Home » Columns

Categoriearchief: Columns

Er was eens…

Voor ik de deuren van het kleine Musèe Armistice achter me sluit tank ik nog een klein aandenken uit de automaat die binnenstaat. Een knoepert van een herdenkingsmunt en een biljet zonder waarde gaan verder met me mee op tournee. Als het even kan gooi ik minstens een keer per jaar het anker van m’n Zwoele Franse Troela uit op de geasfalteerde parking aan de D546 in het Noord-Franse Compiègne.

Geen file’s, parkeerproblemen of lange wachtrijen voor de kassa, er is nauwelijks volk op de been, en dat is al jaren zo. Vreemd eigenlijk omdat op deze plek niet ver ten boven Parijs in 1918 over de toekomst van miljoenen mensen beslist is. In de twintig jaar dat ik als Vrijdenkend docent Vredesonderwijs de verscholen verhalen achter het ontstaan van oorlogen naar de leslokalen bracht heb ik er geregeld en beeldend over gesproken.

Geschiedenis het is een machtig boeiend iets, zeker als men ook in staat is – en in de gelegenheid gesteld wordt – om door meerdere brillen en vanuit meerdere invalshoeken te kunnen en willen kijken, ik maakte voor mijn leerlingen altijd de vergelijking met de regenboog die evenmin uit een enkele kleur kan bestaan. Iets wat nauwelijks objectief in de geschiedschrijving terug te halen is…

Dat…, het in de bossen van Compiègne was waar in november 1918 op initiatief van Duitsland en op basis van het voorstel van de toenmalige Amerikaanse president Wilson een voorlopig staakt het vuren overeengekomen werd. Dat…, met de veertien punten zoals die in het Amerikaanse voorstel waren opgenomen een menswaardig einde gemaakt zou kunnen worden aan de Europese mensenslachting die sinds 1914 miljoenen mensen van de aardbodem geveegd en onder de grond hadden geploegd. Dat…, het zo prachtig en succesvol had kunnen zijn, als die machtige en leugenachtige kliek die altijd en eeuwig verantwoordelijk te stellen is voor het menselijk bloedvergieten de klauwen een keer thuis hadden kunnen houden.

Maar…, helaas, oorlogen zijn altijd het gevolg van misleiding en bedrog en diezelfde smeerpijpen zitten uiteraard ook op de eerste rang als de winstgevende bloedbaden onderbroken lijken te worden. Zij verdraaien naar wens en willekeur alle afspraken en bepalingen, liegen en bedriegen onverminderd door, simpelweg omdat hun bestaan er van af hangt en bepalen zij welke waarheid door de overlevenden in de toekomst wordt na-geleefd. Dat was vooraf, toen, later en is ook nu nog idem dito. ‘Liegen als een ooggetuige’ is een oud Russisch spreekwoord, maar het lijkt in de afgelopen eeuwen wereldwijd tot topsport verheven te zijn.

Iets verzwijgen of voor een deel verdraaien zorgt er simpelweg voor dat de mens niet weet dat hij het niet weet, en wat niet weet dat deert niet is een ander spreekwoord. Het zou anders zijn geweest als in het Musèe Armistice in Compiègne duidelijk gemaakt zou worden dat de Franse nederlaag in 1871 ook zo allesbepalend was voor de achterbakse Franse houding en leugenachtigheid in 1918. Toen Napoleon III in 1870 onder druk en regie van Groot Brittannië tegen Pruisen ten strijde trok was dat zwaar tegen de wil van de invloedrijke politicus Adolphe Thiers. Bij Sedan werden de Franse oorlogshitsers onverbiddelijk verslagen, werd Napoleon III notabene gevangen genomen en moesten de Fransen zich onvoorwaardelijk overgeven.

DAT zorgde voor kwaad Frans bloed dat leidde tot de smiechtige smeerlapperij om Duitsland bij de ballen te grijpen en anders dan oorspronkelijk overgekomen hen de strot af te knijpen. Eerst door de wapenstandsbepalingen zo te verwurgen en later te laten volgen door een take-it-or-leave-it wurgcontract dat in 1919 in Versailles simpel ter ondertekening werd neergelegd. Dat bezorgde toen miljoenen mensen leed, dat zorgde decennia later voor opvolgende ellende toen een Oostenrijkse korporaal, compleet met bloksnor, namens het naar revanche verlangende Duitse volk, zijn opwachting maakte in dezelfde bossen van Compiègne, daar waar jaren later het Musèe Armistice verrees waarvan ik net – met een herdenkingsmunt en een biljet zonder waarde in de buutse – de deuren achter me sloot.

Un voyage fructueux

Met m’n linkerarm naar buiten bungelend rijd ik met een slakkengang door het zacht glooiende Noord-Franse landschap. M’n tot eenmanscamper omgebouwde 21-jarige Zwoele Franse Troela en ik zijn nagenoeg alleen onderweg op de smalle landwegen die tussen de vruchtbare landerijen doorgolven. Peinzend en in gedachten verdwaald rijd ik nergens bewust naar toe, ik geniet van mijn tour en de omringende rust.

De lucht is afwisselend doordrenkt met geuren van zwoel gloeiende Vlierbossen, Lindebomen en Ligustergroen waarin zwak verscholen sporen verborgen zijn van een ergens verderop onzichtbare brandbult. Zwaluwen voeren de wildste capriolen uit in de lucht die door krekels snerpend gevuld wordt met hun getjilp. Het zijn vruchtbare landschappen waar elk seizoen het graan weer ontkiemt, groeit, ontgroend en fris gerijpt geoogst kan worden, daar waar de grond al eeuwenlang goed gevoed wordt door de vele offers die gebracht worden.

De houtas van de verborgen brandbult bijvoorbeeld die ik rook zal de grond – zoals al eeuwenlang – verrijken met de daarin aanwezige mineralen en sporenelementen. Snoeihout met optimale sneuvelbereidheid laat zich zonder morren verassen tot levensbelangrijke macronutriënten zoals calcium, fosfor, silicium, kalium, magnesium en zwavel, maar ook micronutriënten zoals koper, zink, mangaan, chroom, molybdeen en ijzer. Houtas, ze zorgt voor betere knolvorming, bloemvorming, knopontwikkeling, kleur, bewaarbaarheid, bloei, vruchtzetting etc.

Veel planten hebben deze stoffen nodig om gezond te blijven en goed te groeien Als steeds verder van de natuur staande en eigengereide mens die het dagelijkse voer uit de lokale Aldi- en Lidlschappen grist of misschien wel bij de Appie of Jumbo zijn korf vult maakt zich vandaag de dag eerder druk over het door de politiek tot absurde en onzinnige hoogte gedemoniseerde CO2. De meeste boeren, zover ze door geld- en gewin niet van hun land- en vee vervreemd zijn weten het(deels) nog wel en handelen er nog naar, daarbij fanatiek gedwarsboomd door de Haagse Dwazen van de politiek. Maar wij, als burgermens zijn simpelweg de natuurlijke weg kwijt geraakt, de origine van ons eten vergeten, en niet alleen dat.

De enkele hobby-boer en volkstuinier weet het vaak nog wel, een rauw ei onderin het plantgat, of net zoals de Maya’s het deden een homp vette rauwe vis erbij. Geen(af-)gestorven of niet voor de slacht geschikt dier werd vroeger verspild maar werd om zijn waardevolle mineralen ondergeschoffeld. Wij mensen zijn juist afhankelijk van deze mineralen en dat in voldoende hoeveelheden en als we aan het finale einde van onze THT zijn houden we als mens uiteindelijk een beste bult (her)bruikbare mineralen over. De bodem wordt daar rijker en vruchtbaarder door en de gewassen doen het er ondubbelzinnig bewezen goed op zoals te zien hier in het zacht glooiende Noord-Franse landschap waar ik met m’n linkerarm naar buiten bungelend rondrijd.

Het zijn de slachtvelden van toen waaruit de gewassen van nu omhoog schieten, de glooiende Noord-Franse velden waar miljoenen jonge mannen, komend vanuit landen dichtbij en overver die zich sneuvelbereid en door oorlogsidioten geprogrammeerd voorgelogen lieten afslachten. De Noord-Franse velden, ze verschillen in wezen niets van Oekraïense akkers, de landerijen in Gaza, Jemen of Syrië. De leugens zijn altijd en eeuwig dezelfde, evenals de verantwoordelijke idiotenclusters.

Maar…ooit, op enig moment rijdt daar iemand nagenoeg alleen onderweg op de smalle landwegen die tussen de vruchtbare landerijen doorgolven. Ooit zal de lucht afwisselend doordrenkt zijn met geuren van zwoel gloeiende Vlierbossen, Lindebomen en Ligustergroen waarin zwak verscholen sporen verborgen zijn van een ergens verderop onzichtbare brandbult. Vruchtbare landschappen waar elk seizoen het graan weer ontkiemt, groeit, ontgroend en fris gerijpt geoogst kan worden, Un voyage fructueux

Aan de koffietafel…

Samen zitten we bij de overbuurman in de brasserie achter-aan de koffietafel, Nona en ik. Behalve haar collega’s zullen niet veel Oldambtsters haar (her)kennen – Nona Kakisina – dat, terwijl ze al 39 jaar haar handen duchtig laat wapperen in de Gemeentelijk grafische catacomben.

Haar sierlijke en kalligrafische hand-schrift tooit vele trouwboekjes en veel Oost-Groninger geboortenamen zijn door haar ambachtelijk vastgelegd. Toen ik kortgeleden voor Mecca zittend m’n softijsje weglikte zag ik haar rond het middaguur de treden voor het tegenoverliggende Stadhuis weer aftrippelen en sprak haar aan.

Zo kwam het dat we samen bij haar overbuurman in gesprek raakten, over haar werk op de Reproafdeling waar ze zich de afgelopen 35 jaar mee bezig gehouden heeft. Nona (je spreekt het uit als Nonna) werd enkele jaren nadat het gezin in 1950 vanuit de Molukken naar Nederland verhuisde in Sittard geboren. Samen met haar vader verkaste ze als jonge meid naar het Groningse Farmsum en woont nu lekker in Lopperdorp. Haar schooljaren bracht ze door in Delfzijl, deed daar op enig moment vrijwilligerswerk bij de gemeente op de drukkerij-afdeling en dat beviel zo goed dat ze daarin is blijven hangen. Toen er in Winschoten een vacature was verkaste ze daar naartoe waar ze nu sinds 1 mei 1985 aan de slag is.

Haar handschrift siert ook het trouwboekje dat nu ergens bij m’n ex als een relikwie uit vroeger jaren in de kast ligt te verstoffen, ook de naam van een van m’n kinderen staat erin vermeld. Zelf heb ik nog een door haar geschreven oorkonde als herinnering uit de tijd dat ik de Johan Poppenprijs uitgereikt gekregen heb, maar dat is al iets van jaren terug. Wat ook al jaren achter ons ligt is de Nederlandse koloniale geschiedenis, de tijd van Nederlands Indie, vandaag leren de kinderen van nu niet meer wat mijn ouders op school onderwezen werd. Die dreunden het gedwee op: Sumatra, Java, Bali, Lombok tot aan Timor toe, de Molukken maakt daar deel vanuit en daar stond de wieg van de ouders van Nona.

Ons gesprek gaat er ook voor een deel over, niet al te diepgaand en inhoudelijk, maar het verhaal en het leed van de Molukken wordt in kort bestek even aangetipt. Over de leefomstandigheden na aankomst in Nederland, Ingenieur Manusama, president in ballingschap van de RMS (Republiek der Zuid-Molukken) en de tijd van nu. De wereld is altijd en eeuwig in beweging en elke dag wordt geschiedenis geschreven. Zelf houdt Nona zich niet inhoudelijk bezig met hetgeen wat geweest is ze wandelt en fietst, en zit samen nu met mij gezellig bij de overbuurman in de brasserie achter-aan de koffietafel.

Brom-Mobielen uit het Oldambt

Zittend in de ruime showroom aan de Winschoter Zeefbaan nemen ze uitgebreid de tijd te vertellen over hun bedrijf, A.M. Mini-Cars. Omringd door een ruime keus aan keurige en kleurige Brommobielen vertellen Andre en Anita hun bedrijfsverhaal en hoe het ooit begon.

Andre, naast Amerikaans oltimerliefhebber en restaurateur in het Amsterdamse, kocht op enig moment een tweedehands brommobiel voor zijn vader. Hij bracht het ding vakkundig weer in bedrijfsklare nieuwstaat en vaderlief had er tot aan zijn levenseinde veel plezier van.

Het leerde hem direct ook wat voor ramsj & rommel doorgaans voor goed aangeboden werd en dook daarop als een heuse brommobielenfluisteraar in deze business. Naast reparatie legde hij zich ook toe op de in- en verkoop van deze mini-mobielen. Begin 2000 toog het gezin naar het Noorden en kwam aan de Nassaulaan in Heiligerlee terecht waar het mini-bedrijf steeds grotere vormen aannam om uiteindelijk in 2014 naar de Zeefbaan in Winschoten te verkassen. Zijn vrouw Anita gaf haar werk bij de ING op en zette haar werk als Hondenfluisteraar op een zacht pitje om samen met Andre en zoon Bas de toko te bestieren.

“Je kunt het een uit de hand gelopen hobby noemen” zegt Andre, “daarnaast is het ook mooi, ambachtelijk en dankbaar werk, veelzijdig ook, we repareren in principe elk merk brommobiel. Het is een steeds groter wordend marktgebied, dat voor een deel bestaat uit 70-plussers die afgekeurd zijn voor hun rijbewijs en deels ook uit mensen met een beperking. Het is een heel specifieke markt waar – vooral op het gebied van gebruikte modellen – de prijs en prestatie verhouding niet altijd in balans is. Het gebeurt geregeld dat er iemand onze hulp inroept nadat ze via internet een ‘goedkope’ deal gesloten hebben en dan blijkt dat ze een doodverklaard wrak in de maag gesplitst gekregen hebben, heel triest”.

“Mijn advies is.. blijf van deze beunmobielen af, het zijn gevaarlijke knutseldingen, vaak met rotte chassis die voor duizenden euro’s verpatst worden en die niet meer te redden zijn. Ik weet waar ik het over heb, door schaarste overstijgt de vraag vele malen het aanbod. We neuzen zelf ook het land af en pikken daarbij de krenten uit de pap en – net als voor mijn eigen vader – zorgen we ervoor dat alle brommobielen bij ons in prima conditie zijn voordat ze aangeboden worden. We hebben daarnaast ook een ruime keuze uit betrouwbare Youngtimers en nieuwe modellen, zo ook in elektrische uitvoering, dat is de nieuwste trend. Kom gerust langs op de Zeefbaan 7a om vrijblijvend te kijken, keuren en kiezen, wij hebben het beste in huis”.

Vaderlands Sneeuwwitje

“Is dat Anne Frank?” Een paar kinderen staan na afloop van de les voorovergebogen over een oud boekwerkje uit 1945 dat deel uitmaakt van een wisselende collectie authentiek leskistmateriaal dat ik meeneem bij gastlezingen die ik jaarlijks op scholen door heel Nederland geef [gaf]

Op de laatste pagina staat de foto afgedrukt van een jonge vrouw met donker haar die zo te zien in een kist ligt, toegedekt met een laken en daarbovenop een paar tulpen. “Volgens mij is dat Anne Frank” reageert een van de andere kinderen in het groepje dat om het boekje heen gegroepeerd staat terwijl een ander mij vraagt om eens te komen kijken.

Voor het overgrote deel van de Nederlandse schooljeugd is verhaal van het Duits-Joodse meisje Anne Frank een begrip en maakt het onderdeel uit van het pril aangelegde referentiekader. Als vanzelf herkennen de over het algemeen elfjarigen in veel en alles Anne of menen dat zeker te weten. Wie op die foto staat weet ik eigenlijk niet maar Anne is het zeker niet en als ik het bijschrift lees leer ik dat het moet gaan om een ‘bekende ondergrondse heldin die op de vooravond van de bevrijding van Deventer door de Nazi-beulen is gefusilleerd’. Ik zeg de kinderen toe dat ik dat probeer uit te zoeken en daarover een stukje zal schrijven op de internetpagina zodat ze dat later nog eens kunnen nakijken.

Het internet is daarbij behulpzaam en binnen een paar minuten wordt duidelijk dat het om de 19-jarige Corrie Bosch uit Deventer gaat die op de vooravond van de bevrijding van die stad om het leven gekomen is. Het verhaal achter haar dood is dat van het Twentol-drama, een tragisch verlopen verzetsactie op 10 april 1945 die het leven kostte aan zeven jonge mensen van amper 20 jaar, voor het merendeel studenten van de Koloniale Landbouwschool. Met een van hen – de 22-jarige Joost van Baalen – vormde Corrie een stelletje en met hem was ze net veertien dagen voor haar dood getrouwd.

Samen met Joost en drie anderen (Jacob Jan Bennebroek Evertsz, Henri Edwin Rudolf Oscar Engels en Marinus Woertman) werd ze na een mislukte verzetsactie opgepakt en in een speeltuintje gefusilleerd, twee anderen (Jan van Gennep Luhrs en Derk Jan Bruggeman) waren in een voorafgaand vuurgevecht om het leven gekomen. Over het Twentol-drama is digitaal van allerlei informatie voorhanden en ook in geschreven vorm vond ik nog wat aantekeningen en artikelen in mijn eigen archief. Daarin speurend werd mijn aandacht getrokken door de kanttekeningen die gemaakt werden door Geert van Zanten, een toentertijd al op leeftijd zijnde Deventenaar.

Volgens Van Zanten was er sprake van “sage- en legendevorming” waar hij zich altijd nijdig om gemaakt had. Hoe triest en treurig ook, de levens van deze jonge mensen zijn verloren gegaan en elk verloren gegaan leven is te betreuren, maar speurend in de beschikbare gegevens over de juiste toedracht van het gebeurde heeft het er alle schijn van dat hun levens onnodig zijn verspild en kwam ik net als Van Zanten tot de constatering dat er – naar ik verwacht en aanneem onbedoeld – het een en ander mankeerde aan de volledigheid van weergave. Wat vooral opviel was het ontbrekende verhaal van de Achtste Man die bij de actie betrokken was en als enige had overleefd: Geert Verhoeven.

Wie zich de moeite en tijd neemt om zich in het verhaal te verdiepen, zich daarvan een beeld te vormen zou daarna ter aanvulling de navolgende informatie eens moeten bijplaatsen.

Het knokploegje bestond uit onervaren, niet militair-strategisch geschoolde landbouwstudenten, in de leeftijd van begin twintig, nauwelijks bewapende amateurs, die op de valreep van het einde van WOII een niet realistische en in strijd met het oorlogsrecht zijnde gevechtshandeling pleegden. Met de geallieerden voor de stadsgrenzen en midden in een door de Duitse bezetter uitgeroepen Kriegszone (dus GEEN bezettingszone) – dus in een tot oorlogsgebied verklaarde zone waar conform de Conventie van Geneve het standrecht was ingevoerd – werden door burgers oorlogshandelingen uitgevoerd die onverbiddelijk finale repressailles tot gevolg moesten hebben.

Nog afgezien van het feit of de gekozen lokatie – notabene een smeeroliefabriek – wel zo juist was lag deze in het door de Duitsers gecontroleerde gebied waarin de door hen ondermijnde bruggen over de IJssel lagen. De Duitsers liepen in het industriegebied waarvan het Twentol complex deel uitmaakte, patrouilles. Tijdens een van deze patrouilles overliep een Duitse militair een van de acht daar verschanste leden in de fabriek: Gerard Verhoeven. Er brak een worsteling uit waarbij het Verhoeven lukte om de Duitse militair te overmeesteren en hem in zijn been te schieten.

Zonder overleg en medeweten van de andere leden heeft Verhoeven de gewonde soldaat op woord van eer laten vertrekken waarop niet veel later een Duitse patrouille het complex binnenviel en er een vuurgevecht ontstond waarbij twee leden van de groep om het leven kwamen, de fabriek in brand geschoten werd en de overige vijf leden gearresteerd, weggevoerd en niet veel later standrechtelijk gefusilleerd werden. Saillant detail aangaande de executie is dat de Duitse soldaat Ernst Gräwe ook doodgeschoten werd omdat hij weigerde aan de executie deel te nemen.

Verhoeven zelf ontvluchtte bij het uitbreken van het vuurgevecht de fabriek, en is tot ver in de ’70-er jaren van de vorige eeuw in het buitenland ondergedoken geweest. In het begin van de jaren ’80 hebben de samenstellers van het jubileumboek Deventer 40-45 met Verhoeven gesproken en verklaarde hij over zijn vlucht dat anderen hem aangeraden hadden ‘gewoon weg te gaan en naar het buitenland te verdwijnen’. De ongelukkige rol en het amateurisme van deze man in het bijzonder en dat van de knokploeg in zijn algemeenheid zijn zeker van grote invloed geweest bij het drama wat zich nauwelijks een uur voor de bevrijding van de stad Deventer heeft afgespeeld. Corrie Bosch haar leven, dat van haar man en de andere omgekomen jong volwassenen is onnodig geofferd, heeft geen enkele invloed gehad op de bevrijding van de stad of het land. Heldin voor Een dag was het loon van Corrie Bosch met een foto zonder naamsvermelding op de laatste pagina van een herdenkingsuitgave uit 1945.

Nee, het was Anne Frank niet en ze raakte in vergetelheid, enkel het Algemeen Dagblad van zaterdag 4 mei 2002 bracht haar nog even weer tot leven op pagina R2 waar ze haar afbeeldden als een ‘Vaderlands Sneeuwwitje’.

Memento Mori…

.. oftewel, hou er rekening mee dat je een keer de pijp aan maarten gaat geven. Memento Mori, dat is het Latijn voor ‘weet dat je moet sterven’. Dan is het tastbare en zichtbare deel hier op deze aardkloot aan zijn eind gekomen.

Dat je natijd of in stoffelijke vorm ONDER en uiteindelijk vanzelf DOOR de grond geploegd gaat worden om daar als oplosbaar mineraal de eeuwige kringloop in geroerd wordt is een natuurlijk gegeven. Steen er bovenop met naam erin gehakt, hoppa.

Misschien dat je jezelf naar wens in een giga barbecue tot as laat transformeren en jezelf dan in micro minerale toestand de aarde laat doorploegen is ook een optie. Uitstrooien op het knekel & bleekveld met een naambordje langs de kant of anders verpakt in een leuke weckpot heim ins reich behoort ook tot de mogelijkheden, maar dan verstof je rest van de tijd achter het glas en gebeurt er niks met al die herbruikbare mineralen, nix natuurlijke kringloop.

Jezelf laten oplossen in een loogbad is ook een optie en nee, daarvoor hoef je niet bij de Maffia aan te kloppen. Mevrouw de minister Kasja Ållongren, heeft als bewogen lid van de politieke partij Demonen ’66, rond 2000 besloten zich in te zetten dat uitgebluste Nederlandse levens in de toekomst alkalisch opgelost mogen gaan worden. Voor de beeldvorming zoiets als ongebluste kalkbaden omtoveren tot rijke mineraalbaden, resomeren heet dat met een leuk woord.

Dat kan natuurlijk ingedampt worden en als wit poeder, handzaam in plastic zakjes verpakt, gereed gemaakt worden voor hergebruik, niet om te snuiven, dat dan weer niet (gelukkig). Maar ook direct per tankwagen naar de fabriek voor verduurzaming, kan natuurlijk ook, de techniek staat toch voor niets. Niet als naam maar dan misschien als QR-code genoteerd en als bestanddeel vermeld in handige huishoud producten, misschien wel een als biologisch afbreekbaar product, misschien wel in een lekkere bio-vleesvervanger, wie weet?

Misschien eens over-denken wat je met jezelf als biologisch restmateriaal in de toekomst wil, misschien een testamentje maken of een aanvulling daarop? Memento Mori…

Een koffieloze Theïst

we samen van een warm drankje genieten praat Ruben ruim-uit over zaken die hem raken, interesseren en als mens bezighouden. Achterin het etablissement en voor het raam gezeten bij Brasserie ’t Stadshuys, verwarmen we ons prima aan het prille voorjaarszonnetje.

Dat hij aan de thee en ik aan de koffie nip heeft niets van doen met het feit dat hij Theïst is. Dat is van een heel andere orde, iets waar hij in ons gesprek even kort bij stilstaat en waarover hij interessant vertellen kan. Het is sowieso een goede verteller, deze 28-jarige Ruben Holtjer, een prettig persoon, ontwikkeld, intelligent, belezen en fijn in de omgang.

Als jonge knul kwam ik hem tegen bij zijn ouders in Oostwold en toentertijd viel hij al op vanwege zijn interesse in en belangstelling voor het vak geschiedenis. Dat hij binnenkort als 2e graads docent geschiedenis aan de slag gaat is voor mij dan ook geen verrassing en is in mijn ogen een aanwinst voor de leerlingen die hem als leerkracht toegewezen krijgen. Dat hij makkelijk en boeiend vertelt is daarbij zeker een pre, want geschiedenis is het ‘vertelvak’ bij uitstek. Ruben heeft dan ook veel te vertellen, is erg breed georiënteerd en het is niet moeilijk om alleen hierover een compleet boekwerk te schrijven.

De late middeleeuwen hadden al als kleuter zijn volle aandacht, pre-historie is niet zo zijn ding. Als gepassioneerd re-enactor bepantserd, draaft hij dan ook niet als holbewoner, gehuld in berevel en knots rond, maar stapt geregeld als Geus of in het uniform van de Bataafse Burgerwacht in nagespeelde veldslagen rond. In deze uitdossing kwam ik hem geregeld tegen als hij in het hoogseizoen voor wat lekkers bij Mecca binnenstapte, zoetigheid die hij deelde aan de gasten die hij rondleidt in de Bourtanger vesting. Daar treedt hij op als gids en vertelt bezoekers over de kleine vesting-synagoge. Hij is meertalig en spreekt naast uitstekend Nederlands ook vloeiend Engels en Duits met hier en daar een woordje Frans.

Hij vertoeft ook graag in Frankrijk, het liefst in de Dordogne, in het gebied waar de 100-jarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk uitgevochten werd en bezoekt daarbij de historisch belangrijke plaatsen. Ruben is geen revolutionair, heeft dan ook minder met de Franse of Russische revolutie, beschouwt zich dan ook als anti-revolutionair, ziet zichzelf als progressief conservatief en benoemt zichzelf als een Theïst “God bestaat en bemoeit zich er mee, daarvan ben ik overtuigd, ik ben geen aanhanger van de Predestinatie” zegt hij lachend als hij met een laatste slok het theeglas leegt “niet elke molecuul vibreerde zoals God het voorbestemd zou hebben. Er is een vrije wil, die we zo goed mogelijk kunnen gebruiken. Ik ben geen lidmaat van welke kerk dan ook maar ik hang de leerstelling van het Adventisme aan.”

Als religieus betrokken mens gaat hij geregeld naar congressen binnen en buiten Europa, van Finland, Italië, Letland, Duitsland tot Amerika toe. Op een van deze congressen in Finland waarbij zo’n 2.000 mensen aanwezig waren voltrok zich een meldenswaardig wapenfeit tijdens de afsluitingsceremonie. “Een vijf-tal Utrechtse deelnemers, opvallend in oranje shirts, staken provocerend en ongevraagd een LHBTQ-vlag de hoogte in. Ik heb eerst gebeden, God gevraagd wat te doen en heb toen de vlag gegrepen, ben op het podium gesprongen en daarbij en public duidelijk gemaakt dat op dit congres de Bijbelse waarden van fundamenteel belang zijn, niet de wereldse waarden, gebaseerd op lust of persoonlijke voorkeur.

“Omdat ik Theïst ben, geloof ik dat Gods Hand in de geschiedenis te zien is. Ook vandaag de dag. Toen die vlag daar zomaar gewapperd werd was ik graag de handschoen die het ding daar weghaalde. Hier had niemand om gevraagd, dus dit was een noodzakelijke en passende ingreep. Heb je zin in nog een bakje? Ik niet, ik neem thee, ik ben een koffieloze Theïst” en terwijl de bediening ons een opvolgend drankje brengt, gaat ons gesprek vlotjes verder over cultuur en civilisatie, over het tractaat van Abraham Kuyper, over de conservatieve filosoof Roger Scruton, over de Roemeens/Amerikaanse predikant Pavel Goya, een prachtig verteller die pas stopt als hij honger heeft, over het door politiek gekaapte environmentalisme en andere zaken die hem raken, interesseren en als mens bezighouden.

Lunatic!

Het is een Engelse benaming waarmee in vroeger tijden (en ook nu nog) elke Gekke Henkie, Domme Teef of Simpele Ziel van enig formaat werd aangeduid. Ze hoefden daarvoor niet eens een bewezen aangeboren achterlijkheid te hebben of geestelijk onvolwaardig te zijn, een niet gepaste of ietsiepietsie ongewenste, enge of ongewone afwijking volstond.

Het kleien en in elkaar boetseren van nieuwe menswezentjes is dan ook al eeuwenlang een vol-continue proces waarbij eerder regel dan uitzondering bijzondere uilskuikens uit de moederk(l)oek tevoorschijn kruipen. Meer dan af-en-toe ploept er iets anders dan een standaardkabouter uit de lendenen de wijde wereld in, de een wat minder goed gelukt dan de ander. Eentje van het aardig rekenkundig soort bijvoorbeeld, een negatief en positieve filosofische variant of een wezentje dat met de helm op geboren wordt om zo maar een paar te noemen.

In de regel weten ze zich in positieve en negatieve zin aan te passen aan de standaard massa die “voor hun eigen bestwil van bovenaf gestuurd en gegidst wordt om zo te voorkomen in staat te zijn zelfstandig te denken. Door hun dierlijk-natuurlijke instinct is de mens een gevaarlijk kudde-dier met verborgen irrationele krachten die als een kudde geleid moet worden”. Dat klinkt weer minder positief en prettig, maar specifiek deze giftige blabla is dan ook afkomstig uit de kronkelkoker van een van de vele smerige misbaksels die ook uitgepoept worden. Edward L. Bernays is de naam van dit stuk dodelijke nageboorte dat niet bepaald onder een gelukkig gesternte geboren is maar eerder bij volle maan naar buiten ontsnapt is. Dit soort gedrochten zou in vroeger tijden buiten maatschappij en samenleving verbannen worden om een vreedzame, vruchtbare en veilige wereldsamenleving te waarborgen.

Dit soort groezelige griezels heeft zich nu op het pluche laten zetten en koeioneren nu van hogerhand geleid de mensenkudde die niet tot nauwelijks meer weet wat het wel of niet meer weet. Ver-draaiende en kronkelende maanaanbidders, mis-plaatsende schijn-heiligen, des-kundigen die de koude en kille weer-schijn van de maan als het warme licht van de leven brengende zon laten aanbidden. Machtige Mammon prinsen die daarin ondersteund worden door alwetende Spirituele Maanprinsessen die zich door onvoldoende weten en vervormde kennis laten mis-leiden door giftige gidsen die de nachtzon heilzame krachtige energie toeschrijven. Door engelen en geesten aangezet aanbevelen door middel van meditatie zichzelf en anderen te helen, genezen, groeien en daardoor in de eigen persoonlijke kracht komen te staan maar waarmee in werkelijkheid bewust de balans verbroken wordt tussen man, vrouw samenleving en de dualiteit ontkent en verbreekt tussen zon en maan.

Neurosen, religieuze wanen, depressies, epilepsie, psychosen, slapeloosheid, onrust en slaapwandelen zijn door de tijden heen toegeschreven aan de maan, de farmaceutisch ontregelde natuurlijke vruchtbaarheid kent van oorsprong de maanstonde 28 dagen, dat wil zeggen drie dagen voor en drie dagen na volle maan. Het precieze moment van de Hadj wordt bepaald door het moment waarop de sikkel van de nieuwe maan wordt waargenomen en ook de joodse religie is net als de islam een maanreligie en is in wezen gestoeld op aanbidding van de maan. De maan heeft – naast de zon en de sterren – een niet te miskennen kracht en invloed op al het leven op aarde en het is niet voor niets dat bijvoorbeeld de Maya’s, Inka’s, Azteken, Tolteken en vele andere en ook voorgaande volkeren en beschavingen vervoegden over duizendvoudig meer weten en kennis en wisten dit ook correct te duiden.

De macht van de maan is enorm, zet oceanen in beweging geen vloed, eb of overstroming zonder de bepalende invloed van de maan. Bij een on-gunstige constellatie, met name eind februari 2024 (25/26) zou het wel eens zo kunnen zijn dat de stand van de maan in combinatie met een Noordwesterstorm samen een desastreuze mix vormt die een herhaling kunnen worden van de watersnood van 1953. “Aardgetij, atmosferische- en biometrisch getijden beïnvloeden de zandkorrelspanning, de waterspanning en de schuifspanning in een dijk. Ze kunnen er de oorzaak van zijn dat de verdedigingswerken bezwijken.” Dan is het zorg om vanuit Groningen en Friesland op tijd een uitgebreide nachtelijke Hondsrugroute te gaan rijden. Je kunt natuurlijk ook heerlijk in de sponde verblijven, hopen dat het allemaal wel niet zo’n vaart zal lopen en mee zal vallen.. je bent toch zeker niet van Lotje Getikt – Lunatic!

Handige Hendrik

Klompklossend kwam hij met zijn kameraad de Winschoter snoepwarenspeciaalzaak binnen. Niet alleen om een snoepzak vol lekkers te scheppen maar ook met de vraag of hij – Hendrik – misschien een helpend handje toe kon steken.

De nu veertienjarige Handige Hendrik, pakt graag en alles aan. Kleine klusjes opknappen, dat is wel iets voor hem, zijn handen staan als nuchtere boerenzoon niet verkeerd en hij is niet bang voor het werk. Het is vooral zijn positieve persoonlijke presentatie en instelling die Mama Mecca er toe aanzette hem de kans te geven, hij kon een keer langskomen om de 250 snoepbakken bij te vullen.

Dat deed Hendrik Schipper, zoals hij voluit heet, prima en dat met veel enthousiasme en al snel bleek dat deze Handige Hendrik veel meer in zijn mars had. Hij heeft een goed technisch inzicht, is creatief, leergierig en meer dan gemiddeld slim en heel prettig in de omgang. In het achterliggende magazijn stond nog wat houtbouw- en knutselwerk op het programma en als hij daar zin in had mocht hij komen helpen. Dat was en bleek precies een kolfje naar de hand van deze geboren Handyman en al snel stond hij met opgestroopte mouwen en een schroefboormachine in de hand mee te helpen. In zijn vrije tijd kwam hij zagen, boren, timmeren, spijkeren en schroeven en dat met een accuratesse die je bij veel volwassen Knutselklungels tevergeefs probeert te speuren.

Hendrik heeft op verschillende terreinen zijn sporen alreeds verdiend en dat belooft wat voor zijn (en misschien ook wel onze) toekomst. Direct onder de rook van Winschoten woont hij samen met zijn ouders, zussen en oma wat achteraf aan het einde van een met bomen omzoomde oprijlaan waar mestkalveren groot gebracht en politiehonden getraind worden. Van de Loopplank in Blijham schoof hij door naar het Dollard College in Winschoten waar hij als tweedejaars VWO-er aardig goed uit de verf komt. Hij heeft een uitstekend technisch inzicht, denkt logisch en vindt veel dingen uit en zet dit – bij voorkeur in hout – fysiek om tot iets tastbaars. De jonge uitvinder heeft al diverse creaties tot leven gewekt, vaak uit resthout en overig voorhanden zijnde materialen.

Een bowlingbaan, flipperkast, gokkast, PAC-mankast en diverse handige Willie-Wortel lampen kwamen al uit zijn handen tot leven terwijl hij nu met een team van zes andere Wizz-Kids aan de slag is met de realisatie van een knikkermachine. Een prestigieus innovatieproject met als einddoel niet alleen regionaal of nationaal maar uiteindelijk mondiaal als winnaar(s) uit de bus te komen. Het kan haast niet anders dan dat wij in de toekomst nog veel van deze veelzijdige Hendrik zullen zien en horen. Veelzijdig is hij dan ook zeker, zo is hij actief als keeper in zijn waterpolo-team, is hij gediplomeerd reddingszwemmer, bouwt kartonnen maquettes, steekt daarnaast graag een technisch handje toe bij het klussen aan automotoren, draait zijn hand er niet voor om de koeien naar de melkstal op te drijven en ruimt met vorken vol de mest, een veelzijdig jong talent.

Veel inwoners van Winschoten-Noord hebben hem op woensdag wel eens aan hun voordeur getroffen in verband met zijn statiegeldactie. Hij zamelt flessen in om deze zomer samen met zijn moeder naar de Efteling te kunnen gaan en daar te overnachten in het bijbehorende hotel. Niet omdat ze zo armlastig zijn maar omdat hij zijn eigen steentje hieraan met zijn flessenproject wil bijdragen. Hij vraagt om 1 statiegeld petfles of blikje per adres en heeft het zo uitgerekend dat hij met inzamelen van ca. 2.000 stuks zijn doelstelling zal bereiken. Deze Handige Hendrik heeft nog aardig wat in zijn mars, dat zal blijken, al moet hij fysiek nu nog een klein beetje oppassen. Kortgeleden was hij iets te enthousiast bij het badmintonnen en krukkelde hij tot voor kort op twee stelten rond. Vandaag kwam hij gelukkig wel weer klompklossend naar buiten en nam bovenop de stropakken even de tijd om vereeuwigd te worden.

Oost-Groninger oorlogsperikelen WOI

Op 18 augustus 1917, tijdens wat later als Eerste Wereldoorlog in de geschiedschrijving zou worden vastgelegd, vlogen twee Duitse vliegmachines door het neutrale Nederlandse luchtruim waarbij ze achtervolgd werden door luisterposten van het Nederlandse leger.

Komend van een bombardementsmissie in België vlogen ze huiswaarts langs de Nederlandse kustlijn, over de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Friesland en Groningen.

Dat zij niet in hun missie geslaagd waren, waren zij zich nog niet bewust. Door kaartlees- en navigatiefouten en plaatselijk heersende dichte bewolking waren hun 9 bommen niet in België terechtgekomen, zoals gepland maar op de Zeeuwse eilanden Goeree en Schouwen.

De Nederlandse regering was danig ontstemd over de zoveelste schending van haar luchtgrenzen en gaf opdracht de vliegtuigen naar beneden te halen zodra zich de gelegenheid daartoe voordeed. In de buurt van het Oost-Groninger stadje Winschoten – niet ver van de Duits-Nederlandse grens – werden beide vliegtuigen onder vuur genomen.

Het éne toestel – een tweedekker – landde licht beschadigd in het even verderop gelegen dorpje Blijham, het andere toestel – eveneens een tweedekker – zette zwaarder beschadigd zijn wielen wat noordelijker neer in de vette klei van de plaats Beerta. Met het einddoel haast in zicht en nog maar enkele vliegminuten verwijderd van de veilige Heimat was voor de Duitse luchtvaarders de oorlog afgelopen.

Alle vier de bemanningsleden werden gevangen genomen en kwamen voor de rest van de oorlog terecht in een krijgsgevangenkamp. De beide vliegmachines werden geconfisqueerd, opgelapt en bij de overige buitgemaakte machines gevoegd waaronder ook diverse Engelse toestellen. Met hier en daar wat opgelapte oorlogswonden kreeg Nederland hiermee op een voordelige manier aanvulling op het eigen bescheiden luchtwapen.

Al eerder, in september 1916, maakten Groningers indirect kennis met het wereldkrijgsgewoel toen een groot Duits luchtschip richting Heimat koerste en inwoners van de stad Groningen en Winschoten de luchtsigaar voorbij zagen drijven.