In 1915 kelderde de Baralong, een gewapende Engelse hulpkruiser, de Duitse duikboten U-27 en U-41 en elimineerde conform de gegeven opdracht doelgericht de overlevende duikbootbemanningen. Hiermee schond het Britse Rijk doelbewust de door haarzelf opgestelde Declaratie van Londen (Laws of Naval War 1908-1909). De opdracht tot het plegen van oorlogsmisdaden was en is een flagrante schending van oorlogsrecht- en wetgeving.
Oorlog is misleiding en bedrog, een misdaad tegen de menselijkheid, het brengt het slechtste in de mens naar boven en geen volk, ras of religie kan zich hiervan vrijpleiten. Het verhaal achter de oorlogsmisdaad van toen is gelijk aan de misdaden die vandaag de dag en nu in Jemen, Syrië en waar ook ter wereld valselijk in naam van de vrijheid, vrede en democratie gepleegd worden.
Godfrey Herbert was tot kort voor zijn benoeming als kapitein op de Baralong zelf duikbootkapitein. Bij het uitbreken van de oorlog voerde hij het bevel over de Britse onderzeeër HMS D5. Op 3 november 1914 stuitte ze voor de Engelse kust op een losgeslagen Engelse zeemijn waarna ze zonk. Slechts enkele bemanningsleden wisten zichzelf te redden waaronder commandant Herbert. Door plaatsingsgebrek bij het duikbootwapen verwisselde hij van positie en kreeg bevel over het Q-ship RMS Antwerp voordat hij in april 1915 de Baralong onder zijn bevel kreeg. Op vrijdag 7 mei 1915 werd de Baralong erop uit gezonden om de Duitse onderzeeër op te sporen en te vernietigen die de Lusitania tot zinken had gebracht.
Het verhaal rond de Lusitania en haar ondergang zorgt tot op de dag van vandaag voor met elkaar conflicterende waarheden. Vast staat dat de Lusitania – zoals zoveel Engelse schepen – ingezet werd als hulpkruiser en dat ze naast passagiers alles vervoerde waar het door oorlog geteisterde Engeland gebrek aan had, inclusief wapentuig. De bouw van het schip was zelfs gefinancierd door de Britse admiraliteit die ook de bouwspecificaties bepaalde. Zo was haar kiel gelijk aan die van de Dreadnought oorlogsbodems en waren haar turbines met een vermogen van 51.000 kw aanmerkelijk krachtiger en goed voor ruim 25 knopen (ca. 47 km/u). Bij oplevering was ze het grootste en snelst varende passagiersschip ter wereld en overklaste elke onderzeeër vele malen in snelheid.
De Lusitania kreeg kort voor haar laatste retourvaart naar Amerika op 17 april 1915 instructies die strijdig waren met de gangbare Cruiser Rules. Kapitein Daniel Dow bedankte daarop voor het stuurwiel en werd zijn plaats de laatste vaart ingenomen door kapitein William Thomas Turner. Onder zijn commando arriveerde het schip op 24 april in New York.
Voor Duitsland was overduidelijk dat het schip grote hoeveelheden munitie en wapentuig als retourvracht meevoerde. Nog voordat het schip arriveerde in New York liet de Duitse ambassadeur Johann Heinrich Graf von Bernstorff op 22 april 1915 in 50 kranten een waarschuwende advertentie plaatsen. De advertentie – geplaatst pal onder het vaarschema van de Lusitania – zorgde zoals bedoeld voor ophef en discussie.
Op zaterdag 1 mei 1915 verliet de Lusitania de haven van New York met aan boord twee mensen van de Duitse inlichtingendienst die als passagiers waren geboekt. Hun identiteit was tevoren echter bekend en al tijdens de afvaart werden ze opgepakt en aan boord ingesloten. Onderdeel van de instructies die de Lusitania gekregen had was bij aankomst haar snelheid voor de Ierse kust significant terug te nemen en geen vlag te voeren. Daarmee werd het schip een sitting duck, een voor elke duikboot op een presenteerblad aangereikte schietschijf, iets wat dus prompt gebeurde. Het schip werd het slachtoffer voor de daar opererende U-20 en door een torpedo getroffen waarna de onderzeeër koers zette naar haar thuishaven. De Baralong viste naast het net maar zou enkele maanden later haar eerste slachtoffer kelderen waarmee de moorddadige rol van de Q-schepen finaal gevestigd werd.
Vervolg valt te lezen op Q-ship Baralong (3)