Home » Columns

Categoriearchief: Columns

Illuminatie

Niet lang na tienen werd de zwangere zomerlucht boven de Oost-Groninger Blauwe Stad pyrotechnisch fel verlicht. Siervuurwerk illumineerde de lucht boven de oppervlakte van wat op een haar na tot het Beukemameer gedoopt zou zijn geworden, naar de toenmalige Groninger gedeputeerde.

De flitsen waren tot ver in de omtrek te zien en het gedonder evenzogoed te horen, het zou de naar hier verhuisde Oekraïners zeker en vast aan huis hebben herinnerd lijkt me zo. Zelf deed het me denken aan die warme Franse zomeravond van ’77 toen ik ter viering van de aangegane verloving wat opgespaard vuurwerk de lucht in joeg.

We hadden de oude eend aan de rand van het meer geparkeerd van Moustiers St. Marie, een prachtig idyllisch plekje, waar we wild kampeerden niet ver van de Grand Canyon. We hadden direct contact met een stel uit Parijs waar we wat mee dronken en aten en toen ik de donderslagen bij heldere hemel tevoorschijn toverde en aan de waterkant liet knallen schrokken we met zijn vieren simultaan van de reactie van een paar andere illegale Franse boskampeerders die woest schreeuwend uit de borinage tevoorschijn kwamen. Misschien schrok ik nog wel meer van de felle tong van de vrouwelijke helft van ‘ons stel’, men… ze had een bek als een scheermes!

Het liep met een sisser af en we besloten daarna naar het dorpje zelf te gaan en daar verder te feesten, het was toevallig ook nog eens de 14e, de Nationale Franse Feestdag. Gevieren tuften we in hun oude Peugeot naar het kleine centrum waar de lokale jeugd zich vermaakte bovenop de ravijn overspannende brug die het dorpje doormidden sneed. Voetzoekers werden de diepte in gegooid en maakten onderweg naar onderen de bijzonderste capriolen. Ik haalde enkele donderslagen tevoorschijn en smeet een paar over de railing en een paar wat achteruit op het wegdek waarop de dorpsjeugd me met grote ogen verschrikt aankeek.

Dat was andere illuminatie dan die zij kenden of gewend waren en direct werd ik bedolven onder lucratieve ruilhandel, hun voetzoekers tegen mijn donderslagen. Ze hadden de grootste lol en gaven die feestdag zo een heel andere wending. Maar ja, daar zat ik dus met die voetzoekers, ik vond dat maar niks, eerst die dingen aansteken en vasthouden voordat je ze de diepte inkiepte. Ik pakte het anders aan, legde ze op de rand van de brug, peuk er tegenaan en zo met de bedoeling dat het vanzelf de afgrond indook. Maar helaas, pindakaas, dat liep niet zoals gepland, de laatst aangestoken voetzoeker zocht eigenwijs zijn eigen weg.

Na een paar draaiingen om eigen as schoof het sierprojectiel over de brug en zo pardoes de naastliggende kroeg in waar hij onder de rokken van een freule op leeftijd een spetterend dansje deed. Dit alles tot grote hilariteit van de lokalo’s die hoestend en proestend op het brugdek een slag in de rondte dansten, maar ja.. de rokkenmadam was not zo amused. Natuurlijk wist niemand wie daarvoor verantwoordelijk was en hielden de voetzoekerdealers zich ook wijselijk stil. Er was gelukkig geen lichamelijk letsel maar de stemming was wel wat opgefokt, wie haalde het dan ook in zijn hoofd om een voetzoeker over het brugdek te laten zoeven. Nou.. ikke dus!

We hebben de avond natijd toch nog leuk doorgebracht, in de kroeg, met voldoende wijn, weib und gesang en ik moet na zoveel jaar eerlijk bekennen dat we de weg terug naar onze tentjes in kennelijke staat hebben afgelegd. De bochtige bergweg paste denkelijk goed bij onze staat van zijn, een rechte weg zou denk ik een stuk moeilijker afgelegd geweest zijn. We waren jonge snotapen, alles kon en zagen we het gevaar niet of nauwelijks, we hebben er gelukkig niets aan overgehouden. Dat meisje van toen is al decennia verworden tot mijn ex, de vrienden van toen zijn naar de achtergrond verdwenen maar we hebben geweldig mooie herinneringen overgehouden aan de Illuminatie.

Kiwi uit Kameroen

Nadat ik aan de koffiebar een cappuccino met nepmelk besteld had vervolgde ik m’n weg in het vooronder en nam plaats achterin. Ik schoof mijn benen onder de verder lege tafel die onder het lage en met massieve balken ondersteunde gewelf tegen de achtermuur geplaatst was. De ramen waren half geopend en het kleine deurluik rechts gaf toegang tot een ommuurd minizitje direct in de befaamde Achtertuin.

Het is bijkant tot een traditioneel ritueel geworden om telkens als ik Amsterdam aan doe even doorstap. Voorbij de Singel om mezelf dan aan de Prinsengracht bij de buren van 263 te trakteren op een cappuccino. Vandaag had ik mijn mond geroerd op de Dam, wat woorden achtergelaten die heel misschien tot zelf-denken aanzetten maar dat is vandaag de dag een lastig dingetje, helemaal nadat NA-denken het ZELF-denken verdrongen heeft en als complotterie afgedaan wordt.

Met een brede lach kwam ze me de cappuccino brengen en even later stond daar op haar voorstel ook een lekker uitziend stuk bananencake naast. Ze had het niet zo druk en wel tijd & zin in een praatje en ik vroeg haar of zij heel misschien wist hoe ik in de tuin van het Achterhuis geraakte. Die mogelijkheid bestond helaas niet meer, iets met private en commerciële belangen, want ja, bij de buren was het al jaren Big Business. Voor een toegangskaartje moest je maanden vooraf al reserveren en ondanks dat was er dagelijks een wachtrij van hier tot Tokyo. Met haar donkere dreadlocks stevig vast geknoopt bovenop haar zwarte hoofdje bleef ze naast me aan de tafel staan en kregen we het als vanzelf over geschiedenis en dat was wat iets in haar triggerde.

Er was zoveel wat de mensen niet (meer) wisten en daar wilde ze over gaan schrijven, niet zozeer over WOII of het buurpand van waaruit in oorlogstijd pectine en kruiden verhandeld werden, ook niet over de Duitse bankiersfamilie die daar in de laatste helft ondergedoken had gezeten. Ze had als geïmporteerde Nederlander in de rivierenbuurt gewoond, vlak bij waar de donkerharige Annaliese met haar familie onderdak gevonden had nadat ze haar geboorteland verlaten had. Ze was iets verbaasd toen ik bekend was met het Merwedeplein, het luxe Hilwiscomplex dat net voor oorlogsbegin opgeleverd werd. Over het prille detaillisten begin van de Duitse familie aan de Singel en het voor haar onbekende bankiersverleden in Amsterdam in de 20’er jaren.

Zij had haar zinnen meer gezet op het naar boven trekken van het ongekende verleden van Kameroen, daar waar de wieg stond van haar voorouders. “Aja.. interessant”, respondeerde ik, “Kameroen, het vroegere Duits Oost Afrika” waarop ze mij met een licht verbaasde blik aankeek. “Een van de weinige niet Engelse koloniën, o.a. bekend door de militair succesvolle en ongeslagen generaal Von Lettow-Vorbeck die met een klein guerrillaleger van zo’n 200 Duitse officieren, 3.000 Askari’s en inlandse dragers stand hielden tegen een Engelse overmacht van ca. 300.000 man.” Dat was nieuw voor haar, ook wel interessant maar ze wilde als midden twintiger vooral het slavernijverleden en de rol van de ‘witte mens’ daarin benoemen.

Echt een interessant onderwerp, dat was ik roerend met haar eens en goed dat ze daar met een frisse en ruime blik aandacht aan gaat geven. Ik vroeg haar wat of ze al wist van het Nederlandse slavenverhaal, de allesbepalende rol daarin van de Sefardische elite’s, de door hen gegronde en gecontroleerde plundercompagnieën zoals de vanuit Amsterdam opererende VOC en Zeeuwse WIC. Gedurende de 80-jarige oorlog vanuit de Zuidelijke Nederlanden naar het Noorden toe verplaatste handel in levend ebbenhout, de plantages in Nederlands Guyana waar de Sefardische eigenaren de snel opgebruikte inlanders met schepen tegelijk aanvulden en vervingen met massa’s ingekochte Afrikaantjes.

Ze keek me met een verrast en verbaasd gezicht aan, dat was nieuw voor haar, OOK dat ik op de stick aan mn sleutelbos alle namen, leeftijden en sekse staan had van alle 30.000+ door ordinaire Nederlanders van de welhebbende plantage-eigenaren vrijgekochte slaven, inclusief de namen van deze slavenhouders, zoals Monsanto, Cohen, Abrahams. Abendanon, del Castilho, Muntz, Lobato, Levy en Nassy om maar een paar te noemen. Ook dat wist ze niet zei ze, dat was nieuw voor haar. Ik werkte het laatste stukje bananencake naar binnen dat ik doorspoelde met het restje cappuccino en voor ik afscheid nam gaf ik haar de link van mijn eigen webpagina waar ze meer info over dit onderwerp kon vinden. Ze dankte vriendelijk groetend en noemde bij het weggaan haar naam, Kiwi (en haar achternaam) die haar oer-sprong had in donker Kameroen.

Ziel van Europa

Of ik het stuk al gelezen had? liet ze navragen. Iets over Orban, de Hongaarse premier, en zo ja wat ik daar dan van dacht. Tsja, ik kan niet anders zeggen dan dat hij meer dan een punt heeft door te zeggen dat er ‘een nieuwe wereld op komst is’.

Een overgroot deel van mijn mede-mensen, vrienden en bekenden zal daarbij misschien de wenkbrauwen fronsen maar ik zou zeggen, bereid je voor op een denkomslag.

De Wereld-Ordening zoals wij hem (her)kennen, de wereld waar wij in opgegroeid en onderwezen worden is historisch aantoonbaar aan de laatste termijn van haar THT begonnen. Het is aan ons mensen om op tijd om te schakelen en aan te haken en dat is nagenoeg onbegonnen werk omdat we de enorme omvang dat wat ons – niet alleen in West-Europa zal overrollen – moeilijk kunnen bevatten en zeker niet in de juiste omvang kunnen voorstellen, ons denkpatroon is daarvoor onvolledig en ontoereikend.

Probeer je vooroordelen voor even aan de kant te schuiven, kijk wat er werkelijk speelt denk niet NA wat VOOR-gedacht wordt, denk VRIJ! Laat je gedachten vrij en oordeel zelf over wat NU wereldwijd speelt, de leugenachtig opgedrongen oorlogen, de angstporno waarmee natuurlijke ordening ontmantelt wordt, het morele en menselijke kompas dat verloren raakt, de leugen die de waarheid vervangt, en dat alles om de Europese Ziel te vernietigen.

De Ongekend(e) Oorlog(en)

Ik hoor een open deur in te trappen met te zeggen dat elke oorlog altijd en eeuwig het resultaat is van misleiding en bedrog. In de afgelopen decennia heb ik Ehrenambtlich duizenden leerlingen op honderden scholen proberen duidelijk te maken dat het begrip ‘Oorlog’ niet gelijk is aan die Oostenrijker met zijn bloksnor.

Het is ook geen dodelijke hobby die exclusief aan Teutonen toe te schrijven is. Massamoord en doodslag zijn evenmin een traditionele Duitse volkssport te noemen, terwijl de Duitsers als het meest uitverkoren volk juist met stip op de hoogste plek geplaatst staan van dit duivelse vernietigingswerk.

Al tijden leegt de mens zijn brein en weten om daarna de ontstane leegte te vullen met goedgekeurde en gewenste (historische) kennis om zichzelf daarop volgend te trainen in deze aangeleerde herinneringen. Herhaling is de kracht van alle reclame, al sinds mensenheugenis en dat werkt vandaag de dag onveranderd en dat is met oorlogen net zo. Net zoals een getrainde drugshond die aanslaat als hij verdovende middelen ontdekt slaat het correct geïnstrueerde menswezen aan als hij meent iets van het aangeleerde te herkennen.

Een vlag, een kruis, een snor, een arm, een stem, een tekst, een lied.. het zijn van die (h)er-kende en geprogrammeerde tekens die synoniem staan voor dood en verdoemenis. De setting, vormgeving en presentatie moet wel van voorgeschreven samenstelling zijn en gelukkig zijn daar vandaag de dag de onvolprezen en alwetende Fektsjekkurs. Geholpen door kunstmatige intelligentie en politiek correcte programmering blijft het weten van het collaborerende kuddebrein binnen de veilige marges zoals deze al eeuwen door het machtige militair economische complex is afgepaald.

Een kruis afgevlagd op een blauw-gele ondergrond is not-done, een hoog geheven arm met slavische groet wordt evenmin gezien, je scoort geen punten als dat wat je meent zelf te zien, zelf te horen of zelf te weten niet passend is binnen de gecontroleerde en goedgekeurde programmering. Een op bed in splinters uit elkaar geschoten oma laat geen bel rinkelen, een lek geschoten en in de grond leeggelopen jonge moeder evenmin en ook door een drone met succes tot vetspetters vernietigde militair brengt geen handen op elkaar.

Geen gejuich of gejubel zolang niet door overheid en massamedia de officiële erkende goedkeuring ontvangen is. Op commando doofstom, stekeblind en geen reactie om vervolgens verontwaardigd woedend, fel en agressief te reageren. Rechtvaardige oorlogen bestaan niet, alle oorlogen zijn misdadig georkestreerde mensenvernietigingen en een misdaad tegen de menselijkheid. De verantwoordelijke aanstichters zijn de regerende aartsleugenaars en de burgers zijn -overal ter wereld– als pionnen in een machtsspel slachtoffer en dader tegelijk.

Het is de god van het goud, de mammon, die de wereldbewoners in een vernietigende greep houdt, de bodemschatten plundert, elk ding, elk dier, elk goed, elk mens op de planeet tot een voor eigen voordeel verhandelbare eenheid reduceert. ‘De’ Oorlog is niet die ‘Oostenrijker met zijn bloksnor’ maar is een veelheid van vormen van vernietiging die de gevestigde en gekende economische, culturele, sociale en maatschappelijke, eeuwenoude natuurlijke wereldordening ontmanteld in een niet aflatende reeks van Ongekend(e) Oorlog(en).

Route Retoure

Na een geslaagde halve dag etappe in middag- en avondzon trek ik even voor tienen de handrem hoog en de sleutel uit m’n Zwoele Franse Troela. Ze staat lekker in de schaduw afgemeerd op het pleintje van de kerk in Grand Fougeray, zo’n 40 km onder Rennes, voor ik de volgende dagen verder naar het Noorden terugtrek. Zes jaar eerder had ik in dit plaatsje al eens overnacht in het prachtige Chambre d´hôtel Les Hortensias om nu onder de beddenlakens te kruipen in Hotel Les Palis. Mijn terugreis had ik grofweg zo ingepland dat deze me over en langs de slagvelden van de Tweede Helft zou voeren. M’n bejaarde Tom-Tom mocht deels de weg wijzen, waarop ik via m’n kompas mijn Route Retoure verder in elkaar frutselde. Tachtig jaar terug in de tijd vlogen hier op dit stuk van de aarde meer dan een miljoen jonge mannen elkaar naar de strot, schoten elkaar tot pulp, hakten elkaar tot moes en moordden elkaar naar hartelust uit en dat allemaal in naam van de Vrede.

Nog steeds is het gebied vergeven van honderduizenden ramptoeristen, oorlogsverslaafden die na vervlogen decennia niet kunnen overleven zonder postuum een lijntje oorlogsleed gesnoven te hebben. Elk zijn eigen D-day herinnering, als het zou kunnen nog op de foto met een bejaarde Engelse Knar die de mazzel had niet op het strand te stranden en wist te overleven. Ik heb er nix mee, geniet meer van een glas rosé op een rustig en klein terras en vind het eerder triest dat dit mooie West-Franse gebied door de WW2 genocide zijn eigen culturele origine verloren lijkt te hebben dat slechts met dood-en-ellende in gedachten voortleeft. Juist NU kom je nauwelijks ongemerkt voorbij aan de overdadig voorhanden zijnde prullaria, zoals een handige Yankee overall voor haar, een beetje pikant model met stoere oorlogsbelijning. Koekjes, snoepjes, zoutjes, drankjes, boekjes .. allemaal overgoten met een grafisch en heroïsch getint geallieerd sausje gecompleteerd met de jaartallen 1944/2044.

Twintig jaar lang heb ik als Vrijdenker Vredesonderwijs verzorgd op honderden scholen aan tienduizenden kinderen in Nederland, en geregeld nam ik hen dan mee naar het jaar 1914 waar de Kerstvrede de doodsstrijd even tot bedaren bracht. In het vlak tegen de Belgische grens gelegen Noord-Franse plaatsje Fromelles kropen duizenden mannen na een initiatief van Duitse soldaten uit de loopgraven, zwegen de wapens, werd wijn en bier gedronken en gevoetbald. Benieuwd of er vandaag de dag aan deze bijzondere vrede plaatselijk (nog) aandacht geschonken werd besloot ik mijn route daar naartoe te verleggen. Er schijnt nog een vorm van een herdenkingssteen te staan ergens aan een laantje in een plaatsje verderop in de buurt, ik heb het niet gevonden.

Wel stuiterde ik in Fromelles op een klein en nagenoeg nieuw museum dat na bezoek meer dan de moeite waard bleek. De slag van Fromelles was mij onbekend en ik was decennia hieraan voorafgaand niet de enige tot enkele historisch bewuste streekgenoten op de proppen kwamen met een vergeten massagraf op het Merelveld net buiten het dorpje. Het zorgde ervoor dat kort geleden dit museum het daglicht zag en het leven van de honderden daar geslachte mannen op DNA gedetecteerd opnieuw maar nu met naam genoemd in de grond gestopt werden. De aanpak en totale presentatie laat goed en duidelijk de waanzin zien die oorlogen zijn, de lange route die veel Australische en Canadese jonge knuppels afgelegd hebben om uiteindelijk na aankomst bij het front binnen luttele uren verpulverd in de Franse modder te verzinken.

De loopgraven, de met hout afgetimmerde ondergrondse schuilplaatsen, het leed, de ellende.. de kundige gids meende het te kunnen vergelijken met de situatie van nu, met het massale sterven in het Oosten van Oekraïne om maar eens een dwarsstraat te noemen, sterven 2.0, maar dan anders, iets met het herhalen van zetten. Ik vertrek in het avondlicht weer naar het Noorden, zwenk de neus van m’n Zwoele Franse Troela richting Terneuzen, terug naar Het Noorden.. Route Retoure

Er was eens…

Voor ik de deuren van het kleine Musèe Armistice achter me sluit tank ik nog een klein aandenken uit de automaat die binnenstaat. Een knoepert van een herdenkingsmunt en een biljet zonder waarde gaan verder met me mee op tournee. Als het even kan gooi ik minstens een keer per jaar het anker van m’n Zwoele Franse Troela uit op de geasfalteerde parking aan de D546 in het Noord-Franse Compiègne.

Geen file’s, parkeerproblemen of lange wachtrijen voor de kassa, er is nauwelijks volk op de been, en dat is al jaren zo. Vreemd eigenlijk omdat op deze plek niet ver ten boven Parijs in 1918 over de toekomst van miljoenen mensen beslist is. In de twintig jaar dat ik als Vrijdenkend docent Vredesonderwijs de verscholen verhalen achter het ontstaan van oorlogen naar de leslokalen bracht heb ik er geregeld en beeldend over gesproken.

Geschiedenis het is een machtig boeiend iets, zeker als men ook in staat is – en in de gelegenheid gesteld wordt – om door meerdere brillen en vanuit meerdere invalshoeken te kunnen en willen kijken, ik maakte voor mijn leerlingen altijd de vergelijking met de regenboog die evenmin uit een enkele kleur kan bestaan. Iets wat nauwelijks objectief in de geschiedschrijving terug te halen is…

Dat…, het in de bossen van Compiègne was waar in november 1918 op initiatief van Duitsland en op basis van het voorstel van de toenmalige Amerikaanse president Wilson een voorlopig staakt het vuren overeengekomen werd. Dat…, met de veertien punten zoals die in het Amerikaanse voorstel waren opgenomen een menswaardig einde gemaakt zou kunnen worden aan de Europese mensenslachting die sinds 1914 miljoenen mensen van de aardbodem geveegd en onder de grond hadden geploegd. Dat…, het zo prachtig en succesvol had kunnen zijn, als die machtige en leugenachtige kliek die altijd en eeuwig verantwoordelijk te stellen is voor het menselijk bloedvergieten de klauwen een keer thuis hadden kunnen houden.

Maar…, helaas, oorlogen zijn altijd het gevolg van misleiding en bedrog en diezelfde smeerpijpen zitten uiteraard ook op de eerste rang als de winstgevende bloedbaden onderbroken lijken te worden. Zij verdraaien naar wens en willekeur alle afspraken en bepalingen, liegen en bedriegen onverminderd door, simpelweg omdat hun bestaan er van af hangt en bepalen zij welke waarheid door de overlevenden in de toekomst wordt na-geleefd. Dat was vooraf, toen, later en is ook nu nog idem dito. ‘Liegen als een ooggetuige’ is een oud Russisch spreekwoord, maar het lijkt in de afgelopen eeuwen wereldwijd tot topsport verheven te zijn.

Iets verzwijgen of voor een deel verdraaien zorgt er simpelweg voor dat de mens niet weet dat hij het niet weet, en wat niet weet dat deert niet is een ander spreekwoord. Het zou anders zijn geweest als in het Musèe Armistice in Compiègne duidelijk gemaakt zou worden dat de Franse nederlaag in 1871 ook zo allesbepalend was voor de achterbakse Franse houding en leugenachtigheid in 1918. Toen Napoleon III in 1870 onder druk en regie van Groot Brittannië tegen Pruisen ten strijde trok was dat zwaar tegen de wil van de invloedrijke politicus Adolphe Thiers. Bij Sedan werden de Franse oorlogshitsers onverbiddelijk verslagen, werd Napoleon III notabene gevangen genomen en moesten de Fransen zich onvoorwaardelijk overgeven.

DAT zorgde voor kwaad Frans bloed dat leidde tot de smiechtige smeerlapperij om Duitsland bij de ballen te grijpen en anders dan oorspronkelijk overgekomen hen de strot af te knijpen. Eerst door de wapenstandsbepalingen zo te verwurgen en later te laten volgen door een take-it-or-leave-it wurgcontract dat in 1919 in Versailles simpel ter ondertekening werd neergelegd. Dat bezorgde toen miljoenen mensen leed, dat zorgde decennia later voor opvolgende ellende toen een Oostenrijkse korporaal, compleet met bloksnor, namens het naar revanche verlangende Duitse volk, zijn opwachting maakte in dezelfde bossen van Compiègne, daar waar jaren later het Musèe Armistice verrees waarvan ik net – met een herdenkingsmunt en een biljet zonder waarde in de buutse – de deuren achter me sloot.

Un voyage fructueux

Met m’n linkerarm naar buiten bungelend rijd ik met een slakkengang door het zacht glooiende Noord-Franse landschap. M’n tot eenmanscamper omgebouwde 21-jarige Zwoele Franse Troela en ik zijn nagenoeg alleen onderweg op de smalle landwegen die tussen de vruchtbare landerijen doorgolven. Peinzend en in gedachten verdwaald rijd ik nergens bewust naar toe, ik geniet van mijn tour en de omringende rust.

De lucht is afwisselend doordrenkt met geuren van zwoel gloeiende Vlierbossen, Lindebomen en Ligustergroen waarin zwak verscholen sporen verborgen zijn van een ergens verderop onzichtbare brandbult. Zwaluwen voeren de wildste capriolen uit in de lucht die door krekels snerpend gevuld wordt met hun getjilp. Het zijn vruchtbare landschappen waar elk seizoen het graan weer ontkiemt, groeit, ontgroend en fris gerijpt geoogst kan worden, daar waar de grond al eeuwenlang goed gevoed wordt door de vele offers die gebracht worden.

De houtas van de verborgen brandbult bijvoorbeeld die ik rook zal de grond – zoals al eeuwenlang – verrijken met de daarin aanwezige mineralen en sporenelementen. Snoeihout met optimale sneuvelbereidheid laat zich zonder morren verassen tot levensbelangrijke macronutriënten zoals calcium, fosfor, silicium, kalium, magnesium en zwavel, maar ook micronutriënten zoals koper, zink, mangaan, chroom, molybdeen en ijzer. Houtas, ze zorgt voor betere knolvorming, bloemvorming, knopontwikkeling, kleur, bewaarbaarheid, bloei, vruchtzetting etc.

Veel planten hebben deze stoffen nodig om gezond te blijven en goed te groeien Als steeds verder van de natuur staande en eigengereide mens die het dagelijkse voer uit de lokale Aldi- en Lidlschappen grist of misschien wel bij de Appie of Jumbo zijn korf vult maakt zich vandaag de dag eerder druk over het door de politiek tot absurde en onzinnige hoogte gedemoniseerde CO2. De meeste boeren, zover ze door geld- en gewin niet van hun land- en vee vervreemd zijn weten het(deels) nog wel en handelen er nog naar, daarbij fanatiek gedwarsboomd door de Haagse Dwazen van de politiek. Maar wij, als burgermens zijn simpelweg de natuurlijke weg kwijt geraakt, de origine van ons eten vergeten, en niet alleen dat.

De enkele hobby-boer en volkstuinier weet het vaak nog wel, een rauw ei onderin het plantgat, of net zoals de Maya’s het deden een homp vette rauwe vis erbij. Geen(af-)gestorven of niet voor de slacht geschikt dier werd vroeger verspild maar werd om zijn waardevolle mineralen ondergeschoffeld. Wij mensen zijn juist afhankelijk van deze mineralen en dat in voldoende hoeveelheden en als we aan het finale einde van onze THT zijn houden we als mens uiteindelijk een beste bult (her)bruikbare mineralen over. De bodem wordt daar rijker en vruchtbaarder door en de gewassen doen het er ondubbelzinnig bewezen goed op zoals te zien hier in het zacht glooiende Noord-Franse landschap waar ik met m’n linkerarm naar buiten bungelend rondrijd.

Het zijn de slachtvelden van toen waaruit de gewassen van nu omhoog schieten, de glooiende Noord-Franse velden waar miljoenen jonge mannen, komend vanuit landen dichtbij en overver die zich sneuvelbereid en door oorlogsidioten geprogrammeerd voorgelogen lieten afslachten. De Noord-Franse velden, ze verschillen in wezen niets van Oekraïense akkers, de landerijen in Gaza, Jemen of Syrië. De leugens zijn altijd en eeuwig dezelfde, evenals de verantwoordelijke idiotenclusters.

Maar…ooit, op enig moment rijdt daar iemand nagenoeg alleen onderweg op de smalle landwegen die tussen de vruchtbare landerijen doorgolven. Ooit zal de lucht afwisselend doordrenkt zijn met geuren van zwoel gloeiende Vlierbossen, Lindebomen en Ligustergroen waarin zwak verscholen sporen verborgen zijn van een ergens verderop onzichtbare brandbult. Vruchtbare landschappen waar elk seizoen het graan weer ontkiemt, groeit, ontgroend en fris gerijpt geoogst kan worden, Un voyage fructueux

Aan de koffietafel…

Samen zitten we bij de overbuurman in de brasserie achter-aan de koffietafel, Nona en ik. Behalve haar collega’s zullen niet veel Oldambtsters haar (her)kennen – Nona Kakisina – dat, terwijl ze al 39 jaar haar handen duchtig laat wapperen in de Gemeentelijk grafische catacomben.

Haar sierlijke en kalligrafische hand-schrift tooit vele trouwboekjes en veel Oost-Groninger geboortenamen zijn door haar ambachtelijk vastgelegd. Toen ik kortgeleden voor Mecca zittend m’n softijsje weglikte zag ik haar rond het middaguur de treden voor het tegenoverliggende Stadhuis weer aftrippelen en sprak haar aan.

Zo kwam het dat we samen bij haar overbuurman in gesprek raakten, over haar werk op de Reproafdeling waar ze zich de afgelopen 35 jaar mee bezig gehouden heeft. Nona (je spreekt het uit als Nonna) werd enkele jaren nadat het gezin in 1950 vanuit de Molukken naar Nederland verhuisde in Sittard geboren. Samen met haar vader verkaste ze als jonge meid naar het Groningse Farmsum en woont nu lekker in Lopperdorp. Haar schooljaren bracht ze door in Delfzijl, deed daar op enig moment vrijwilligerswerk bij de gemeente op de drukkerij-afdeling en dat beviel zo goed dat ze daarin is blijven hangen. Toen er in Winschoten een vacature was verkaste ze daar naartoe waar ze nu sinds 1 mei 1985 aan de slag is.

Haar handschrift siert ook het trouwboekje dat nu ergens bij m’n ex als een relikwie uit vroeger jaren in de kast ligt te verstoffen, ook de naam van een van m’n kinderen staat erin vermeld. Zelf heb ik nog een door haar geschreven oorkonde als herinnering uit de tijd dat ik de Johan Poppenprijs uitgereikt gekregen heb, maar dat is al iets van jaren terug. Wat ook al jaren achter ons ligt is de Nederlandse koloniale geschiedenis, de tijd van Nederlands Indie, vandaag leren de kinderen van nu niet meer wat mijn ouders op school onderwezen werd. Die dreunden het gedwee op: Sumatra, Java, Bali, Lombok tot aan Timor toe, de Molukken maakt daar deel vanuit en daar stond de wieg van de ouders van Nona.

Ons gesprek gaat er ook voor een deel over, niet al te diepgaand en inhoudelijk, maar het verhaal en het leed van de Molukken wordt in kort bestek even aangetipt. Over de leefomstandigheden na aankomst in Nederland, Ingenieur Manusama, president in ballingschap van de RMS (Republiek der Zuid-Molukken) en de tijd van nu. De wereld is altijd en eeuwig in beweging en elke dag wordt geschiedenis geschreven. Zelf houdt Nona zich niet inhoudelijk bezig met hetgeen wat geweest is ze wandelt en fietst, en zit samen nu met mij gezellig bij de overbuurman in de brasserie achter-aan de koffietafel.

Brom-Mobielen uit het Oldambt

Zittend in de ruime showroom aan de Winschoter Zeefbaan nemen ze uitgebreid de tijd te vertellen over hun bedrijf, A.M. Mini-Cars. Omringd door een ruime keus aan keurige en kleurige Brommobielen vertellen Andre en Anita hun bedrijfsverhaal en hoe het ooit begon.

Andre, naast Amerikaans oltimerliefhebber en restaurateur in het Amsterdamse, kocht op enig moment een tweedehands brommobiel voor zijn vader. Hij bracht het ding vakkundig weer in bedrijfsklare nieuwstaat en vaderlief had er tot aan zijn levenseinde veel plezier van.

Het leerde hem direct ook wat voor ramsj & rommel doorgaans voor goed aangeboden werd en dook daarop als een heuse brommobielenfluisteraar in deze business. Naast reparatie legde hij zich ook toe op de in- en verkoop van deze mini-mobielen. Begin 2000 toog het gezin naar het Noorden en kwam aan de Nassaulaan in Heiligerlee terecht waar het mini-bedrijf steeds grotere vormen aannam om uiteindelijk in 2014 naar de Zeefbaan in Winschoten te verkassen. Zijn vrouw Anita gaf haar werk bij de ING op en zette haar werk als Hondenfluisteraar op een zacht pitje om samen met Andre en zoon Bas de toko te bestieren.

“Je kunt het een uit de hand gelopen hobby noemen” zegt Andre, “daarnaast is het ook mooi, ambachtelijk en dankbaar werk, veelzijdig ook, we repareren in principe elk merk brommobiel. Het is een steeds groter wordend marktgebied, dat voor een deel bestaat uit 70-plussers die afgekeurd zijn voor hun rijbewijs en deels ook uit mensen met een beperking. Het is een heel specifieke markt waar – vooral op het gebied van gebruikte modellen – de prijs en prestatie verhouding niet altijd in balans is. Het gebeurt geregeld dat er iemand onze hulp inroept nadat ze via internet een ‘goedkope’ deal gesloten hebben en dan blijkt dat ze een doodverklaard wrak in de maag gesplitst gekregen hebben, heel triest”.

“Mijn advies is.. blijf van deze beunmobielen af, het zijn gevaarlijke knutseldingen, vaak met rotte chassis die voor duizenden euro’s verpatst worden en die niet meer te redden zijn. Ik weet waar ik het over heb, door schaarste overstijgt de vraag vele malen het aanbod. We neuzen zelf ook het land af en pikken daarbij de krenten uit de pap en – net als voor mijn eigen vader – zorgen we ervoor dat alle brommobielen bij ons in prima conditie zijn voordat ze aangeboden worden. We hebben daarnaast ook een ruime keuze uit betrouwbare Youngtimers en nieuwe modellen, zo ook in elektrische uitvoering, dat is de nieuwste trend. Kom gerust langs op de Zeefbaan 7a om vrijblijvend te kijken, keuren en kiezen, wij hebben het beste in huis”.

Vaderlands Sneeuwwitje

“Is dat Anne Frank?” Een paar kinderen staan na afloop van de les voorovergebogen over een oud boekwerkje uit 1945 dat deel uitmaakt van een wisselende collectie authentiek leskistmateriaal dat ik meeneem bij gastlezingen die ik jaarlijks op scholen door heel Nederland geef [gaf]

Op de laatste pagina staat de foto afgedrukt van een jonge vrouw met donker haar die zo te zien in een kist ligt, toegedekt met een laken en daarbovenop een paar tulpen. “Volgens mij is dat Anne Frank” reageert een van de andere kinderen in het groepje dat om het boekje heen gegroepeerd staat terwijl een ander mij vraagt om eens te komen kijken.

Voor het overgrote deel van de Nederlandse schooljeugd is verhaal van het Duits-Joodse meisje Anne Frank een begrip en maakt het onderdeel uit van het pril aangelegde referentiekader. Als vanzelf herkennen de over het algemeen elfjarigen in veel en alles Anne of menen dat zeker te weten. Wie op die foto staat weet ik eigenlijk niet maar Anne is het zeker niet en als ik het bijschrift lees leer ik dat het moet gaan om een ‘bekende ondergrondse heldin die op de vooravond van de bevrijding van Deventer door de Nazi-beulen is gefusilleerd’. Ik zeg de kinderen toe dat ik dat probeer uit te zoeken en daarover een stukje zal schrijven op de internetpagina zodat ze dat later nog eens kunnen nakijken.

Het internet is daarbij behulpzaam en binnen een paar minuten wordt duidelijk dat het om de 19-jarige Corrie Bosch uit Deventer gaat die op de vooravond van de bevrijding van die stad om het leven gekomen is. Het verhaal achter haar dood is dat van het Twentol-drama, een tragisch verlopen verzetsactie op 10 april 1945 die het leven kostte aan zeven jonge mensen van amper 20 jaar, voor het merendeel studenten van de Koloniale Landbouwschool. Met een van hen – de 22-jarige Joost van Baalen – vormde Corrie een stelletje en met hem was ze net veertien dagen voor haar dood getrouwd.

Samen met Joost en drie anderen (Jacob Jan Bennebroek Evertsz, Henri Edwin Rudolf Oscar Engels en Marinus Woertman) werd ze na een mislukte verzetsactie opgepakt en in een speeltuintje gefusilleerd, twee anderen (Jan van Gennep Luhrs en Derk Jan Bruggeman) waren in een voorafgaand vuurgevecht om het leven gekomen. Over het Twentol-drama is digitaal van allerlei informatie voorhanden en ook in geschreven vorm vond ik nog wat aantekeningen en artikelen in mijn eigen archief. Daarin speurend werd mijn aandacht getrokken door de kanttekeningen die gemaakt werden door Geert van Zanten, een toentertijd al op leeftijd zijnde Deventenaar.

Volgens Van Zanten was er sprake van “sage- en legendevorming” waar hij zich altijd nijdig om gemaakt had. Hoe triest en treurig ook, de levens van deze jonge mensen zijn verloren gegaan en elk verloren gegaan leven is te betreuren, maar speurend in de beschikbare gegevens over de juiste toedracht van het gebeurde heeft het er alle schijn van dat hun levens onnodig zijn verspild en kwam ik net als Van Zanten tot de constatering dat er – naar ik verwacht en aanneem onbedoeld – het een en ander mankeerde aan de volledigheid van weergave. Wat vooral opviel was het ontbrekende verhaal van de Achtste Man die bij de actie betrokken was en als enige had overleefd: Geert Verhoeven.

Wie zich de moeite en tijd neemt om zich in het verhaal te verdiepen, zich daarvan een beeld te vormen zou daarna ter aanvulling de navolgende informatie eens moeten bijplaatsen.

Het knokploegje bestond uit onervaren, niet militair-strategisch geschoolde landbouwstudenten, in de leeftijd van begin twintig, nauwelijks bewapende amateurs, die op de valreep van het einde van WOII een niet realistische en in strijd met het oorlogsrecht zijnde gevechtshandeling pleegden. Met de geallieerden voor de stadsgrenzen en midden in een door de Duitse bezetter uitgeroepen Kriegszone (dus GEEN bezettingszone) – dus in een tot oorlogsgebied verklaarde zone waar conform de Conventie van Geneve het standrecht was ingevoerd – werden door burgers oorlogshandelingen uitgevoerd die onverbiddelijk finale repressailles tot gevolg moesten hebben.

Nog afgezien van het feit of de gekozen lokatie – notabene een smeeroliefabriek – wel zo juist was lag deze in het door de Duitsers gecontroleerde gebied waarin de door hen ondermijnde bruggen over de IJssel lagen. De Duitsers liepen in het industriegebied waarvan het Twentol complex deel uitmaakte, patrouilles. Tijdens een van deze patrouilles overliep een Duitse militair een van de acht daar verschanste leden in de fabriek: Gerard Verhoeven. Er brak een worsteling uit waarbij het Verhoeven lukte om de Duitse militair te overmeesteren en hem in zijn been te schieten.

Zonder overleg en medeweten van de andere leden heeft Verhoeven de gewonde soldaat op woord van eer laten vertrekken waarop niet veel later een Duitse patrouille het complex binnenviel en er een vuurgevecht ontstond waarbij twee leden van de groep om het leven kwamen, de fabriek in brand geschoten werd en de overige vijf leden gearresteerd, weggevoerd en niet veel later standrechtelijk gefusilleerd werden. Saillant detail aangaande de executie is dat de Duitse soldaat Ernst Gräwe ook doodgeschoten werd omdat hij weigerde aan de executie deel te nemen.

Verhoeven zelf ontvluchtte bij het uitbreken van het vuurgevecht de fabriek, en is tot ver in de ’70-er jaren van de vorige eeuw in het buitenland ondergedoken geweest. In het begin van de jaren ’80 hebben de samenstellers van het jubileumboek Deventer 40-45 met Verhoeven gesproken en verklaarde hij over zijn vlucht dat anderen hem aangeraden hadden ‘gewoon weg te gaan en naar het buitenland te verdwijnen’. De ongelukkige rol en het amateurisme van deze man in het bijzonder en dat van de knokploeg in zijn algemeenheid zijn zeker van grote invloed geweest bij het drama wat zich nauwelijks een uur voor de bevrijding van de stad Deventer heeft afgespeeld. Corrie Bosch haar leven, dat van haar man en de andere omgekomen jong volwassenen is onnodig geofferd, heeft geen enkele invloed gehad op de bevrijding van de stad of het land. Heldin voor Een dag was het loon van Corrie Bosch met een foto zonder naamsvermelding op de laatste pagina van een herdenkingsuitgave uit 1945.

Nee, het was Anne Frank niet en ze raakte in vergetelheid, enkel het Algemeen Dagblad van zaterdag 4 mei 2002 bracht haar nog even weer tot leven op pagina R2 waar ze haar afbeeldden als een ‘Vaderlands Sneeuwwitje’.