Home » Geschied-en-is » Trees … en haar Canadees

Trees … en haar Canadees

Over Moffenhoeren, NSB-meiden & Canadellen

Naarmate de oorlog zich ont-wikkelde, nam óók de bevrijding (in de ruimste zin des woords) haar verdere verloop. Om de euforische onbezonnenheid te temperen besluiten de kerken en veel burgemeesters de burgers op te roepen de zedelijkheid te bewaren. De ontstane situatie in het Zuiden had de duistere kant van de bevrijding al goed zichtbaar gemaakt. Halverwege 1945 was de Duitse bezetting voorbij en heel Nederland werd in de opvolgende maanden bevrijdt. ‘Trees heeft een Canadees’ was de gesimplificeerde muzikale verwoording van wat plaatsvond met duizenden ‘bevrijdingskinderen’ als biologisch resultaat. Anders dan in het collectief geheugen gedacht waren ZIJ het kind van de rekening.

Moffenhoeren

De Nederlandse vrouwen die in de vijf oorlogsjaren de onvergeeflijke misdaad hadden begaan verliefd te raken op een Duitse soldaat én zelfs bevielen van een kind, kregen het na de oorlog zwaar. Deze ‘moffenhoeren’ konden rekenen op represailles van rapaille dat zichzelf tot de ‘Goede Vaderlanders’ rekende. In augustus 1944 werden de ‘moffenhoeren’ al door middel van anonieme briefkaarten geïnformeerd dat ze op bijltjesdag onder handen genomen zouden worden. Deze vrouwen werden door moedige burgers gescalpeerd, bespot, geminacht, beroofd, misbruikt, meerdere malen verkracht en erger! Hun leven, hun toekomst veranderde op slag, evenals dat van hun kinderen, ZIJ betaalden de rekening die ‘men’ meende hen te moeten opleggen, voor hen was geen plek meer in de Nederlandse maatschappij, ook later niet bij het her-denken.. “vrouwen en kinderen eerst.”

NSB-meiden

NSB-meiden en hun kinderen was een gelijksoortig lot beschoren. Zij werden onbeschermd overgeleverd aan willekeur en waan en konden rekenen op represailles van de ‘Goede Vaderlanders’. Net als de ‘moffenhoeren’ werden deze vrouwen en meisjes door moedige burgers gescalpeerd, bespot, geminacht, beroofd, misbruikt, meerdere malen verkracht en erger! Hun leven, hun toekomst veranderde op slag, evenals dat van hun kinderen, ZIJ betaalden de rekening die ‘men’ meende hen te moeten opleggen, voor hen was geen plek meer in de Nederlandse maatschappij, ook later niet bij het her-denken.. “vrouwen en kinderen eerst.”

Een Dolle & Dwaze zomer

Als in 1945 de geallieerde soldaten in hun jeeps en tanks door Nederlandse steden en dorpen rollen breekt een dolle dwaze zomer aan. Er heerste de eerste weken een euforische stemming. Er werd gefeest, gelachen, gedronken, gedanst, gevreeën, de ‘wein, weib und gesang’ maakten plaats voor ‘beer and rock & roll’. Meedrijvend op de ‘golf van genotzucht’ – zoals dat toentertijd werd benoemd – lieten de Nederlandse vrouwen zich door de stoere ‘boys’ lokken en lonken met sigaretten, chocolade, kauwgom en versnaperingen. De Canadese bevrijders waren populair en regelmatig werd de Nederlandse Trees aangespoord om eens een Canadees uit te nodigen. Nederlandse jongens in geallieerd-khaki kwamen er niet aan te pas, want ‘The winner takes it all’. De komst van de Allies werd als snel en schamper een ‘invasie van de liefde’ genoemd.

De honger die vele oorlogsjaren geleden werd, en met name in West-Nederland zoals Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht, droeg zeker bij aan de snel gekantelde moraal. J. Romijn benoemde het in het in 1945 bij uitgeverij Callenbach NV-Nijkerk uitgebrachte boek Burgers in bezettingstijd. Hij wees erop dat “….. het Canadeezenprobleem in verband met den honger staat. Toch zie ik geen reden om aan te nemen, dat de Hollandsche meisjes en vrouwen van nature eerloozer zijn dan de Noorsche of Fransche. Maar durft u, als man, met de hand op het hart te verklaren, dat uw vrouw in den winter van ’44 op ’45 niet tekort is gekomen? Impotentie is een begeleidend verschijnsel van hongeroedeem; prikkelbaarheid, moeheid en een dalende sexualiteit heeft, in den Hongerwinter, iedere man in meerdere of mindere mate gekend.”

Binnen enkele weken ná de euforische meidagen van 1945 was de mening over de bevrijders behoorlijk gekanteld. De kranten riepen de Nederlandse vrouwen op om zich toch vooral ‘waardig te gedragen’, zoals het blad Trouw op maandag 28 mei 1945 kopte. Het bewuste artikel hekelde de ‘toestanden’ die volgens haar na de bezetting slechter zijn dan tijdens de Duitse overheersing. De rem is er af, de genotzucht heerst.” Verlovingen werden verbroken, huwelijken werden geruïneerd. Het aantal abortussen, geslachtsziekten, ongewenste zwangerschappen en verkrachtingen(!) steeg explosief.

Maar.. de remmen in het Calvinistische en preutse Nederland waren gelost en het zou nog wel even duren voordat maatschappelijke rust terug zou keren, maar dán zou de knoet gezwaaid worden. De geallieerde soldaten leefden zich uit op én met de toentertijd nauwelijks bewuste Nederlandse vrouwen en meisjes en deden zich seksueel tegoed. De Leeuwarder Courant beschreef de ‘Golf van genotzucht’ in een artikel op 29 juni 1945 als volgt, “Stoomdanscursussen waar zelfs meisjes van 14 jaar ingeschreven kunnen worden; allemaal met de bedoeling om zo spoedig mogelijk een voldoende “voorraad geoefend materiaal” ter beschikking te kunnen stellen. In bepaalde steden in het Oosten van ons land arriveren ‘s avonds soms honderden geallieerde militairen die een urenlange reis vanuit bezet Duitsland gemaakt hebben om zich te kunnen wijden aan de hier bij hen zo geliefde danssport.”

Canadellen

Nederland was zijn ‘bevrijders’ al snel moe en liever kwijt dan rijk. Over de vrouwen die het met de geallieerde soldaten hadden aangelegd werd misprijzend geschreven en gesproken. Ze werden ‘Cana-dellen’, of geallieerde-hoeren genoemd. Ze werden nagewezen en ter verantwoording geroepen, hun bandeloosheid werd veroordeeld, hun seksuele gedrag, hun oneer, ze werden aangesproken op hun zedenverwildering, buitenechtelijke kinderen, abortussen, geslachtsziekten. Hun leven, hun toekomst, veranderde binnen enkele weken op slag, evenals dat van hun kinderen, ZIJ betaalden de rekening die ‘men’ meende hen te moeten opleggen, voor hen was geen plek meer in de Nederlandse maatschappij, ook later niet bij het her-denken.. “vrouwen en kinderen eerst.”

Bevrijdingsbaby’s

Toen de laatste geallieerde soldaten begin januari 1946 het anker lichtten bleven de meeste vrouwen beschimpt, beschaamd en bezwangerd achter. Een klein deel van hen verliet land en goed om zich bij de nieuwe liefde te voegen, het gros bleef achter. De meesten waren na een avondje feesten zwanger geraakt en hadden geen idee op welke avond of van welke man, kenden geen naam, hadden geen foto of adres. “Hij noemde zich Bill, maar heette misschien anders.” Het leven van de ca. 10.000 bevrijdingsbaby’s begon en verliep allesbehalve liefdevol en harmonieus, slechts weinig borelingen waren welkom. Velen waren voor hun moeder het begin van de ellende.

De ongewenste zwangerschap was zonder bijstand of kinderbijslag voor de aanstaande en alleenstaande moeder een zware belasting die in veel gevallen verborgen gehouden werd voor de buitenwereld. Aanstaande moeders werden bij familie tijdelijk ‘gelogeerd’ of ondergebracht in een geboortekliniek. Moederheil (ook wel Maria-hel genoemd) in Breda was zon kliniek. De vrouwen werden beschouwd als prostituees en als boetedoening aan het werk gezet. Ze moesten schrobben en poetsen en werden bovendien fysiek mishandeld. De schaamte binnen gezin en familie was vaak groot en de moeder werd met schande overladen, de zwangerschap werd doodgezwegen. Onder zware sociale druk werden de baby’s afgestaan, de meesten belandden in een weeshuis, werden cadeau gedaan aan het klooster, weggestopt bij familie waar ze minder opvielen of opgevoed door de grootouders…

Niet alleen de vrouwen maar ook de kinderen die uit zo’n ‘Canadezenrelatie’ voortkwamen hebben later door onheuse behandeling de nadelige gevolgen ervan ondervonden. “Mijn moeder wilde me niet en mijn vader weet niet eens dat ik er ben” was onder hen de veel gehoorde uitspraak. Het was allemaal hun schuld kregen ze vaak te horen. Voor een ‘Canadeesje’ was opgroeien vaak een zware opgave, een levensworsteling. Het grootste deel wachtte geen leuke jeugd maar wreedheden, verwaarlozing en fysieke mishandelingen. Veel moeders stapten uit nood in een huwelijk dat tot mislukken gedoemd was om maar met kind en al onder de pannen te zijn. Er vonden ook veel zelfmoorden plaats onder de door schaamte en schande bedolven moeders. En als jaren later een vader gevonden werd, wilde hij in de meeste gevallen niets van zijn bevrijdingsbaby weten. Negentig procent wilde zelfs niet gevonden worden. Circa 1400 vaders konden sinds WOII getraceerd worden.

Cijfers en getallen

“Eén van de meest prominente problemen was de explosie van seksueel overdraagbare aandoeningen. Tijdens de oorlog was er met de komst van de Duitsers al een kleine toename geregistreerd, maar na de bevrijding steeg het aantal naar ongekende hoogte.”

De Duitse bezettingsmacht in Nederland telde ca. 125.000 soldaten.
Aantal ‘moffenkinderen’ ca. 14.000
Bezetting: ca. 60 maanden (mei 1940 – mei 1945)
Verwekkingen gemiddeld per maand: 200

Het Geallieerde bevrijdingsleger in Nederland telde ca. 105.000 soldaten
Aantal ‘bevrijdingskinderen’ ca. 10.000
Stationering: ca. 16 maanden (12 september 1944 – eind december 1945)
Verwekkingen gemiddeld per maand: 625

“Elke oorlog is een misdaad tegen de menselijkheid”