Met m’n linkerarm naar buiten bungelend rijd ik met een slakkengang door het zacht glooiende Noord-Franse landschap. M’n tot eenmanscamper omgebouwde 21-jarige Zwoele Franse Troela en ik zijn nagenoeg alleen onderweg op de smalle landwegen die tussen de vruchtbare landerijen doorgolven. Peinzend en in gedachten verdwaald rijd ik nergens bewust naar toe, ik geniet van mijn tour en de omringende rust.
De lucht is afwisselend doordrenkt met geuren van zwoel gloeiende Vlierbossen, Lindebomen en Ligustergroen waarin zwak verscholen sporen verborgen zijn van een ergens verderop onzichtbare brandbult. Zwaluwen voeren de wildste capriolen uit in de lucht die door krekels snerpend gevuld wordt met hun getjilp. Het zijn vruchtbare landschappen waar elk seizoen het graan weer ontkiemt, groeit, ontgroend en fris gerijpt geoogst kan worden, daar waar de grond al eeuwenlang goed gevoed wordt door de vele offers die gebracht worden.
De houtas van de verborgen brandbult bijvoorbeeld die ik rook zal de grond – zoals al eeuwenlang – verrijken met de daarin aanwezige mineralen en sporenelementen. Snoeihout met optimale sneuvelbereidheid laat zich zonder morren verassen tot levensbelangrijke macronutriënten zoals calcium, fosfor, silicium, kalium, magnesium en zwavel, maar ook micronutriënten zoals koper, zink, mangaan, chroom, molybdeen en ijzer. Houtas, ze zorgt voor betere knolvorming, bloemvorming, knopontwikkeling, kleur, bewaarbaarheid, bloei, vruchtzetting etc.
Veel planten hebben deze stoffen nodig om gezond te blijven en goed te groeien Als steeds verder van de natuur staande en eigengereide mens die het dagelijkse voer uit de lokale Aldi- en Lidlschappen grist of misschien wel bij de Appie of Jumbo zijn korf vult maakt zich vandaag de dag eerder druk over het door de politiek tot absurde en onzinnige hoogte gedemoniseerde CO2. De meeste boeren, zover ze door geld- en gewin niet van hun land- en vee vervreemd zijn weten het(deels) nog wel en handelen er nog naar, daarbij fanatiek gedwarsboomd door de Haagse Dwazen van de politiek. Maar wij, als burgermens zijn simpelweg de natuurlijke weg kwijt geraakt, de origine van ons eten vergeten, en niet alleen dat.
De enkele hobby-boer en volkstuinier weet het vaak nog wel, een rauw ei onderin het plantgat, of net zoals de Maya’s het deden een homp vette rauwe vis erbij. Geen(af-)gestorven of niet voor de slacht geschikt dier werd vroeger verspild maar werd om zijn waardevolle mineralen ondergeschoffeld. Wij mensen zijn juist afhankelijk van deze mineralen en dat in voldoende hoeveelheden en als we aan het finale einde van onze THT zijn houden we als mens uiteindelijk een beste bult (her)bruikbare mineralen over. De bodem wordt daar rijker en vruchtbaarder door en de gewassen doen het er ondubbelzinnig bewezen goed op zoals te zien hier in het zacht glooiende Noord-Franse landschap waar ik met m’n linkerarm naar buiten bungelend rondrijd.
Het zijn de slachtvelden van toen waaruit de gewassen van nu omhoog schieten, de glooiende Noord-Franse velden waar miljoenen jonge mannen, komend vanuit landen dichtbij en overver die zich sneuvelbereid en door oorlogsidioten geprogrammeerd voorgelogen lieten afslachten. De Noord-Franse velden, ze verschillen in wezen niets van Oekraïense akkers, de landerijen in Gaza, Jemen of Syrië. De leugens zijn altijd en eeuwig dezelfde, evenals de verantwoordelijke idiotenclusters.
Maar…ooit, op enig moment rijdt daar iemand nagenoeg alleen onderweg op de smalle landwegen die tussen de vruchtbare landerijen doorgolven. Ooit zal de lucht afwisselend doordrenkt zijn met geuren van zwoel gloeiende Vlierbossen, Lindebomen en Ligustergroen waarin zwak verscholen sporen verborgen zijn van een ergens verderop onzichtbare brandbult. Vruchtbare landschappen waar elk seizoen het graan weer ontkiemt, groeit, ontgroend en fris gerijpt geoogst kan worden, Un voyage fructueux