In 1915 kelderde de Baralong, een gewapende Engelse hulpkruiser, de Duitse duikboten U-27 en U-41 en elimineerde conform de gegeven opdracht doelgericht de overlevende duikbootbemanningen. Hiermee schond het Britse Rijk doelbewust de door haarzelf opgestelde Declaratie van Londen (Laws of Naval War 1908-1909). De opdracht tot het plegen van oorlogsmisdaden was en is een flagrante schending van oorlogsrecht- en wetgeving.
Oorlog is misleiding en bedrog, een misdaad tegen de menselijkheid, het brengt het slechtste in de mens naar boven en geen volk, ras of religie kan zich hiervan vrijpleiten. Het verhaal achter de oorlogsmisdaad van toen is gelijk aan de misdaden die vandaag de dag en nu in Jemen, Syrië en waar ook ter wereld valselijk in naam van de vrijheid, vrede en democratie gepleegd worden.
In de vroege ochtend van 24 september 1915 werd de Engelse koopvaardijschip Urbino onderschept door de Duitse onderzeeër U-41. Met een vooraf afgegeven waarschuwingsschot voor de boeg werd de Urbino – onderweg van New York naar Hull – met vlagsignalen tot stoppen gedwongen. Conform de Cruser Rules werd een team naar het aangehouden schip gezonden om papieren en lading te controleren met als resultaat dat het het schip tot zinken gebracht zou worden. De bemanning kreeg opdracht en gelegenheid het schip door middel van de reddingboten te verlaten waarop de onderzeeër positie innam om het schip tot zinken te brengen. Nadat de scheepsbemanning zich op voldoende afstand had verwijderd werd met het dekgeschut van de U-41 de Urbino tot zinken gebracht toen iets na 9 uur ’s ochtends een snel naderend schip zichtbaar werd. Het was de onder Amerikaanse vlag varende en tot Wyandra herdoopte Baralong.
Door middel van vlagsignalen werd vanaf de U-41 aan het naderende koopvaardijschip opdracht gegeven de motoren te stoppen wat ze aanvankelijk leek te doen. Toen ze ruim binnen schootbereik was opende de Wyandra het vuur, raakte daarmee de commandotoren waarbij de aan dek zijnde bemanningsleden direct getroffen werd en de U-41 begon te zinken. De Wyandra koerste daarop over de laatste positie van de onderzeeër en wierp een dieptebom af met als gevolg dat de U-41 kort daarop half boven water achter het schip aan de oppervlakte verscheen. Na het afgeven van meerdere salvo’s en het afwerpen van twee extra dieptebommen verdween de U-41 voor altijd naar de bodem, een grote olieplas en wrakstukken aan de oppervlakte achterlatend.
Twee bemanningsleden hadden op miraculeuze wijze de ondergang overleefd, luitenant Iwan Crompton en stuurman Godou. Crompton raakte zwaargewond, Godou mankeerde nagenoeg niets. In de tijd dat de Wyandra de opvarenden van de Urbino uit de reddingsboten viste wisten Godou en Crompton zich in een van de ronddobberende lege reddingsboten van de Urbino in veiligheid te brengen. Dit bleef niet onopgemerkt met als resultaat dat de Wyandra zich op ramkoers begaf om de reddingboot te overvaren. Korporaal Fred Collins, die tijdens de ondergang van de U-27 het team leidde die de Duitse duikbootbemanning elimineerde verklaarde over de actie tegen de twee drenkelingen van de U-41: “The captain deliberately rammed the boat with the Baralong [Wyandra], chucked them back in the water. Eventually one of the blokes got back in and pulled his chum in again. Our marines and seaman cheered the German for doing that. We pulled them aboard.”
De beide overlevenden kregen een desondanks een koel ontvangst en werden opgesloten in een kleine ruimte waar gedurende de reis normaliter klein slachtvee als schapen en varkens opgesloten werd. Ook nu werd er bij de bemanning van het betrokken koopvaardijschip op aangedrongen geen woord los te laten over het tot zinken brengen van de Duitse onderzeeër. Tevergeefs, het nieuws lekte uit en zorgde de tweede actie van de Baralong voor veel ophef. Vooral onder Duitse marineofficieren was de verontwaardiging groot en werd geëist, beschuldigden hun Britse evenknieën van oorlogsmisdaden en eisten om berechting. Niet alleen in Duitsland leidde de actie tot grote verontwaardiging. Bij aanhouding van de Wyandra/ Baralong door de Duitse marine kon de bemanning er op rekenen als moordenaars terecht te worden gesteld.
Om schip en bemanning tegen wraakacties te beschermen werd ze naar de Middellandse zeegebied gezonden. Om haar identiteit verder te verhullen besloot de Britse admiraliteit de Baralong volledig uit haar registers te verwijderen en werd ze volledig geschrapt in het Lloyds Register. Daarnaast werd ze hernoemd naar haar zusterschip Manica waarbij ze ook het officiële scheepsnummer 112782 toegekend kreeg om zo haar verleden optimaal te wissen. Ook de Nicosian werd hernoemd om haar tegen eventuele represailles te beschermen en kreeg ze de naam Nevisian.
Het schip dat in oorsprong de naam Manica droeg werd in 1917 als hulpkruiser afgedankt maar kon ze door de naam truuk niet meer terugkeren onder haar oorspronkelijke naam. Het werd omgebouwd tot tanker en omgedoopt tot Huntball waarna ze onder gezag van de Anglo Saxon Petroleum Co Ltd in Honk Kong haar vaart voortzette.
Vervolg valt te lezen op Q-ship Baralong (8) – slot