Voor velen is de Eerste Wereldoorlog een nagenoeg vergeten oorlog, een oorlog die nauwelijks in de schaduw staan kan van een oorlog die nagenoeg alle aandacht naar zich toetrekt, de Tweede Wereldoorlog. Heel opmerkelijk! Zonder de aanleidingen en oorzaken van deze oorlog helder te hebben, maar meer nog de afhandeling en af-making ervan zou een een voortzetting in een Tweede Wereldoorlog nagenoeg onvoorstelbaar zijn geweest.
Een heel dodelijk, en giftig hangijzer in de voortzetting en het opnieuw uitbarsten van de volkerenmoord zijn de bepalingen geweest die de overwinnaars de overwonnenen hebben opgelegd in het – foutief als ‘verdrag’ betitelde ‘ – Verdrag van Versailles’. In wezen was van een ‘verdrag’ geen sprake, dat is immers een overeenkomst in overeenstemming en aangegaan door alle partijen en daar was geen sprake van. Duitsland had geen enkele stem in het kapittel en kreeg slechts kort tevoren het verdrag als onveranderbaar opgelegd eisenpakket ter ondertekening voorgelegd. Een on-rechtvaardig verdrag dat eerder de betiteling dictaat verdiende. Een verdrag waarover veel, en in het bijzonder ook afwijzend is geschreven en waar – objectief bekeken – over de volle breedte en terecht al voor de ondertekening veel kanttekeningen geplaatst werden. Voor veel politici en militairen was dit verdrag een van de grootste missers in de geschiedenis en zou de opkomst van het Nationaal Socialisme hieraan mede te wijten zijn.
Een van de criticasters van dit verdrag was de Engelse ambassadeur in Duitsland Sir Nevile Henderson. In zijn in 1942 uitgebrachte essay “Herinneringen van een diplomaat 1889-1942” schreef deze diplomaat dat “er een grote, ja zelfs cardinale leemte in het Verdrag van Versailles (zit). Dit bevatte geen bepaling, dat na een bepaalde periode (b.v. drie of vijf jaar) zou worden nagegaan, of het, waar nodig door onderhandeling, moest worden herzien. Het zou dwaas zijn, als het komende vredesverdrag niet zulk een bepaling zou bevatten.”
“In Versailles had men het oude Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk zorgvuldig ontleed volgens de principes van de zelfbeschikking en de nationaliteit, maar te zelfder tijd had men een microcosmos ervan, Tsjecho-Slowakije geheten, in het leven geroepen met volkomen verwaarlozing van dezelfde principes om een soort bufferstaat voor Duitsland te vormen. Het had 15 millioen bewoners, daarvan was ongeveer de helft, tussen de 7 en 8 millioen Tsjechen, meer dan 2 millioen waren Slowaken, bijna 3,5 millioen Sudeten-Duitsers, ongeveer 1,5 millioen Hongaren en de rest Polen, Roetheniers en Joden.”
“Aan anderen werd toegekend wat aan Duitsland onderzegd werd toen in 1919 zowel de Oostenrijkers als de Sudeten-Duitsers om aansluiting bij het Rijk vroegen. Bovendien wilde het geval, dat meer dan 2 millioen van de Sudeten-Duitsers niet binnen Bohemen woonden, doch vlak aan de grens in de bergdistricten. Het was een van de grote, kapitale fouten van het vredesverdrag van Versailles.”