Ze staan naast elkaar voor het koffieloket van Mecca en roeren in de koffie rond, Rick en Antje, beide succesvolle ondernemers buiten-dienst. Even voor hen aan was ik op klompen naar binnen geklost met een nieuwe smaakvariant voor op de Pofferttafel onder de arm: Bitterkoekjes met Amaretto.
Ze zeiden geen ‘nee’ op m’n vraag of ze daar een stukje van wilden proeven waarop ik twee pronte stukken uit de warme Poffert zaag en hem daarmee slacht. Terwijl de Poffert met Kovvi zijn weg naar binnen vindt gaat ’t gesprek over het wel-en-wee in het Oost-Groninger Koopmansstadje.
Terwijl zij aan hun tweede kopje beginnen zorg ik als ervaren kletsmajoor wat voor onderhoudende kost.. “’t Is niet bepaald florissant te noemen en het gros van de ondernemers staat het water aan de lippen. Het zou zo maar kunnen zijn dat meer dan de helft de deuren nooit meer zal openen, er is veel omzet verloren gegaan en ALS er al gecompenseerd wordt is dat een druppel op een gloeiende plaat. Ambtelijke regelzucht en onwerkbare regelneverij perst wat er nog aan levensvatbaarheid rest finaal uit elke lokale onderneming. De on-line economie zal voor veel zaken de nekslag betekenen, de een z’n dood – de ander z’n brood, Amazon en Bol.com varen er wel bij” vervolg ik.
Het gesprek verplaatst zich gaandeweg naar de zogezegde ‘rellen’ van eind januari die de Molenstad-op-stelten gezet hebben. “Alles met elkaar was dat niets anders dan angstige stemmingmakerij” ga ik verder. “Als je daar wat onderzoek naar pleegt zie je dat het nog niet eens een storm in een glas water geweest is, maar wel een met schadelijke gevolgen”.
Als onbezoldigd Poffertkoker die zich daarnaast in voorgaande decennia met politiek radicalisme & extremisme warm hield en daarover zo nu en dan toch wel brisante verslagen afleverde denk ik hierover wel een gedachte te kunnen produceren. De paniekvoetballerij in Oost-Groningen (en andere landsdelen) was het resultaat van een opgeklopte soap uit het Westen.
Wat speelde was dat in het weekend van 25 januari in enkele grote steden in West-Nederland zoals Rotterdam, Amsterdam en Den Haag beroepsrelnichten stampij maakten, iets wat wij in het nuchtere Oost-Groninger landsdeel niet als normaliteit kennen. Nee, het waren niet bepaald overjarige Henk & Ingrid types, maar aantoonbaar en bewijsbaar nauwelijks 20-jarige jonge beroepshooligans, zoals de 19-jarige Marokkaanse Hagenaar en ‘influencer’ MoELJackson.
Deze nauwelijks droog achter de oren zijnde schreeuwerd riep zijn broeders op om zich massaal te verzamelen op het Hobbemaplein: “Organisator MOELJACKSON, ik draag alle lasten hiervan”.. en ja hoor, kuddes een-hersencellige plundercommando’s meldden zich. Je kunt je afvragen of de manier waarop de media verslag gedaan hebben wel zo bevorderlijk geweest is voor de handhaving van rust en orde.
DAT was wat vooraf speelde in Verweggistan, maar het concept en scenario is in wezen overal identiek. Een of andere dombo plaatst (al dan niet bewust) een niet traceerbare oproep om zich ’s avond om half 9 te verzamelen bij de gesloten vestiging van de Kijkshop in het stadshart en als vanzelf gaat de angstmolen draaien. Uit niets wordt iets gemaakt, spanning en sensatie, en de paniek slaat toe.
Winkels worden uit angst voor plunderingen dichtgetimmerd, voorraden veilig gesteld en een enkele angstige ondernemer meent Het Volk zelfs in een zelf opgenomen joeptjoepboodschap vermanend te moeten toespreken. De lokale gendarmes worden in opperste staat van paraatheid gebracht, rijden gemaskerd in hun politiemobielen rondjes door het centrum, linten sluiten de toegangswegen af en vermeende relschoppers worden overal en nergens gesignaleerd: bij de bank, in het treinstel, bij de visboer., joeneemit.
Alles wat er was, kwam of gebeurde, het was zoals ik tevoren al verwachtte, helemaal nix-nada-noppes. Wel jammer, speciaal voor de gelegenheid had ik voor de avond-etalagedienst bij Mecca m’n nieuwe klompen van Manske aangedaan, lekker robuust en stevig, maar al wat er te zien was waren nieuwsgierige dorpelingen. Opa’s en Oma’s zag ik lopen, buurtgenoten met hun kroost, hier en daar een miniplukje opgeschoten jeugd van een jaar of 14 maar helaas geen pindakaas, geen relnichten, niet gezien, ook niet bij de ABN waar ik op mn klompen heengeklost ben, ook niet bij Chris Lich, niet bij de Etos, of bij ’t Rond.
Alles zo dood als een pier, tenminste als je de Oost-Groningers die hun nieuwschier niet konden bedwingen buiten beschouwing laat. Om 8 uur die avond hebben wij de toko maar weer verlaten. Misschien hadden we de deuren gewoon open moeten doen, had het ook nog wat omzet opgeleverd. We hebben zelf uit nood en arrenmoede de koffie toen maar opgeslobberd en de Poffert broksgewijs naar binnen gewerkt, al wat restte was enkel en alleen …. Spanning en Sensatie.