“Is dat Anne Frank?” Een paar kinderen staan na afloop van de les voorovergebogen over een oud boekwerkje uit 1945 dat deel uitmaakt van een wisselende collectie authentiek leskistmateriaal dat ik meeneem bij gastlezingen die ik jaarlijks op scholen door heel Nederland geef [gaf]
Op de laatste pagina staat de foto afgedrukt van een jonge vrouw met donker haar die zo te zien in een kist ligt, toegedekt met een laken en daarbovenop een paar tulpen. “Volgens mij is dat Anne Frank” reageert een van de andere kinderen in het groepje dat om het boekje heen gegroepeerd staat terwijl een ander mij vraagt om eens te komen kijken.
Voor het overgrote deel van de Nederlandse schooljeugd is verhaal van het Duits-Joodse meisje Anne Frank een begrip en maakt het onderdeel uit van het pril aangelegde referentiekader. Als vanzelf herkennen de over het algemeen elfjarigen in veel en alles Anne of menen dat zeker te weten. Wie op die foto staat weet ik eigenlijk niet maar Anne is het zeker niet en als ik het bijschrift lees leer ik dat het moet gaan om een ‘bekende ondergrondse heldin die op de vooravond van de bevrijding van Deventer door de Nazi-beulen is gefusilleerd’. Ik zeg de kinderen toe dat ik dat probeer uit te zoeken en daarover een stukje zal schrijven op de internetpagina zodat ze dat later nog eens kunnen nakijken.
Het internet is daarbij behulpzaam en binnen een paar minuten wordt duidelijk dat het om de 19-jarige Corrie Bosch uit Deventer gaat die op de vooravond van de bevrijding van die stad om het leven gekomen is. Het verhaal achter haar dood is dat van het Twentol-drama, een tragisch verlopen verzetsactie op 10 april 1945 die het leven kostte aan zeven jonge mensen van amper 20 jaar, voor het merendeel studenten van de Koloniale Landbouwschool. Met een van hen – de 22-jarige Joost van Baalen – vormde Corrie een stelletje en met hem was ze net veertien dagen voor haar dood getrouwd.
Samen met Joost en drie anderen (Jacob Jan Bennebroek Evertsz, Henri Edwin Rudolf Oscar Engels en Marinus Woertman) werd ze na een mislukte verzetsactie opgepakt en in een speeltuintje gefusilleerd, twee anderen (Jan van Gennep Luhrs en Derk Jan Bruggeman) waren in een voorafgaand vuurgevecht om het leven gekomen. Over het Twentol-drama is digitaal van allerlei informatie voorhanden en ook in geschreven vorm vond ik nog wat aantekeningen en artikelen in mijn eigen archief. Daarin speurend werd mijn aandacht getrokken door de kanttekeningen die gemaakt werden door Geert van Zanten, een toentertijd al op leeftijd zijnde Deventenaar.
Volgens Van Zanten was er sprake van “sage- en legendevorming” waar hij zich altijd nijdig om gemaakt had. Hoe triest en treurig ook, de levens van deze jonge mensen zijn verloren gegaan en elk verloren gegaan leven is te betreuren, maar speurend in de beschikbare gegevens over de juiste toedracht van het gebeurde heeft het er alle schijn van dat hun levens onnodig zijn verspild en kwam ik net als Van Zanten tot de constatering dat er – naar ik verwacht en aanneem onbedoeld – het een en ander mankeerde aan de volledigheid van weergave. Wat vooral opviel was het ontbrekende verhaal van de Achtste Man die bij de actie betrokken was en als enige had overleefd: Geert Verhoeven.
Wie zich de moeite en tijd neemt om zich in het verhaal te verdiepen, zich daarvan een beeld te vormen zou daarna ter aanvulling de navolgende informatie eens moeten bijplaatsen.
Het knokploegje bestond uit onervaren, niet militair-strategisch geschoolde landbouwstudenten, in de leeftijd van begin twintig, nauwelijks bewapende amateurs, die op de valreep van het einde van WOII een niet realistische en in strijd met het oorlogsrecht zijnde gevechtshandeling pleegden. Met de geallieerden voor de stadsgrenzen en midden in een door de Duitse bezetter uitgeroepen Kriegszone (dus GEEN bezettingszone) – dus in een tot oorlogsgebied verklaarde zone waar conform de Conventie van Geneve het standrecht was ingevoerd – werden door burgers oorlogshandelingen uitgevoerd die onverbiddelijk finale repressailles tot gevolg moesten hebben.
Nog afgezien van het feit of de gekozen lokatie – notabene een smeeroliefabriek – wel zo juist was lag deze in het door de Duitsers gecontroleerde gebied waarin de door hen ondermijnde bruggen over de IJssel lagen. De Duitsers liepen in het industriegebied waarvan het Twentol complex deel uitmaakte, patrouilles. Tijdens een van deze patrouilles overliep een Duitse militair een van de acht daar verschanste leden in de fabriek: Gerard Verhoeven. Er brak een worsteling uit waarbij het Verhoeven lukte om de Duitse militair te overmeesteren en hem in zijn been te schieten.
Zonder overleg en medeweten van de andere leden heeft Verhoeven de gewonde soldaat op woord van eer laten vertrekken waarop niet veel later een Duitse patrouille het complex binnenviel en er een vuurgevecht ontstond waarbij twee leden van de groep om het leven kwamen, de fabriek in brand geschoten werd en de overige vijf leden gearresteerd, weggevoerd en niet veel later standrechtelijk gefusilleerd werden. Saillant detail aangaande de executie is dat de Duitse soldaat Ernst Gräwe ook doodgeschoten werd omdat hij weigerde aan de executie deel te nemen.
Verhoeven zelf ontvluchtte bij het uitbreken van het vuurgevecht de fabriek, en is tot ver in de ’70-er jaren van de vorige eeuw in het buitenland ondergedoken geweest. In het begin van de jaren ’80 hebben de samenstellers van het jubileumboek Deventer 40-45 met Verhoeven gesproken en verklaarde hij over zijn vlucht dat anderen hem aangeraden hadden ‘gewoon weg te gaan en naar het buitenland te verdwijnen’. De ongelukkige rol en het amateurisme van deze man in het bijzonder en dat van de knokploeg in zijn algemeenheid zijn zeker van grote invloed geweest bij het drama wat zich nauwelijks een uur voor de bevrijding van de stad Deventer heeft afgespeeld. Corrie Bosch haar leven, dat van haar man en de andere omgekomen jong volwassenen is onnodig geofferd, heeft geen enkele invloed gehad op de bevrijding van de stad of het land. Heldin voor Een dag was het loon van Corrie Bosch met een foto zonder naamsvermelding op de laatste pagina van een herdenkingsuitgave uit 1945.
Nee, het was Anne Frank niet en ze raakte in vergetelheid, enkel het Algemeen Dagblad van zaterdag 4 mei 2002 bracht haar nog even weer tot leven op pagina R2 waar ze haar afbeeldden als een ‘Vaderlands Sneeuwwitje’.