Home » Columns » Oost-Groninger oorlogsperikelen WOI

Oost-Groninger oorlogsperikelen WOI

Op 18 augustus 1917, tijdens wat later als Eerste Wereldoorlog in de geschiedschrijving zou worden vastgelegd, vlogen twee Duitse vliegmachines door het neutrale Nederlandse luchtruim waarbij ze achtervolgd werden door luisterposten van het Nederlandse leger.

Komend van een bombardementsmissie in België vlogen ze huiswaarts langs de Nederlandse kustlijn, over de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Friesland en Groningen.

Dat zij niet in hun missie geslaagd waren, waren zij zich nog niet bewust. Door kaartlees- en navigatiefouten en plaatselijk heersende dichte bewolking waren hun 9 bommen niet in België terechtgekomen, zoals gepland maar op de Zeeuwse eilanden Goeree en Schouwen.

De Nederlandse regering was danig ontstemd over de zoveelste schending van haar luchtgrenzen en gaf opdracht de vliegtuigen naar beneden te halen zodra zich de gelegenheid daartoe voordeed. In de buurt van het Oost-Groninger stadje Winschoten – niet ver van de Duits-Nederlandse grens – werden beide vliegtuigen onder vuur genomen.

Het éne toestel – een tweedekker – landde licht beschadigd in het even verderop gelegen dorpje Blijham, het andere toestel – eveneens een tweedekker – zette zwaarder beschadigd zijn wielen wat noordelijker neer in de vette klei van de plaats Beerta. Met het einddoel haast in zicht en nog maar enkele vliegminuten verwijderd van de veilige Heimat was voor de Duitse luchtvaarders de oorlog afgelopen.

Alle vier de bemanningsleden werden gevangen genomen en kwamen voor de rest van de oorlog terecht in een krijgsgevangenkamp. De beide vliegmachines werden geconfisqueerd, opgelapt en bij de overige buitgemaakte machines gevoegd waaronder ook diverse Engelse toestellen. Met hier en daar wat opgelapte oorlogswonden kreeg Nederland hiermee op een voordelige manier aanvulling op het eigen bescheiden luchtwapen.

Al eerder, in september 1916, maakten Groningers indirect kennis met het wereldkrijgsgewoel toen een groot Duits luchtschip richting Heimat koerste en inwoners van de stad Groningen en Winschoten de luchtsigaar voorbij zagen drijven.