In mei van dit jaar is het meer dan 77 jaar geleden dat Nederland met de inval van de Duitse troepen bij de Tweede Wereldoorlog betrokken raakte. Na vijf jaren bezetting was ook voor Nederland de oorlog voorbij en kon de bevolking haar wonden likken. Nu, in 2017, zijn er nauwelijks nog Nederlanders die uit eigen ervaring kunnen getuigen van die periode. Ouderen die nu de respectabele leeftijd bezitten van 80 jaar waren aan het begin van de oorlog peuters van 3 en bij afloop ervan 8 jaar oud.
Jaarlijks wordt in Nederland op 4 mei aandacht geschonken aan deze gruwelijke periode die aan zoveel mensen het leven heeft gekost. Wat steeds meer aan het collectief geheugen lijkt te ontglippen is het drama van de (meer dan een) Hongerwinter waaraan een schrikbarend groot deel van de Nederlanders blootgesteld waren. Met name de inwoners in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht werden hierdoor zwaar getroffen. De Noordelijke en Oostelijke provincies hadden niet of nauwelijks te lijden van het hongerspook en verleenden ruimhartig en voor zover mogelijk steun aan de door honger en gebrek gekwelde landgenoten Dat 3.500.000 Nederlanders hongerden, 250.000 aan hongeroedeem leden en dat vele tienduizenden kinderen, vrouwen en zwakken aan gebrek, ziekten en honger gestorven zijn is voor de meeste Nederlanders onderhand een onbekend gegeven.
De ondergrondse en illegale verzetskrant Het Parool besteedde hier in een speciaal bulletin van 30 september 1944 aandacht aan. Onder het kopje Nederland is er slechter aan toe dan Frankrijk en België meldde ze: “De correspondent van een Amerikaansch persbureau, die zich thans in Eindhoven bevindt, schrijft, dat het Nederlandsche volk in dezen oorlog meer geleden heeft dan eenig ander volk in Europa. Hij trof in ons land grootere armoede aan dan hij sinds de landing in Noord-Afrika had meegemaakt. Ook in Frankrijk en België was de toestand slecht, maar toch niet te vergelijken met de toestand hier. Er is in Nederland niet voldoende voedsel, geen kleeren (zelfs niet “zwart”), geen brandstof, geen luxe. De menschen schijnen, volgens dezen correspondent, geleefd te hebben van de voortbrengselen uit hun moestuintje.”
Hoe schrijnend de hongersnood in Nederland was werd o.a. duidelijk tijdens het Neurenberger-proces. De goed geïnformeerde Franse aanklager mr. Mournier noemde tijdens het proces in februari 1946 het getal van totaal 125.000 Nederlandse hongerwinter-doden. Arthur Seyss-Inquart, de toenmalige Rijkscommissaris van Nederland verklaarde tijdens de ochtendzitting op 10 juni 1946 als volgt: “Ik geloof dat Nederlanders eind 1944 en in 1945 in concentratiekampen en gevangenissen meer voedsel kregen dan de Nederlanders in het westen van het land, de Nederlanders leden werkelijk honger.”
Een van de duizenden Nederlandse hongerslachtoffers was het zusje van Bert van Vondel, voorzitter van St. Vredesonderwijs Nederland. Als gastdocent geeft Van Vondel al meer dan 11 jaar lang Vredesonderwijs aan o.a. kinderen van het basis en voortgezet onderwijs. Op 27 november 2013 werd op zijn initiatief door burgemeester Pieter Smit van de gemeente Oldambt officieel het – door kunstenares Erlinde Stephanus – geschilderde Hongermonument Protect Me onthuld.
Op zaterdag 29 april aanstaande geeft Van Vondel namens de stichting een lezing over oorlogen, oorzaken en aanleidingen in het algemeen. Voorafgaand en na de Tweede Wereldoorlog is het oorlogsspook nog steeds levend. Iedereen is van harte welkom van 19.00 tot 21.00 uur in Zalencentrum Lamain aan de Bosstraat 25 in Winschoten waar Van Vondel onder de titel Oorlog zonder Anne of Adolf! nader ingaat op oorlog in het algemeen. De kracht van de gedachte, de macht van de media, illusie en misleiding, het opwekken van de haat en het gebruik van oer-oude symbolen, ze komen aan bod op deze avond. De toegang is gratis en krijgt elk een kopje koffie of thee aangeboden.