Home » Columns

Categoriearchief: Columns

Lunatic!

Het is een Engelse benaming waarmee in vroeger tijden (en ook nu nog) elke Gekke Henkie, Domme Teef of Simpele Ziel van enig formaat werd aangeduid. Ze hoefden daarvoor niet eens een bewezen aangeboren achterlijkheid te hebben of geestelijk onvolwaardig te zijn, een niet gepaste of ietsiepietsie ongewenste, enge of ongewone afwijking volstond.

Het kleien en in elkaar boetseren van nieuwe menswezentjes is dan ook al eeuwenlang een vol-continue proces waarbij eerder regel dan uitzondering bijzondere uilskuikens uit de moederk(l)oek tevoorschijn kruipen. Meer dan af-en-toe ploept er iets anders dan een standaardkabouter uit de lendenen de wijde wereld in, de een wat minder goed gelukt dan de ander. Eentje van het aardig rekenkundig soort bijvoorbeeld, een negatief en positieve filosofische variant of een wezentje dat met de helm op geboren wordt om zo maar een paar te noemen.

In de regel weten ze zich in positieve en negatieve zin aan te passen aan de standaard massa die “voor hun eigen bestwil van bovenaf gestuurd en gegidst wordt om zo te voorkomen in staat te zijn zelfstandig te denken. Door hun dierlijk-natuurlijke instinct is de mens een gevaarlijk kudde-dier met verborgen irrationele krachten die als een kudde geleid moet worden”. Dat klinkt weer minder positief en prettig, maar specifiek deze giftige blabla is dan ook afkomstig uit de kronkelkoker van een van de vele smerige misbaksels die ook uitgepoept worden. Edward L. Bernays is de naam van dit stuk dodelijke nageboorte dat niet bepaald onder een gelukkig gesternte geboren is maar eerder bij volle maan naar buiten ontsnapt is. Dit soort gedrochten zou in vroeger tijden buiten maatschappij en samenleving verbannen worden om een vreedzame, vruchtbare en veilige wereldsamenleving te waarborgen.

Dit soort groezelige griezels heeft zich nu op het pluche laten zetten en koeioneren nu van hogerhand geleid de mensenkudde die niet tot nauwelijks meer weet wat het wel of niet meer weet. Ver-draaiende en kronkelende maanaanbidders, mis-plaatsende schijn-heiligen, des-kundigen die de koude en kille weer-schijn van de maan als het warme licht van de leven brengende zon laten aanbidden. Machtige Mammon prinsen die daarin ondersteund worden door alwetende Spirituele Maanprinsessen die zich door onvoldoende weten en vervormde kennis laten mis-leiden door giftige gidsen die de nachtzon heilzame krachtige energie toeschrijven. Door engelen en geesten aangezet aanbevelen door middel van meditatie zichzelf en anderen te helen, genezen, groeien en daardoor in de eigen persoonlijke kracht komen te staan maar waarmee in werkelijkheid bewust de balans verbroken wordt tussen man, vrouw samenleving en de dualiteit ontkent en verbreekt tussen zon en maan.

Neurosen, religieuze wanen, depressies, epilepsie, psychosen, slapeloosheid, onrust en slaapwandelen zijn door de tijden heen toegeschreven aan de maan, de farmaceutisch ontregelde natuurlijke vruchtbaarheid kent van oorsprong de maanstonde 28 dagen, dat wil zeggen drie dagen voor en drie dagen na volle maan. Het precieze moment van de Hadj wordt bepaald door het moment waarop de sikkel van de nieuwe maan wordt waargenomen en ook de joodse religie is net als de islam een maanreligie en is in wezen gestoeld op aanbidding van de maan. De maan heeft – naast de zon en de sterren – een niet te miskennen kracht en invloed op al het leven op aarde en het is niet voor niets dat bijvoorbeeld de Maya’s, Inka’s, Azteken, Tolteken en vele andere en ook voorgaande volkeren en beschavingen vervoegden over duizendvoudig meer weten en kennis en wisten dit ook correct te duiden.

De macht van de maan is enorm, zet oceanen in beweging geen vloed, eb of overstroming zonder de bepalende invloed van de maan. Bij een on-gunstige constellatie, met name eind februari 2024 (25/26) zou het wel eens zo kunnen zijn dat de stand van de maan in combinatie met een Noordwesterstorm samen een desastreuze mix vormt die een herhaling kunnen worden van de watersnood van 1953. “Aardgetij, atmosferische- en biometrisch getijden beïnvloeden de zandkorrelspanning, de waterspanning en de schuifspanning in een dijk. Ze kunnen er de oorzaak van zijn dat de verdedigingswerken bezwijken.” Dan is het zorg om vanuit Groningen en Friesland op tijd een uitgebreide nachtelijke Hondsrugroute te gaan rijden. Je kunt natuurlijk ook heerlijk in de sponde verblijven, hopen dat het allemaal wel niet zo’n vaart zal lopen en mee zal vallen.. je bent toch zeker niet van Lotje Getikt – Lunatic!

Handige Hendrik

Klompklossend kwam hij met zijn kameraad de Winschoter snoepwarenspeciaalzaak binnen. Niet alleen om een snoepzak vol lekkers te scheppen maar ook met de vraag of hij – Hendrik – misschien een helpend handje toe kon steken.

De nu veertienjarige Handige Hendrik, pakt graag en alles aan. Kleine klusjes opknappen, dat is wel iets voor hem, zijn handen staan als nuchtere boerenzoon niet verkeerd en hij is niet bang voor het werk. Het is vooral zijn positieve persoonlijke presentatie en instelling die Mama Mecca er toe aanzette hem de kans te geven, hij kon een keer langskomen om de 250 snoepbakken bij te vullen.

Dat deed Hendrik Schipper, zoals hij voluit heet, prima en dat met veel enthousiasme en al snel bleek dat deze Handige Hendrik veel meer in zijn mars had. Hij heeft een goed technisch inzicht, is creatief, leergierig en meer dan gemiddeld slim en heel prettig in de omgang. In het achterliggende magazijn stond nog wat houtbouw- en knutselwerk op het programma en als hij daar zin in had mocht hij komen helpen. Dat was en bleek precies een kolfje naar de hand van deze geboren Handyman en al snel stond hij met opgestroopte mouwen en een schroefboormachine in de hand mee te helpen. In zijn vrije tijd kwam hij zagen, boren, timmeren, spijkeren en schroeven en dat met een accuratesse die je bij veel volwassen Knutselklungels tevergeefs probeert te speuren.

Hendrik heeft op verschillende terreinen zijn sporen alreeds verdiend en dat belooft wat voor zijn (en misschien ook wel onze) toekomst. Direct onder de rook van Winschoten woont hij samen met zijn ouders, zussen en oma wat achteraf aan het einde van een met bomen omzoomde oprijlaan waar mestkalveren groot gebracht en politiehonden getraind worden. Van de Loopplank in Blijham schoof hij door naar het Dollard College in Winschoten waar hij als tweedejaars VWO-er aardig goed uit de verf komt. Hij heeft een uitstekend technisch inzicht, denkt logisch en vindt veel dingen uit en zet dit – bij voorkeur in hout – fysiek om tot iets tastbaars. De jonge uitvinder heeft al diverse creaties tot leven gewekt, vaak uit resthout en overig voorhanden zijnde materialen.

Een bowlingbaan, flipperkast, gokkast, PAC-mankast en diverse handige Willie-Wortel lampen kwamen al uit zijn handen tot leven terwijl hij nu met een team van zes andere Wizz-Kids aan de slag is met de realisatie van een knikkermachine. Een prestigieus innovatieproject met als einddoel niet alleen regionaal of nationaal maar uiteindelijk mondiaal als winnaar(s) uit de bus te komen. Het kan haast niet anders dan dat wij in de toekomst nog veel van deze veelzijdige Hendrik zullen zien en horen. Veelzijdig is hij dan ook zeker, zo is hij actief als keeper in zijn waterpolo-team, is hij gediplomeerd reddingszwemmer, bouwt kartonnen maquettes, steekt daarnaast graag een technisch handje toe bij het klussen aan automotoren, draait zijn hand er niet voor om de koeien naar de melkstal op te drijven en ruimt met vorken vol de mest, een veelzijdig jong talent.

Veel inwoners van Winschoten-Noord hebben hem op woensdag wel eens aan hun voordeur getroffen in verband met zijn statiegeldactie. Hij zamelt flessen in om deze zomer samen met zijn moeder naar de Efteling te kunnen gaan en daar te overnachten in het bijbehorende hotel. Niet omdat ze zo armlastig zijn maar omdat hij zijn eigen steentje hieraan met zijn flessenproject wil bijdragen. Hij vraagt om 1 statiegeld petfles of blikje per adres en heeft het zo uitgerekend dat hij met inzamelen van ca. 2.000 stuks zijn doelstelling zal bereiken. Deze Handige Hendrik heeft nog aardig wat in zijn mars, dat zal blijken, al moet hij fysiek nu nog een klein beetje oppassen. Kortgeleden was hij iets te enthousiast bij het badmintonnen en krukkelde hij tot voor kort op twee stelten rond. Vandaag kwam hij gelukkig wel weer klompklossend naar buiten en nam bovenop de stropakken even de tijd om vereeuwigd te worden.

Oost-Groninger oorlogsperikelen WOI

Op 18 augustus 1917, tijdens wat later als Eerste Wereldoorlog in de geschiedschrijving zou worden vastgelegd, vlogen twee Duitse vliegmachines door het neutrale Nederlandse luchtruim waarbij ze achtervolgd werden door luisterposten van het Nederlandse leger.

Komend van een bombardementsmissie in België vlogen ze huiswaarts langs de Nederlandse kustlijn, over de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Friesland en Groningen.

Dat zij niet in hun missie geslaagd waren, waren zij zich nog niet bewust. Door kaartlees- en navigatiefouten en plaatselijk heersende dichte bewolking waren hun 9 bommen niet in België terechtgekomen, zoals gepland maar op de Zeeuwse eilanden Goeree en Schouwen.

De Nederlandse regering was danig ontstemd over de zoveelste schending van haar luchtgrenzen en gaf opdracht de vliegtuigen naar beneden te halen zodra zich de gelegenheid daartoe voordeed. In de buurt van het Oost-Groninger stadje Winschoten – niet ver van de Duits-Nederlandse grens – werden beide vliegtuigen onder vuur genomen.

Het éne toestel – een tweedekker – landde licht beschadigd in het even verderop gelegen dorpje Blijham, het andere toestel – eveneens een tweedekker – zette zwaarder beschadigd zijn wielen wat noordelijker neer in de vette klei van de plaats Beerta. Met het einddoel haast in zicht en nog maar enkele vliegminuten verwijderd van de veilige Heimat was voor de Duitse luchtvaarders de oorlog afgelopen.

Alle vier de bemanningsleden werden gevangen genomen en kwamen voor de rest van de oorlog terecht in een krijgsgevangenkamp. De beide vliegmachines werden geconfisqueerd, opgelapt en bij de overige buitgemaakte machines gevoegd waaronder ook diverse Engelse toestellen. Met hier en daar wat opgelapte oorlogswonden kreeg Nederland hiermee op een voordelige manier aanvulling op het eigen bescheiden luchtwapen.

Al eerder, in september 1916, maakten Groningers indirect kennis met het wereldkrijgsgewoel toen een groot Duits luchtschip richting Heimat koerste en inwoners van de stad Groningen en Winschoten de luchtsigaar voorbij zagen drijven.

Mama mag ik Cola?

Door ‘gratis’ kleine frutsels weg te geven worden mensen overgehaald product A of B te kopen, een kinderhand is gauw gevuld, aldus een oud Nederlands spreekwoord.

Dat is niet alleen nu zo maar eigenlijk altijd al het geval, een soort van prehistorische graai- & hebzucht denk ik dan. Maar, het zijn niet alleen kleine kiddo’s die zich zo simpel om laten kopen met Flippo’s, Wuppies en Mini’s. Allerhande waardeloze plastic friemels & prullen activeren met gemak elk zeuralarm.. mama mag ik?

Rond 1886 brouwde de aan drank en morfine verslaafde dokter John Smith Pemberton voor zichzelf een geestverruimend drankje uit onder andere alcohol, cocaïne en colanoten wat ook bij anderen aardig in de smaak viel. Hij maakte er een zwierige handel van.

Gutmenschen uit die tijdsperiode vonden dat alcohol niet mocht & moest, dus werd dat onderdeel ingeruild voor een stevige suikersiroop. Niet lang daarna kwamen de vingers omhoog vanwege de cocaïne, die de menselijke geest ontremde en de lust dusdanig opwekte dat de vrouwen er wulps en wellustig van werden.

In 1903 werd het drankje daarom een stuk minder heet & hitsig gemaakt door de cocaïne eruit te filteren. Suikerverslaafden bleven desondanks het spuitwater trouw, ze hielden zich vast en zochten hun heil in het bruine goedje.

Zeven jaar na afloop van de Groote Oorlog wierp Coca Cola het Bruine Hakenkruis in de strijd en moest de rechtsom draaiende swastika ook het zoete goedje geluk gaan brengen. Rond de tijd dat voor het moederland de Tweede Grote Mensenslachting zou aanvangen werd de gelukshanger aan de wilgen gehangen, aan de andere kant van de grote waterplas vond een politieke beweging dat het bruine teken ook wel bij hun ideetjes passend was.

De wereldwedstrijd die volgde is alweer decennia geschiedenis maar het zoetesoepiemerk is nog steeds op de markt, nu zeuren suikerverslaafde kiddo’s zonder gratis hakenfrutsel … alles is een ‘markt’.. hoe groter hoe winstgevender… Mama mag ik Cola?

Pittig en Ongezouten

Ze scharrelt bedrijvig rond om en op haar eigen erf als ik m’n groene Zwoele Franse Troela voor haar hek op het grind parkeer. Niet veel later staan we achter Heur Haim – oftewel haar woonstee – die ze samen met man en beide kinderen bewoont.

Drie makke hennen en een wakkere haan doen dienst als wakende verklikkippen en hebben me al direct in het snotje, twee van (de) hen(nen) hebben hun weg via mij naar dit kippenparadijs gevonden dat als het ware strak en stroef direct tegen het Baby Bos aanligt. “Zeg maar dag” zegt Karin als ze een van de bruine dames van de veranda hoog tilt en tegen zich aanhoud, “zwaai maar even”.

Na deze pluimveeceremonie lopen Karin en ik rondom de veranda om dan samen de sfeervolle en ruime keuken in te duiken om aan de lange grenen tafel met elkaar aan de babbel te gaan. Een paar dagen terug had ik deze interessante dame in het voorbijgaan al even kort gesproken, een betrokken vrouw met maatschappelijke missie, dat is Karin Vogd. Veertig plus is deze Winschoter moederkloek die niet alleen de belangen behartigt van haar eigen gezin maar ook de belangen van de mensen waar ze als zelfstandig ambulant hulpverlener en coach zorg voor draagt. Een pittige en ongezouten dame, geboren in de Rozenstad en opgebloeid in Meeden heeft ze haar sporen verdiend in o.a het Van Boeijenoord in Assen en de Van Mesdagkliniek in Groningen. De psychiatrische problematiek en dan met name de complexere gevallen hebben al vijftien jaar de aandacht van haar warme hart.

Karin is een dienstbaar en maatschappelijk betrokken mens en daarom haast per definitie op de barricades te vinden als er sprake is van onrechtvaardig- en oneerlijk handelen. Samen met andere actievelingen staat ze op de bres om de door NOBIAN voorgenomen zoutwinning in het Oldambt kritisch onder de loep te nemen. De zoutwinning zorgt – net als de gaswinning – voor steeds grotere schade aan het hele gebied met scheuren in gebouwen door bodemdaling die door de betrokken verantwoordelijken geminimaliseerd en weggewuifd wordt. Het is een politiek/economisch spel waarbij de Groninger burgers het vooral moeten hebben van Burgerspecialisten om hun belangen goed te behartigen, de lokale politiek lijkt de interesse en vaardigheid te ontbreken. Gelukkig hebben wij als Burgerinitiatief veel aan de gemeenteraad en we hebben ze als Oldambtsters ook hard nodig. We ervaren dat zij aan onze kant staan en zij zullen uiteindelijk moeten beslissen over het al dan niet wijzigen van het bestemmingsplan.

Samen met de overige bestuursleden van ‘Mijn en Dijn Belang’ zet Karin zich in, niet alleen voor het Lanengebied, maar ook voor het Zuiderveen en hiermee indirect voor Heiligerlee, Westerlee en Winschoten (Bomenbuurt en Winschoten Zuid) waar de grond dagelijks voelbaar trilt en rommelt. Zout- en gaswinning is nauw met elkaar verbonden, er is sprake van multicausaliteit, beiden zorgen in combinatie voor schade, zout in hogere- en gas in de lagere aardlagen. Niet alleen de boringen zelf maar ook de boorputten en stikstofbuffers dragen negatief bij, zoals de lekkage van de dieseldepot in het hoofdstation, die men tevergeefs onder de pet heeft willen houden. Het Slochter gasveld mag dan officieel gesloten heten maar uit andere omringende velden zoals in Oude Pekela gaat de winning gewoon door. Dat de scheuren en schade sinds 2017 alleen maar toeneemt is het natuurlijke gevolg. Groningen is van oudsher al een wingewest, alles wat waarde heeft wordt hier schaamteloos en nagenoeg zonder landelijk weerwoord of uit de regio zelf uit de grond getrokken.

“Samen met mijn medebestuurders probeer ik mij in te zetten, mijn bijdrage te leveren, we moeten het samen doen, er voor elkaar zijn, er is geen mijn of zijn maar altijd sprake van een ONS. Het is geen kunst om mensen tegenover elkaar te plaatsen, dat is een oude verdeel en heers techniek, kijk maar eens wat de coronapandemie veroorzaakt heeft. Wees niet bang om buiten de lijntjes te kleuren, niets doen geeft gegarandeerd grotere problemen.”

K*TK*RST

Het is op een lome, slome, zomerse dag begin september dat ik m’n groene Troela in de schaduw pal naast het uitverkoren pad parkeer. Nadat ik ben uitgestapt word ik door een weldadige en oorverdovende stilte overvallen, gelardeerd met krekelgetjilp en fragiel gezang van klein gevogelte dat iets verderop in ’t omzomende struweel verscholen zit.

Zoet bedwelmende geuren van het bloeiend struikgewas laten m’n neusvleugels trillen als ik over het laag gelegen oude karrepad kuier. Het lijkt alsof de tijd ter plekke bevroren is. Als even later een boerenkar met paardentractie de bocht om klost zou me dat niet van m’n stuk brengen. In gedachten zie ik een prehistorische Voerense Boer voor op de bok, loerend naar het kont van de gestaag stappende Belgische knol, het zou zo maar kunnen.., de tijd heeft hier stilgestaan.

Niets herinnert nog aan wat zich hier een kleine tachtig jaar geleden heeft afgespeeld, geen steen ter herdenking, geen pijlbord met tekst of toelichting, geen verwijzing. Alleen het oude molenpad, de Chemin du Moulin, houdt als een stille getuige de wacht in Henri-Chapelle. Als het mogelijk zou zijn zou ze kunnen verhalen van wat zich op zaterdag 23 december 1944 in haar directe nabijheid heeft afgespeeld. Nauwelijks iemand die nog weet heeft dat in het naastgelegen veld op nauwelijks vijftig meter afstand drie jonge mannen gefusilleerd zijn, drie jonge jongens van 21, 23 en 24 jaar. Gunter Billing, Manfred Pernass en Wilhelm Schmidt – drie Duitse dienstplichtigen – die de voorgaande zondag in de omgeving van de plaats Aywaille door Amerikaanse dienstplichtigen gevangen genomen waren.

Gecamoufleerd in anderlands gevechtstenue en zestig kilometer meer naar het zuiden gevangen genomen om daarna hier in een snelproces ter dood veroordeeld te worden. Direct en ter plekke werd het vonnis uitgevoerd, zij aan de paal gebonden en door een Amerikaans executiepeloton met kogels doorzeefd. Evenmin als hun anderlandse tegenhangers waren zij niet de veroorzakers van het oorlogsgeweld waarin zij zich allen bevonden, ook zij hadden geen andere keus dan hierin meegesleept te worden. Meegesleept in mensenslachtingen, door overheden georganiseerde megabloedfeesten, een door vulgaire banksters megawinsten opleverende en daardoor met graagte door hen gefinancierde vernietigingen. Nur die gewinner bekommen ein denkmal.

Hoe anders liggen de ontelbare gedode anderlandse jonge mannen nauwelijks drieduizend meter verderop, pontificaal verpakt door gladgeschoren groene grasmatten, elk met witte zerken gemarkeerd waarop hun naam en nummer vermeld staat, voor eeuwig op het ereveld. Voor al die jonge mannen van daar en toen, van die slachting die ouders van hun kinderen beroofde, die zusters van hun broers, die kinderen van hun vaders beroofde geldt exact hetzelfde als voor al die geslachte mensen voor en na die tijd. De oorlogstrommels slaan steeds harder, de dood betaalt dividend, de smeerlappen verrijken zich, de rijken spelen met geld, het voorgelogen gepeupel levert voor volk en vaderland de lijken, zoals nu in Gaza, Jemen, Syrië en Oekraïne, het stopt niet vanzelf…

Kein weihnachtsbaum und Heilige Nacht maar een definitief Last Farewell, wat rest is een doodstille nacht, voor miljoenen toen-nu-en-toekomend toenemend – een K*TK*RST

We hebben en houden elkaar vast…

Met een zachte glimlach om de lippen opent ze de deur die al opendraait voor ik op het stoepje sta. Ze wist dat ik kwam en ook waarom ik die middag even na vier uur het pad oploop richting nummer dertien. “Wel-kom binnen” zegt ze, en gaat me voor door het kleine halletje om daarna de ruime woonkamer binnen te stappen.

Welgeteld vier jonge meiden bevolken de kamer waar een ziekenhuisbed een prominente plaats in neemt. Op het bed een schuchter lachende brunette van 11 lentes jong die luistert naar de naam Rowena die net bijkomt uit haar middagslaapje. Zij is de aanleiding en reden voor mijn verrassingsbezoek, voor haar, haar zusjes en moeder is de Sinterklaas Kado-doos bedoeld die ik vandaag namens Mecca uit Winschoten mag bezorgen. Buren en vrienden hadden mama Saskia en dochter Rowena genomineerd en het lot wees hen het pakket toe.

Je hoeft geen hogere wiskunde gestudeerd te hebben om in een oogopslag te zien dat dit gezin al heel wat voor de kiezen gehad heeft. Het was voor vrienden en buren ook de aanleiding hen te nomineren voor de Sinterklaas Kado-doos en ik ben belangstellend naar hun verhaal. Mama Saskia Bos is daar helder, open en transparant in en vertelt over haar gezin dat vier dochters telt; Naomi, Vera, Rowena en Arwyn. Rowena, de een-na-jongste van het kwartet, is nog maar koud terug van het UMCG waar operatief haar schildklier verwijderd is. Rowena is een van de ca. 15 kinderen die jaarlijks in Nederland gediagnosticeerd worden met een kwaadaardige vorm van schildklierkanker die zich bij haar ontwikkeld heeft tot gedifferentieerde schildkliertumor.

Een verse wond onder in haar keel is het eerste teken van een geslaagde operatie die gevolgd gaat worden door een behandeling met radioactief jodium. Binnenkort volgt een interne behandeling van enkele dagen binnen het UMCG waarna ze in eigen omgeving ca. drie weken thuis verder behandeld wordt. Drie weken lang lastige leefregels om te voorkomen dat ze haar zusjes en moeder thuis niet radioactief besmet, niet samen spelen met Arwyn, geen uitgebreide knuffels. Allemaal best heftig, zeker voor een meisje van die leeftijd, die als ze pech heeft meer tumoren kan ontwikkelen en levenslang schildklierhormonen moet slikken. Niet alleen voor Rowena is het even slikken, ook voor haar zusjes en zeker ook voor haar moeder maar toch is er bij allemaal een soort van blijmoedigheid zichtbaar en speurbaar.

“We hebben elkaar, dat is het belangrijkste, we houden in alles elkaar vast, we kunnen ook niet anders en we zijn blij met wat we hebben” zegt Saskia. Ze hebben met elkaar al aardig wat stormen moeten doorstaan zo blijkt. Niet heel lang na de geboorte van haar jongste telg stierf op 19 april 2019 haar levenspartner Remy volledig onverwacht. Onderweg in de auto voelde hij zich niet goed en belde de laatste keer met Saskia, “Schat, het is m’n hart, ik ga dood, ik ga dood” sprak hij, waarna zijn stem zweeg. Door een dubbele hartaanval overvallen gleed zijn auto van het talud en was het geritsel van het naar beneden denderende auto het laatst hoorbare geluid. Haar wereld en dat van het hele gezin donderde daarop diep in de afgrond. Mijn eigen leefgeschiedenis telt ook zijn heftige momenten en weet uit eigen ervaring dat je van heel goede huize moet komen om zo iets traumatisch op een goede manier te tackelen.

Dat tackelen, dat doen ze goed moet ik zeggen, bewonderenswaardig zelfs en ik vraag of ik haar verhaal in het kort mag optekenen voor een artikel in het Oldambtnieuws. Ze stemt toe maar “ik ben niet zielig of zo, ik vraag niets, verlang niets. We hebben elkaar, we houden elkaar vast en we zijn blij met wat we hebben” laat ze er direct bij weten. Op mijn verzoek poseren ze even voor de foto bij de kerstboom in de kamer “het is de eerste keer na het overlijden van Remy dat we weer een kerstboom hebben opgezet” laat ze weten. Niet veel later wordt ik uitgezwaaid en laat weten dat – wat mij betreft – dit verhaaltje wel een staartje mag hebben, juist NU. Voor wie zich (ook) geroepen voelt iets te doen voor Saskia en haar meidenkwartet… neem even contact op met het Oldambtnieuws.

Spelen in het hete zand

Een extra-belegen sepia kiekje uit ver verleden tijden waarop vijf pijp- en bolknak rokende heren te zien zijn. Engelse heren, jonge mannen van de Royal Engineers om precies te zijn, die overzee uitgezonden waren om in Brits imperiaal belang het Ottomaans Palestina topografisch, etnografisch maar vooral ook militair in kaart te brengen. Het Britse Rijk had haar begerige blikken gericht op de Levant, zoals het gebied toentertijd ook wel aangeduid werd.

Tijdens een van mijn antiquarische strooptochten kwam het ietwat gehavende kiekje in mijn bezit, samen met een aantal Britse jubelfoto’s uit juni 1902 op pagina’s van een oud foto-album geplakt. Het sepia-kiekje met de vijf heren stamde uit 1875 en in sierlijk handschrift werd bijgeschreven dat de vijf heren het Palestine Exploration Fund (PEF) belichaamden. Het op 22 juni 1865 en in Londen gevestigde Palestine Exploration Fund was in directe lijn een voortzetting van een eerder, in 1804, opgezet genootschap onder de naam Palestijnse Vereniging.

Dat de Royal Engineers van het Britse leger zich druk doende hielden met onderzoek en terreinverkenning had alles van doen met Britse strategische belangen, met name wat betreft de nabijheid van het Suezkanaal. Rondom de regeringsperiode van de Engelse minister-president Benjamin Disraëli (tussen 1868 en 1880 meervoudig in functie) kwam dit waterbouwkundige huzarenstukje tot stand, en werd in februari 1867 het eerste schip verwelkomd.

De vijf heren die op het sepia-kiekje afgebeeld staan maakten deel uit van het PEF-team dat sinds 19 november 1874 onder aanvoering stond van de toen 24-jarige luitenant Herbert Kitchener. In 1875 was het Graaf Shaftesbury die zich op de jaarlijkse algemene vergadering van de PEF liet ontvallen dat “we hier een land hebben dat wemelt van vruchtbaarheid en bijna zonder inwoners is, het is een land zonder volk, en kijk.. verspreid over de wereld is een volk zonder (eigen) land.

Shaftesbury was een van de eersten, zo niet de eerste die de later gebruikte uitdrukking “een land zonder volk voor een volk zonder land” in de wereld bracht en op grote schaal gebruikt zou worden door voorstanders van Joodse nederzettingen in Palestina. In de periode van 1872 t/m 1877 werd het grondgebied van West-Palestina op in totaal 26 separate delen in kaart gebracht. Het gebied werd veertig jaar later (in 1917) middels een Britse declaratie officieel binnen Zionistische invloedsfeer gebracht en staat sinds 1948 te boek als de staat Israel.

Ottomaans Palestina, een gebied waarop al meer dan een eeuw hieraan voorafgaand begeringe blikken geworpen werd door uiterst kapitaalkrachtige lieden zoals baron Nathan Mayer Rothschild die in 1829 de sultan van het Ottomaanse rijk een grote renteloze lening toezegde“on condition of the Sultan’s engaging, for himself and his successors, to yield to Baron Rothschild forever, the sovereignty of Jerusalem, and the territory of ancient Palestine.” In 1833 schreef Benjamin Disraëli (de latere Engelse minister-president) in zijn eerste novelle ‘Alroy’ al over de wensdroom van een Joods Rijk met aan het hoofd een Joodse elite.

In 1836 kwamen de machtige Rothschilds meer prominent in beeld toen zij in de persoon van Salomon Mayer Rothschild optraden als financiers voor geplande Joodse landbouwnederzettingen in Palestina. Namens Rothschild probeerde Moshe Sacks de Oostenrijkse keizer warm te laten lopen voor dit plan, zonder al te veel succes. Broer Amschel Rothschild kwam in 1836 met een veel fantastischer en gedurfder plan. Via rabbi Zvi Hirsh Kalisher gooide hij een balletje op om direct héél Palestina te kopen en mocht dat niet mogelijk zijn dan op zijn minst toch de ‘heilige’ tempelberg.

Net als de Rothschilds hielden ook andere Joodse bankiers zich bezig met grondaankopen in Palestina en het stichten van nederzettingen, zoals de Engels-Joodse bankier Moses Haim Montefiore. In 1839 probeerde ook hij land aan te kopen met de bedoeling daarop Joodse landbouwnederzettingen te stichten. Het voornemen stuitte op verzet en bloedige opstanden waarop Montefiore “begins disguising his activities as philanthropy.” In 1840 zorgde een met name in de Balkan en Oost-Europa wijdverspreide messiaanse voorspelling ervoor dat onder veel joden een vernieuwde belangstelling ontstond om zich in Palestina te vestigen. Dát jaar zou het jaar van de komst van de ‘ware Messias’ kunnen zijn, het juiste moment om zich in Eretz Yisrael (Groot Israel) te vestigen.

Opvolgend was het Baron Edmond de Rothschild die – later als groot voorstander van het Zionisme – een deel van zijn vermogen inzette massale landaankopen te steunen en garant te staan voor Joodse nederzettingen in Ottomaans Palestina. In de jaren 1880 financierde Baron Edmond filantropisch Joodse nederzettingen en steunde tot aan zijn dood in 1934 Joodse kolonisten en hield toezicht op tientallen gerealiseerde nieuwe kolonies. Als mogelijk kardinaal omslagpunt zou de periode van herfst 1896 genomen kunnen worden, het moment dat Theodor Herzl zijn boek‘Der Judenstaat. Versuch einer moderner Lösung der Judenfrage’ presenteerde.

De Blut- und Boden theorie, gecombineerd met het al in 1492 – door Tomás de Torquemada – geponeerde stelling ‘Een Volk, Een Rijk, Een geloof’ werd met behulp van goud en diamanten middels het vehikel Zion-isme definitief gekoppeld aan Palestina en opvolgende ‘ismen’ die nadien zo bloedig de kop op zouden steken. Het Italiaanse Fascisme, het Duitse Nationaal Socialisme, ze zijn naar oordeel van Lenni Brenner, een befaamde Joods-Amerikaanse mensenrechtenactivist en anti-Zionistische Trotskist, allen schatplichtig aan het Goud & Goed dienende Zionisme.

Niets is wat het lijkt of schijnt.. de strijd van toen is die van NU, in het huidige Israel en Midden-Oosten, Oost-Europa, West-Europa .. van ogenschijnlijk politieke aardverschuiving tot stemmen-ver-wisseling aan toe. Het begint niet bij vijf pijp- en bolknak rokende heren, het is een eeuwenoud touwtrekken, een game zo u wilt, een door uitverkorenen georganiseerde Spelen in het hete zand.

Sjeddohw Benning?

Wat is dat dan? Nee, nix-Jiddish of zo maar een poging om je aandacht voor het navolgende tekst-stuk te wekken. Meer dan zes-letters-lang en dan is het voor de meeste internetridders al te lang om er de tijd voor te nemen het helemaal te lezen.

Misschien als ik met een paar kernwoorden aangeef dat het mogelijk iets met Wilders, Israël of Oekraïne te maken heeft dat je dan verder leest? Zonder dat zijn een paar regels als deze, samen met een pakkend plaatje meestal al voldoende om vlot door te klikken, misschien een digitaal duimpje als dank voor ’t aangenaam verpozen en dan hop, op naar de volgende lap tekst ..

Mocht jij jezelf niet weggejaagd hebben en er toch nog zijn? Dan hier een zetje om je grijze cellen (misschien) een schop in een andere denkrichting te geven dan ze normaliter gewend zijn. Even doorbijten dus.. Eins, Zwei, Drei und fur Volk und Vaterland durchmarchieren, we maken een tochtje en klimmen samen een vulkaan op…

Zo ineens, plotsklaps en onverwacht krijgt juist deze vulkaan de gedachte om knetter de spetter en al vuurspugend megatonnen superhete magma uit de aarde omhoog te spugen om daarmee de aardkorst te overspoelen en af te dekken. Leuk is dat, ga je een keer met me mee de berg op en overkomt je dit! Maar hoe verrassend is dit in werkelijkheid? Voor oplettende en door ervaring wijs geworden bergbeklimmende buurt-bewoners was het zeker en vast geen donderslag bij heldere hemel, zij herkenden bijtijds de voor-tekens en zorgden er wel voor dat ze fluks hun biezen pakten, zich uit de voeten maakten en aftaaiden, zij wilden zich niet laten ver-assen.

Van vulkaanuitbarstingen, politieke machtswisselingen tot militaire conflicten aan toe; bij alles geldt & telt dat ALLE Grote Gebeurtenissen hun schaduw ver vooruit werpen en dat is niet iets van de laatste tijd maar al sinds mensenheugenis en zeker ook voor de tijd van NU! Het was Thomas Campbell (1777–1844), een Iers protestantse geestelijke die de tovenaar in zijn gedicht ‘Lochiel’s Warning’ bij de naderende zonsondergang van het leven juist deze volgende woorden gaf ‘Coming events cast their shadows before’. Oftewel: de schaduw gaat de gebeurtenis vooruit. Het waar(de)-schouw-ende gedicht van Thomas Campbell had de geschiedenis rond Donald Cameron of Lochiel als onderwerp.

Zoals in alles is het zaak dat de voor-tekenen goed gelezen en begrepen worden en dat de gevonden en getoonde waar(de)-schouwing goed ter harte genomen wordt. Het zijn juist zij die dachten te weten, in werkelijkheid on-weten(d) zijn en zich daardoor hebben laten ver-assen. Het is de bewuste over-belichting die zorg draagt voor oogverblinding waardoor de vooruitsnellende schaduw on-opgemerkt en niet herkend wordt. Misleiding & Bedrog – het zijn Weapons of Mass Destruction – wapens die tegen de mens en DOOR de mens zelf gebruikt worden, we denken het te snappen maar dansen als het erop aan komt als (on)willige pionnen wulps en willig mee in een schaakspel om de macht.

‘We’ schrikken als Wilders (een politicus die in 2023 met zijn politieke partij onverwacht als winnaar uit de verkiezingen tevoorschijn komt) de gemoederen beroert, ‘We’ keuren goed-of-af dat Israël sinds 7 november 2023 (on)terecht meer dan 20.000 mensen met geweld het leven ontneemt, als vergelding voor de door HAMAS ingezette verrassingsaanval op haar grenzen, ‘We’ keuren militaire steun en wapenleveranties aan Oekraïne af-dan-wel-goed nadat Rusland in februari 2022 haar buurland verrassend binnenviel. Hebben ‘We’ de tekens wel goed gezien? Zijn we door de bewuste over-belichting niet oogverblindend mis-leid waardoor ‘We’ de vooruitsnellende schaduw on-opgemerkt en niet herkend hebben? Was hier (on)bedoeld geen sprake van Sjeddohw Benning?

Blonde Greetje

“Hoe is het met je” is het eerste wat ze me glimlachend vraagt als ik de kamer binnenstap. Ze zit met haar rug half naar me toegedraaid aan de eetkamertafel in het achterdeel van de woonkamer. Terwijl ik op haar toeloop draait ze langzaam haar stoel mijn richting uit en vanuit haar stoel strekt ze haar armen uit en naar mij toe om me een welkomstknuffel te geven.

“Leuk je te zien, wil je koffie?” gaat ze verder nadat ik haar warme knuffel beantwoord heb. Terwijl ik tegenover haar aan tafel op een stoel plaatsneem zet Cor, haar man, een koffiemok onder de Senseo. Ik leg m’n schrijfblok met pen tussen Greetje en mezelf boven op het tafelblad en leun met open oog en oor naar haar voorover.

Ze had me een tijdje terug een appje gezonden met de vraag of ik misschien een stukje voor haar wilde schrijven. We spraken af en die ochtend stond ik tegen tienen bij haar voordeur, drukte op de bel waarna Cor de deur opende. Met hem voorop liep ik door de korte gang naar de kamer en zag rechts in de trapopgang hoe een kronkelende witte buis van fors formaat zich boven de treden een weg naar omhoog zocht. Het was de traplift die kort tevoren zijn intrede had gedaan in het huis van Cor en Greetje, twee goede vrienden van vroeger helemaal tot aan nu toe. Cor de fotograferende buschauffeur en fanatiek 2CV eenden-liefhebber en blonde Greetje, tot voor kort betrokken medewerker in het Refaja Ziekenhuis in Knoal.

Nadat Cor de koffie voor onze neus geparkeerd heeft luister ik naar het verhaal van Greetje, een bewogen verhaal waar ik voor een groot deel al bekend mee ben, het verhaal waarvan ze mij nu vraagt of ik dat voor haar wil optekenen om dit openlijk en met een groter publiek te delen. Nee, niet omdat ze zo’n egocentrisch mens is of dat ze zo graag de loftrompet over zichzelf laat blazen, nee, ze lijdt ook niet aan grootheidswaanzin of zelfoverschatting, alles behalve dat! Greetje lijdt aan ALS, een ongeneeslijke, progressief dodelijke ziekte en de dagen van deze lieverd op deze aarde zijn letterlijk uitgeteld.

De nu 63-jarige Greetje kwam met de achternaam Brongers in het Winschoter Sint Lucas op deze wereldbol, groeide op in de Bomenbuurt, ging naar de Dwingelooweg- en Tromplaanschool in hetzelfde stadje en vond daar in Cor Heemstra haar schatje. Greetje, het was toen ook al een lief, ritmisch, gymnastisch en heupswingend meisje. Ze ging stijldansend door het leven, een passie die ze bij Lien Wolters perfectioneerde en later bij dansschool Jansen in het centrum van Sodom verder bijsleep, steekt haar neus graag in een goed boek en leent haar oor aan goede muziek, met Fleetwood Mac als voorkeur.

Naast echtgenoot van Cor is ze trotse en zorgzame moeder van Ruud en Marlous en daarnaast ook nog eens een lieve oma. Greetje, ik ken haar als een absoluut lief en positief mens “ik ben een heel gelukkig mens, we hebben geen kommer en kwel gekend, we hebben geen armoede gehad, we zitten niet in een gruwelijke oorlog maar ik wou zo graag net zo oud worden als mijn moeder nu is, negentig is die lieverd nu, maar dat gaat me helaas niet meer lukken. Ik lijd aan ALS, Amyotrofische Laterale Sclerose, een progressieve ziekte van de zenuwcellen waarbij de spieren geleidelijk aan uitvallen, ook de ademhalingsspier en op dat onvoorspelbare en aankomende moment valt voor mij dus definitief het doek.”

“Weet je, mijn vader is aan deze ziekte gestorven en ik ben er in mijn achterhoofd altijd op bedacht geweest de symptomen ervan te herkennen, signalen zoals plotsklaps moeilijker lopen, vallen en struikelen. Het was daarom ook dat ik begin 2021 bij de specialisten aan de bel trok, ik heb erop gehamerd dat wat mijn vader had een erfelijk component is waarmee rekening gehouden moet worden maar drie opeenvolgende neurologen probeerden me blij te maken met een dood vogeltje, ze stuurden me naar huis terug met de boodschap dat het geen ALS was. Ook Cor hoopte met hen mee dat zij gelijk hadden maar mijn intuïtie leerde me dat het toch anders in elkaar stak, ik bleef aandringen op grondige screening en in juli 2022 werd mijn intuïtie bevestigd, ik leed wel degelijk aan ALS.”

“Ik heb vroegtijdig afscheid moeten nemen van mijn werk, heb nog een paar maanden thuis gewerkt maar heb nu een IVA-uitkering en ben steeds meer aan huis gekluisterd waar Cor mij geregeld van de badkamervloer moet plukken als ik door m’n knieën gegaan ben. Dan heeft hij ook wel iets te tillen want anders dan het gros van de ALS patiënten teer ik niet zo in op m’n gewicht, ik heb zelfs kans gezien om m’n gewicht een paar pondjes te laten toenemen. Nee, Greetje, is niet meer dat ritmische meisje van vroeger, nix niet meer gymnastisch of heupswingend, ik kom zonder looprek nauwelijks drie stappen vooruit. Cor is mijn zorgzame Engel en mijn kinderen doen er alles aan om me bij te staan. Mijn zoon Ruud zwom of zijn leven er vanaf hing speciaal voor mij zevenhonderd meter in de Amsterdam City Swim om geld bij elkaar te roeien voor onderzoek. Van schoondochter Annemarie is het initiatief afkomstig om fysiek actief voor mij – letterlijk – de berg op te klimmen. Volgend jaar – donderdag 13 juni 2024 – klimt Annemarie voor mij in de pedalen van haar racefiets en Ruud gaat in stevige wandelstappers voor zijn moeder en postuum voor zijn opa de berg op.”

“In een variatie op het thema Alpe de Huez gaan zij samen met diverse vrienden de berg op, Tour-du-ALS. Honderden fietsers, wandelaars, hardlopers en ook ALS-patiënten bestormen dan op hun eigen tempo Mont Ventoux om geld in te zamelen voor wetenschappelijk onderzoek. Zeven vrienden van mij hebben zich tot het ’team-greetje’ gevormd en gaan onder de weblink tourduals.nl (Luctor et Emergo) proberen zoveel mogelijk geld in te zamelen om deze dodelijke ziekte te lijf te gaan. De oorzaak ervan is (nog steeds) onbekend en er is geen remedie tegen of medicatie voor. Ik kan die berg niet meer op, maar ik doe als levend proefkonijn graag mijn bijdrage, ik heb toch niets meer te verliezen, voor mij is het te laat.”

“Ik onderga met liefde en vertrouwen alle onderzoeken, scans en experimentele medicatie en doe dit niet alleen voor mezelf maar vooral voor de mensen die jaarlijks door deze afschuwelijke ziekte overvallen worden en niet in het laatst voor mijn kinderen die 50% kans op ALS hebben. Het is een afwijking in het DNA en ik wil er aan doen wat ik kan om het voor hen en anderen makkelijker te maken te over-leven. Mijn verhaal eindigt met mijn leven binnenkort en ik zou elk graag voor de toekomst willen meegeven dat ze elkaar toch vooral blijven vasthouden en altijd met elkaar in gesprek moeten blijven en ik vraag jullie, denk nog eens aan mij.”

Nadat ik het verhaal van Greetje heb opgetekend en m’n eigen tranen met de kopjes koffie heb weggewerkt rol ik haar met haar zwarte pootjes praatstoel met mini-wieltjes naar voren, zet haar bij het raam en in het licht en maak een foto van deze lieve vriendin, dit warme mens, het ooit zo ritmisch, gymnastisch en heupswingend meisje … Blonde Greetje