Tot aan de Tweede Wereldoorlog aan toe waren Frankrijk en Engeland al eeuwen in een constante concurrentiestrijd verwikkelt, een strijd om de heerschappij waarin ontelbare oorlogen gevoerd werden tegen zich verzettende landen of volkeren. Zo was Engeland in de regeringsperiode van koningin Victoria (1837-1901) in een groot aantal koloniale & veroveringsoorlogen betrokken waarbij de grootste oorlogsvloot ter wereld de nationale belangen overzee op een massief gewelddadige wijze beschermde.
Sinds de veldslag bij Waterloo in 1815 waar Wellington voor Engeland de overwinning behaalde tot aan het moment dat de Eerste Wereldoorlog in 1914 zou ontbranden zouden Engelse legers van de tussenliggende 100 jaar slechts 15 niet verwikkeld zijn in bloedige en wereldwijde oorlogen om het Empire te versterken en uit te breiden. Engelse troepen brachten ten koste van miljoenen mensenlevens over de hele wereld vrede, veiligheid en democratie waaraan men heel sarcastisch het label ‘Pax-Britannica’ (Wereldvrede onder Engelse superioriteit) bevestigde. Dat het Engelse volk daardoor per definitie als een puur oorlogszuchtig, genetisch gedegenereerd dadervolk van verkrachters en moordenaars moet worden beschouwd is een foute conclusie. Wat wél duidelijk is, is dat mensen misleid kunnen worden en zich als verkrachters en moordenaars kunnen gedragen, mits de juiste parameters geactiveerd worden.
Engeland stond zoals gezegd niet alleen in haar edele streven naar haar wijze van wereldvrede. Ook Frankrijk meende de wereld te moeten dienen door haar een Wereldvrede onder Franse superioriteit te moeten opleggen. In vergelijking met Engeland en andere grote machten moest Frankrijk worden beschouwd als de meest oorlogszuchtigste natie. “no other country has been so extensively engaged in war as had France; she enjoys the gloomy distinction of being the most warlike of the nations..” (geen enkel ander land was zo extreem bij oorlog betrokken als Frankrijk; zij verdient daarvoor de droefgeestige onderscheiding van meest oorlogszuchtige van alle naties). Sinds 1614 was Frankrijk bijna onophoudelijk op oorlogspad en “France has in these three centuries passed through 148 years of war and 152 years of peace”. (Frankrijk kende in deze drie eeuwen 148 oorlogsjaren tegenover 152 vredesjaren) In de zeventiende eeuw kende ze 64 oorlogsjaren, de achttiende eeuw 52. De negentiende eeuw zou ze afsluiten met 32 oorlogsjaren en in de twintigste eeuw zou ze in 1914 het eerste oorlogsjaar bij gaan schrijven. Tot en met haar militaire avontuur van 1870/1871 zou ze 87 elkaar deels overlappende oorlogen voeren met in totaal 483 oorlogsjaren. “We may say then that France has had an active part in two-third of all the militairy events that have agitated Europe since the sixteenth century.” (wij kunnen vaststellen dat Frankrijk een actief aandeel heeft gehad in twee derde van alle militaire conflicten die zich in Europa afgespeeld hebben sinds de zestiende eeuw).
Miljoenen van haar eigen burgers én burgers van de opposerende landen de dood injagend was Frankrijk verantwoordelijk voor maar liefst 63,5% van alle moordpartijen ter land en ter zee, koloniale oorlogen niet meegerekend. Moordpartijen waarbij niet alleen de tot het soldatenbestaan veroordeelde burgers omkwamen, maar óók ontelbare slachtoffers te betreuren vielen door besmettelijke ziektes, epidemieën, uitputting en verhongering. Ook hieruit is niet de gevolgtrekking te herleiden dat het Franse volk als een oorlogszuchtig, genetisch gedegenereerd ‘dadervolk’ van verkrachters en moordenaars beschouwd moet worden. Ook hier geldt dat mensen gemanipuleerd kunnen worden en zich als verkrachters en moordenaars kunnen gedragen, mits de juiste parameters geactiveerd worden.
‘Wereldvrede’ – al dan niet onder onder Engelse of Franse superioriteit – is niet het resultaat van het toevallig samenlopen van omstandigheden, maar is dat het bloedige resultaat van een zorgvuldig opgezet generaties overstijgend scenario. Vooral het feit dat er sprake is van een generaties overstijgend scenario is een gegeven dat het normale menselijke bevattingsvermogen overstijgt. De gemiddelde mens is een vredelievend mens en is gewend om in jaren te denken. Hij wil overzicht houden over zijn eigen (levens-) doelen en stelt zich geen doelen die niet binnen de eigen leef-tijd te realiseren zijn. Voor lokale, provinciale, landelijke (etc.) overheden is het denken in andere en langere termijn een noodzakelijk gegeven.
Voor Imperia of Wereldrijken is het vooruitdenken met honderden jaren echter geen uitzondering maar eerder regel, zo ook voor de, grotendeels onzichtbare, grenzeloos opererende Economische grootmachten en financiële Heersers. Zij bepalen en schrijven het ingewikkelde en belangenverstrengelde scenario voor het Wereldtoneel en weten door gebruik te maken van elke menselijke zwakheid en onvolkomenheid de mensheid te misleiden om zich – als het nodig geacht wordt – als schapen naar de slachtbank te laten leiden.
De geschiedenis bewijst dat de macht van het woord, de macht van het geld en de macht van het wapen – die berust bij een relatief kleine machtselite – de middelen zijn waarmee moeiteloos gemanipuleerd, gelogen en bedrogen wordt. Oorlog is niets anders dan Misleiding en Bedrog!