De Glorious Revolution (in het Nederlands ook bekend als de Roemrijke omwenteling en de Glorieuze overtocht) is – zo wordt gezegd – de benaming van de machtsovername door de Nederlandse stadhouder Willem III van Oranje Nassau en zijn echtgenote Maria Stuart als koning en koningin van Engeland, Schotland en Ierland in 1688 – 1689, op uitnodiging van een aantal protestantse leiders in Londen.
Fré Morel– vasthoudend, volhardend met open geest, niet links of rechts, maar VRIJ-denkend
Een waarheid die de werkelijkheid versluierd en geweld aandoet, dat het in feite de machtige bankiers achter de schermen het spel om de macht financierden en regisseerden en met behulp van misleiding en bedrog en een Orange Puppet de macht in Engeland in handen kreeg.
De Ierse opstandelingen volgden vanaf hun (ei)land met belangstelling de ontwikkeling op het vasteland. Ierland was ruim honderd jaar daarvoor op hardhandige wijze opnieuw en steviger onder de Engelse knoet gebracht. Op verzoek van de Engelse machtselites snelde de Nederlandse stadhouder Willem III de Engelsen te hulp om hun godsdienst en hun vrijheid te redden.
Op 10 november 1688 was hij met een vloot naar Engeland overgestoken om zijn schoonvader én de toenmalige koning van Engeland – de rooms-katholieke Jacobus II – van zijn troon te stoten. For liberty and protestant religion – (voor vrijheid en protestants geloof) stond er te lezen op de prinsenvlag.
De prins liet zich onder andere vergezellen door twee van zijn twee knappe vrienden waarvan beweerd werd dat hij met hen een ongepaste (lees homoseksuele), intieme relatie zou hebben; Hans Willem von Bentinck (die later de titel Graaf van Portland kreeg) en Arnold Joost van Keppel die later met de titel van Graaf van Albemarle werd beloond. Willem zou uiteindelijk in de armen van zijn geliefde Hans Bentinck zijn laatste adem uitblazen.
De machtige financiers die enkele decennia daarvoor Oliver Cromwell aan de macht gefinancierd hadden (en waarvoor deze op voorspraak van de Portugees-Amsterdamse rabbijn Menasse ben Israel de Engelse landsgrenzen weer voor de Joden openstelde) stonden ook nu garant voor de oorlogskosten. Van Menasse ben Israel wordt overigens gezegd dat deze een bloedverwant was van Cromwell. Francisco Lopes Suasso, (alias Abraham Israel) Amsterdams bankier van Portugees-Joodse afkomst zorgde er met een krediet van twee miljoen gulden voor dat de invasie tot een succes kon uitgroeien.
Hij deed dit zonder hiervoor een kwitantie te eisen, hij investeerde in verwacht succes en mega rendement. “Als u succesvol bent zult u mij terug betalen, slaagt u niet dan ben ik de verliezer” was wat hij daarop zei. Het succes van stadhouder Willem zou een vette winst opleveren.
Dat de invasievloot richting Engeland koerste veroorzaakte een schok binnen de Nederlandse handel die ervan uitgegaan was dat de Willem III van plan was een strafexpeditie te ondernemen tegen de mens- en handel rovende Algerijnse zeerovers.
Een riskante onderneming en naar hun mening moest er naar gerekend worden dat Frankrijk op haar beurt de oorlog zou verklaren. De paniek zorgde voor grote verwarring op de beurs en was mede verantwoordelijk voor het definitief uit elkaar ploffen van de tulpen-hype.