 en begin 1938 zorgden wereldwijd voor een storm van protest maar het zou Japan niet dwingen om haar koers te verleggen. Zonder veel succes probeerde Amerika haar economische tegenspeler met diplomatieke en economische middelen buiten spel te zetten. Ook op militair terrein liet ze zich niet onbetuigd en bleef ze China vriendelijk pushen toch vooral gebruik te maken van het enorme wapenarsenaal dat ze in de aanbieding had “Colonel Claire Chennault, a retired U.S. Army flier who was working for the Chinese [and] had been urging them to use American pilots to bomb Tokyo since at least 1937”. In september 1939 brak in Europa de Tweede Wereldoorlog uit nadat Duitsland (het door de overwinnende partijen grotendeels uit voormalig Duits grondgebied gekneedde) Polen binnen marcheerde. Ze vond Engeland en Frankrijk tegenover zich, Amerika bevond zich nog buiten die strijd maar drong op 21 december 1940 er bij China op aan te starten met het leggen van een brandbommentapijt over Japan, “firebombing of Japan”.
De verhoudingen tussen de beide landen werd er niet beter op en de oorlogstrommels roerden zich, beide landen waren op oorlogskoers ingesteld. Via een Peruaanse diplomaat kwam informatie over een geplande ‘surprise attack on Pearl Harbor’ in handen van Joseph Clark Grew, de Amerikaanse ambassadeur in Japan. Grew zond op zijn beurt deze informatie op 27 januari 1941 door naar Washington. In zijn dagboek schreef Grew daarover “There is a lot of talk around town to the effect that the Japanese, in case of a break with the United States, are planning to go all out in a surprise mass attack on Pearl Harbor. Of course I informed my government.”
Ambassadeur Grew was niet de enige die op de hoogte was van de Japanse plannen, óók Admiraal Richmond Kelly Turner liet niet na te waarschuwen voor een Japanse aanval op de Amerikaanse marinebasis. Op 5 februari 1941 waarschuwde hij Henry Stimson, de Amerikaanse ‘Secretary of War’ “of the possibility of a surprise attack at Pearl Harbor”, het leek tegen dovemansoren gezegd. Op andere terreinen bleven de voorbereidingen gestaag doorgaan. Op 24 mei 1941 meldde de New York Times dat de Chinese luchtmacht door Amerika getraind (en zo voorbereid werd op haar komende taak) en voorzien werd van “numerous fighting and bombing planes”.
In de krant was onder de kop “Bombing of Japanese Cities is Expected” te lezen dat de oorlogshandelingen spoedig zouden losbreken. In juli 1941 had het gezamelijke Army-Navy Board plan ‘JB355’ goedgekeurd, een plan tot het leggen van een bommentapijt over Japan. Amerikaanse bommenwerpers, begeleid door jachtvliegtuigen en bemand door Amerikaanse vrijwilligers (de 1st American Volunteer Group, de AVG) onder aanvoering van Colonel Claire Chennault zouden de aanval uitvoeren. De toestellen hiervoor (150 Lockheed-Hudson bommenwerpers en 350 Curtis P-40 vechtvliegtuigen) werden betaald door een speciaal voor dat doel opgerichte frontgroep.
Op 25 november 1941 besprak Henry Stimson o.a. met president Roosevelt mogelijkheden om Amerika door Japans toedoen in de oorlog betrokken te laten raken “The question was how should we maneuver them to firing the first shot .. it was desirable to make sure the Japanese be the ones to do this so that there should remain no doubt as to who where the agressors.” Roosevelt liet hem weten dat hij de Japanse aanval al snel, binnen een week, verwachtte. Hij vertelde dat “the Japanese were likely to attack soon, possibly next Monday” en die dag was maandag 1 december 1941. Het bericht lekte uit wat er voor zorgde dat de Hawaïaanse krant: Hilo Tribune Herald op zondag 30 november 1941 op de voorpagina opende met de kop ‘Japan May Strike Over Weekend’.
Diezelfde 30 november 1941 was de Amerikaanse President Roosevelt terug van zijn afgebroken vakantie om de verwachte aanval samen met de militaire leiders af te wachten en te beslissen hoe het ‘spel’ gespeeld zou moeten worden.
Honolulu Advertiser, 30 november 1941, 6 dagen voor de Japanse ‘verrassingsaanval’ waarin gewaarschuwd wordt voor de duidelijk VERWACHTTE Japanse aanval!
Op 4 december 1941 was het de Australische inlichtingendienst die waarschuwde dat een Japanse vloot richting Pearl Harbor opstoomde maar ook dit bericht was aan dovemans oren gericht. Het Japanse aanvalsbericht werd begin december 1941 óók onderschept door de codedienst van het Nederlands-Indische leger dat in Bandoeng – Java gelegerd was. ‘Higashi No Kaze Ame’ (Oostenwind Regen) was de aanvalscode die als weerbericht door Radio Tokio werd uitgezonden en de Japanse ‘oorlogskoers’ aangaf.
De Nederlandse kapitein Verkuyl en zijn vrouw Nancy kraakten dit bericht. ‘Higashi No Kaze Ame’ stond voor een aanval op Pearl Harbor. In het in 1985 door uitgeverij Van Kampen en Zn. uitgebrachte boek ‘Nihi No Kaze, Hare’ publiceerde auteur Robert D. Haslach op pagina 178 het betreffende Japanse codetelegram waarin de instructies waren gevat.
“Met het oog op het snel slechter worden van de internationale betrekkingen en op een eventuele verbreking van de internationale telecommunicatie wordt het volgende bekendgemaakt. Luister goed naar de Japanse algemene nieuwsuitzendingen op de korte golf. Een collaps van de internationale diplomatieke betrekkingen wordt d.m.v. een loos weerbericht aangegeven onmiddellijk vóór en ná elke nieuwsuitzending.”
Betreffende Japan-USA – HIGASHI NO KAZE, AME (oostenwind, regen)
Betreffende Japan-Rusland – KITA NO KAZE, KUMORI (noordenwind, bewolkt)
Betreffende Japan-Engeland, incl. Thailand, Malakka en Ned. Indië –NISHI NO KAZE, HARE (westenwind, helder)
“Bovenstaande zal 5 x worden herhaald, zowel aan het begin als aan het eind. Nadat dit door u gehoord wordt, moeten onverwijld alle codeapparatuur, codeboeken en geheime documenten worden vernield c.q. verbrand.”
De Amerikaanse inlichtingenofficier Kolonel Elliott Raymond Thorpe die in de periode van 1940-1942 als militair attaché werkzaam was in Nederlands Indië werd door de Nederlanders ingelicht en zond 10 dagen voor de aanval de waarschuwing naar Washington. In de Nieuwe Leidsche Courant van 7 december 1949 valt daarover het volgende te lezen “De gepensioneerde Amerikaanse brigade-generaal, Elliott Thorpe, verklaarde, dat hij het Amerikaanse departement van Oorlog tien dagen vóór de Japanse overval op Pearl Harbor had gewaarschuwd, dat de Jappen van plan waren de Philippijnen en Hawaii aan te vallen. Zijn waarschuwing was in de wind geslagen. Thorpe vertelde nog, dat hij tot 1942 als agent van de geheime dienst op Java werkte. Zijn inlichtingen waren gebaseerd op de inhoud van een Japanse boodschap, die de Nederlandse inlichtingendienst op Java onderschepte en uitwerkte.” Ook de Engelse inlichtingendiensten in Bletchely Park waren door middel van de Ultra en Enigma decoderingsmachines ruimschoots van de Japanse aanvalsplannen op de hoogte. Het bracht haar strijdkrachten in Singapore in de hoogste staat van paraatheid en trok alle verloven in.
De verouderde oorlogsschepen in de haven van Pearl Harbor vielen ten prooi aan de Japanse aanval maar moeten beschouwd worden als een berekend oorlogsverlies. Op 20 juni 1940 had de Amerikaanse Senaat het groene licht al gegeven om de Amerikaanse vloot met 68 oorlogsschepen uit te breiden en daarvoor een budget goedgekeurd van bijna $ 6.000.000.000,–. Op 30 juli 1940 werd de uitbreiding van een ‘twee-oceanenvloot’ goedgekeurd en werd daarvoor nog eens $ 5.000.000.000,– ter beschikking gesteld.
“Oorlog is Misleiding en Bedrog”- Fré Morel
Uitgeverij Papieren Tijger, Breda ISBN 978 906 728 275 8
Uitgeverij de Blauwe Tijger (2018), Groningen ISBN 978 949 216 155 0