In 1915 kelderde de Baralong, een gewapende Engelse hulpkruiser, de Duitse duikboten U-27 en U-41 en elimineerde conform de gegeven opdracht doelgericht de overlevende duikbootbemanningen. Hiermee schond het Britse Rijk doelbewust de door haarzelf opgestelde Declaratie van Londen (Laws of Naval War 1908-1909). De opdracht tot het plegen van oorlogsmisdaden was en is een flagrante schending van oorlogsrecht- en wetgeving.
Oorlog is misleiding en bedrog, een misdaad tegen de menselijkheid, het brengt het slechtste in de mens naar boven en geen volk, ras of religie kan zich hiervan vrijpleiten. Het verhaal achter de oorlogsmisdaad van toen is gelijk aan de misdaden die vandaag de dag en nu in Jemen, Syrië en waar ook ter wereld valselijk in naam van de vrijheid, vrede en democratie gepleegd worden.
Op donderdagochtend, 19 augustus 1915, verliet de Baralong de haven van Queenstown. Ze was onderweg naar de positie waar het passagiersschip Arabic kort tevoren getorpedeerd en ten onder gegaan was. Kapitein Godfrey Herbert had opdracht de Duitse onderzeeër die hiervoor verantwoordelijk was (U-24) onschadelijk te maken. Evenals drie maanden daarvoor met de Lusitania het geval was lag de Arabic al op de oceaanbodem. Desondanks stevende de Baralong naar de laatst opgegeven positie om halverwege haar koers aan te passen. Reden daarvoor was de pas ingezette duikbootaanval op het vrachtschip de Nicosian, enkele tientallen kilometers verwijderd. In volle vaart stevende de Baralong hierop aan en zou kort na aankomst het vrachtschip voor haar ondergang bewaren, de U-27 tot zinken brengen en de bemanning op beestachtige wijze afmaken. Daardoor verleende de Baralong zich in het bijzonder en de Q-schepen zichzelf het onzalige etiket van oorlogsmisdadigers toe.
Het verhaal achter de duikbootaanval op de Arabic, ondernomen door de U-24, is een schoolvoorbeeld van een op dat moment gewenste politiek correcte, al dan niet gekleurde propagandistische weergave. In wezen is het gelijk aan de valse en manipulatieve wijze waarop vandaag de dag de berichtgeving plaatsvindt; een incomplete voorstelling van zaken, het weglaten van gebeurtenissen en details die niet welgevallig zijn en waar nodig met leugens passend aan elkaar gelogen. Navolgend in het kort de situatie zoals deze toentertijd geschetst werd en wat in werkelijkheid plaats gevonden heeft, daarbij gebruik makend van verslagen en ooggetuigenverklaringen toentertijd van zowel Engelse, Amerikaanse als Duitse zijde. Dit alles om het optreden van de Baralong in een bredere en beter passende context te plaatsen.
Volgens opgave van Engelse zijde werd het passagiersschip Arabic zonder enige aanleiding of waarschuwing vanuit het niets aangevallen en getorpedeerd door de U-24. Het schip zonk binnen 10 minuten en het was aan het kordate optreden van kapitein William Finch te danken dat het overgrote deel van de passagiers en bemanning de aanval overleefden. De kapitein werd vooral lof toegezwaaid voor de wijze waarop hij de passagiers (zoals altijd) vooraf de nood-ontschepingsprocedure had laten doorlopen, daaraan was volgens de lofbrengers het grote aantal overlevenden te danken. Volgens opgave van Duitse zijde was het juist de offensieve actie van kapitein Finch die leidde tot de ondergang van de Arabic.
Na de torpedering van de Lusitania in mei 1915 had de Duitse regering voorzorgsmaatregelen genomen om verdere escalatie door torpedering van passagiersschepen te voorkomen. In twee opeenvolgende en voor de buitenwacht geheim gehouden instructies werden de duikbootcommandanten op 1 en 5 juni 1915 uitvoerig geïnstrueerd om uiterst zorgvuldig te werk te gaan. Passagiersschepen moesten in principe met rust gelaten worden en mochten niet zonder meer aangevallen, en enkel onder strikte voorwaarden staande gehouden worden en dan pas tot zinken gebracht worden als de veiligheid van de opvarenden gegarandeerd was en zij van voldoende proviand en verdere verzorging verzekerd waren. Veel passagiersschepen ontliepen op deze manier en zonder het te weten meer dan eens het lot dat de Lusitania ondergaan had. Ook commandant Rudolf Schneider van de U-24 verklaarde meerdere keren passagiersschepen ongemoeid te hebben gelaten. Ook toen de Arabic in zicht kwam wendde hij zijn steven om buiten haar koers te blijven totdat hij tot de overtuiging raakte dat de Arabic een ramkoers inzette waarop hij bevel gaf het schip onder vuur te nemen waarna het zonk.
Wat buiten de aandacht gehouden werd maar zeer zeker onderdeel uitmaakte van de ondergang van de Arabic was het navolgende. Op woensdagmiddag rond twee uur in de middag verliet het vrachtschip SS Dunsley op 18 augustus 1915 de haven van Liverpool en was onderweg naar Boston. Tot donderdagochtend 19 augustus was de vaart voorspoedig verlopen tot ze rond 06.00 uur in het vizier kwam van de U-24. Deze vuurde een waarschuwingsschot af en gaf conform de internationaal overeengekomen Cruiser Rules opdracht het schip stil te leggen. Kapitein Philip Arkley negeerde echter het bevel en probeerde de Dunsley op volle kracht buiten bereik van de U-24 te brengen die daarop het schip met haar dekgeschut gericht onder vuur nam. Na enkele treffers werd de brug van het schip geraakt waarbij enkele bemanningsleden omkwamen. Nogmaals werd vanaf de U-24 middels seinen opdracht gegeven het schip onmiddellijk te verlaten. Daarop besloot kapitein Arkley het schip stil te leggen en stapte de bemanning over in twee neergelaten reddingsboten. Nadat nagevraagd was of alle opvarenden van boord waren kreeg Arkley het bevel zich snel van het schip te verwijderen waarna de U-24 met haar dekgeschut het schip verder onder vuur nam. Na enkele voltreffers boven en onder de waterlijn helde het schip met de boeg voorover in het water en was zinkende. Aangezien de U-24 geen gebruik maakte van haar torpedo’s maar haar vernietigingswerk verrichte met haar dekgeschut voer ze aan de oppervlakte en cirkelde ze rond haar prooi toen tegen 08.00 uur een groot schip opdoemde. Het was de Arabic die de Dunsley had opgemerkt en terwijl kapitein Finch de positie van het zinkende schip door liet seinen verlegde hij zijn koers hier naartoe.
Vrijwel alle opvarenden stonden aan dek en hadden hun aandacht bij de ondergang van de Dunsley terwijl de Arabic in een zigzagkoers op het schip toe voer. Finch volgde daarbij dezelfde instructies die kort tevoren ook de Lusitania gegeven waren. Instructies die strijdig waren met de gangbare Cruiser Rules en die ervoor zorgden dat kapitein Dow voor de laatste afvaart bedankte. Daarbij voerde het schip geen vlag of andere herkenbare (neutraliteits) tekens. De U-24 was op het moment dat de Arabic zijn koers verlegde nog steeds aan de oppervlakte terwijl haar periscoop ter herkenning enigszins omhoog stond. Nadat de Arabic opnieuw haar koers wijzigde en daarmee in rechte lijn op de U-24 afstevende was kapitein Schneider ervan overtuigd geramd te worden. De Arabic moest de U-24 zeker gezien hebben in de tijd dat de U-24 nog aan de oppervlakte voer.
Enkele dagen hieraan voorafgaand was de U-24 aan meerdere pogingen haar te kelderen ontsnapt. Eerst hadden zowel het jacht Valiant II alsook de trawler Majestic haar proberen te rammen en was ze onder vuur genomen door het bewapende lijnschip City of Exeter. Overtuigd dat de Arabic op ramkoers was gaf hij bevel te duiken en een torpedo af te schieten. De ondergang van het passagiersschip was hiervan het resultaat en terwijl veel van de opvarenden van de Arabic de torpedo op zich zagen afkomen en de ontploffing hoorden en voelden zonk het schip tegen 09.25 uur naar de diepte. Dat de ontscheping van de Arabic zo voorspoedig en vlot verlopen was had alles te maken dat vrijwel iedereen al aan dek stond en snel in de reddingsboten geëvacueerd konden worden. In tussentijd snelde de Baralong naar de opgegeven positie van de door de U-27 bedreigde Nicosian waar ze niet veel later ter plekke kwam.
Vervolg valt te lezen op Q-ship Baralong (4)