we samen van een warm drankje genieten praat Ruben ruim-uit over zaken die hem raken, interesseren en als mens bezighouden. Achterin het etablissement en voor het raam gezeten bij Brasserie ’t Stadshuys, verwarmen we ons prima aan het prille voorjaarszonnetje.
Dat hij aan de thee en ik aan de koffie nip heeft niets van doen met het feit dat hij Theïst is. Dat is van een heel andere orde, iets waar hij in ons gesprek even kort bij stilstaat en waarover hij interessant vertellen kan. Het is sowieso een goede verteller, deze 28-jarige Ruben Holtjer, een prettig persoon, ontwikkeld, intelligent, belezen en fijn in de omgang.
Als jonge knul kwam ik hem tegen bij zijn ouders in Oostwold en toentertijd viel hij al op vanwege zijn interesse in en belangstelling voor het vak geschiedenis. Dat hij binnenkort als 2e graads docent geschiedenis aan de slag gaat is voor mij dan ook geen verrassing en is in mijn ogen een aanwinst voor de leerlingen die hem als leerkracht toegewezen krijgen. Dat hij makkelijk en boeiend vertelt is daarbij zeker een pre, want geschiedenis is het ‘vertelvak’ bij uitstek. Ruben heeft dan ook veel te vertellen, is erg breed georiënteerd en het is niet moeilijk om alleen hierover een compleet boekwerk te schrijven.
De late middeleeuwen hadden al als kleuter zijn volle aandacht, pre-historie is niet zo zijn ding. Als gepassioneerd re-enactor bepantserd, draaft hij dan ook niet als holbewoner, gehuld in berevel en knots rond, maar stapt geregeld als Geus of in het uniform van de Bataafse Burgerwacht in nagespeelde veldslagen rond. In deze uitdossing kwam ik hem geregeld tegen als hij in het hoogseizoen voor wat lekkers bij Mecca binnenstapte, zoetigheid die hij deelde aan de gasten die hij rondleidt in de Bourtanger vesting. Daar treedt hij op als gids en vertelt bezoekers over de kleine vesting-synagoge. Hij is meertalig en spreekt naast uitstekend Nederlands ook vloeiend Engels en Duits met hier en daar een woordje Frans.
Hij vertoeft ook graag in Frankrijk, het liefst in de Dordogne, in het gebied waar de 100-jarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk uitgevochten werd en bezoekt daarbij de historisch belangrijke plaatsen. Ruben is geen revolutionair, heeft dan ook minder met de Franse of Russische revolutie, beschouwt zich dan ook als anti-revolutionair, ziet zichzelf als progressief conservatief en benoemt zichzelf als een Theïst “God bestaat en bemoeit zich er mee, daarvan ben ik overtuigd, ik ben geen aanhanger van de Predestinatie” zegt hij lachend als hij met een laatste slok het theeglas leegt “niet elke molecuul vibreerde zoals God het voorbestemd zou hebben. Er is een vrije wil, die we zo goed mogelijk kunnen gebruiken. Ik ben geen lidmaat van welke kerk dan ook maar ik hang de leerstelling van het Adventisme aan.”
Als religieus betrokken mens gaat hij geregeld naar congressen binnen en buiten Europa, van Finland, Italië, Letland, Duitsland tot Amerika toe. Op een van deze congressen in Finland waarbij zo’n 2.000 mensen aanwezig waren voltrok zich een meldenswaardig wapenfeit tijdens de afsluitingsceremonie. “Een vijf-tal Utrechtse deelnemers, opvallend in oranje shirts, staken provocerend en ongevraagd een LHBTQ-vlag de hoogte in. Ik heb eerst gebeden, God gevraagd wat te doen en heb toen de vlag gegrepen, ben op het podium gesprongen en daarbij en public duidelijk gemaakt dat op dit congres de Bijbelse waarden van fundamenteel belang zijn, niet de wereldse waarden, gebaseerd op lust of persoonlijke voorkeur.
“Omdat ik Theïst ben, geloof ik dat Gods Hand in de geschiedenis te zien is. Ook vandaag de dag. Toen die vlag daar zomaar gewapperd werd was ik graag de handschoen die het ding daar weghaalde. Hier had niemand om gevraagd, dus dit was een noodzakelijke en passende ingreep. Heb je zin in nog een bakje? Ik niet, ik neem thee, ik ben een koffieloze Theïst” en terwijl de bediening ons een opvolgend drankje brengt, gaat ons gesprek vlotjes verder over cultuur en civilisatie, over het tractaat van Abraham Kuyper, over de conservatieve filosoof Roger Scruton, over de Roemeens/Amerikaanse predikant Pavel Goya, een prachtig verteller die pas stopt als hij honger heeft, over het door politiek gekaapte environmentalisme en andere zaken die hem raken, interesseren en als mens bezighouden.