Oorlogen zijn gruwelijke mensenslachtingen die welbewust, opzettelijk en doelgericht opgezet zijn. Het is een niet aflatende strijd om absolute macht, economische macht. Een continue gevecht waarbij geen middel onbenut blijft, militaire & economische vernietiging van elke vorm van verzet. Door geconditioneerd denken worden het vernietigingsapparaat geraffineerd gecreëerd en in scene gezet, de vijand(en) bepaald en de strijd voorbereid, al eeuwenlang en doelbewust. Niet door de (wereld)burgers, die hebben geen enkele aanleiding of reden om een continent, cultuur, religie, ras of beschaving weg te vagen of te onderwerpen. Toch laten zij zich telkens weer mis-leiden, voorliegen, bedriegen, aanzetten tot haat en vernietiging door de meesters van de dood. Het meest dodelijke wapen is het menselijk brein en bewustzijn, de opmars naar alles begint in het menselijk hoofd.
West – en Oost Europa staan letterlijk op de rand van een alles vernietigende oorlog met Rusland. Legereenheden van vele Europese landen, samen met Amerikaanse troepen ‘oefenen voor oorlog’ .. monkey see, monkey do!
Het creëren van illusies – Misleiding & Bedrog
(Fre Morel – Oorlog is Misleiding en Bedrog/Uitgeverij Papieren Tijger, ISBN 978 906 728 275 8)
Het maken van propaganda draait in feite om het creëren van herinneringen en illusies. Alle menselijke kennis bestaat uit herinnering, alle herinneringen samen zijn een optelsom van de menselijke kennis. Het complete denken, doen, handelen, de daaruit ontleende identiteit en het menselijk bewustzijn worden bepaald door herinneringen: “Mensen zijn hun herinneringen.” Kennis bestaat eenvoudigweg uit herinneringen die worden gebruikt om nieuwe dingen te interpreteren en te leren. Leren is in wezen een kwestie van het creëren van herinneringen en door hierop de aandacht te vestigen kunnen deze worden gevormd. Propaganda is dan ook hoofdzakelijk gericht op het creëren van herinneringen. Het menselijk bewustzijn is een creatie, elk bewustzijn is een op basis van herinneringen gecreëerd ‘zijn’, onverschillig welk etiket er op geplakt wordt: ‘Vals’ of ‘Goed’. Dat er een ‘menselijke vrije wil’ bestaat zoals altijd aangenomen werd is volgens de aan de universiteit van Tilburg verbonden wetenschapsfilosoof H.C.D.G. (Herman) de Regt erg discutabel. In november 2009 liet hij in een interview weten dat het meest recente onderzoek als resultaat had “dat die weleens niet zou kunnen bestaan. Dat zet natuurlijk ons hele wereldbeeld op de kop want we zijn vooral gewend te denken dat we autonome mensen zijn. Ons hele rechtssysteem kan dan weleens op een fout idee blijken te berusten. Het is nu gebaseerd op de gedachte dat je mensen ter verantwoording kunt roepen.” Ook volgens Prof. Dr. Victor Lamme, hoogleraar cognitieve neurowetenschap aan de universiteit van Amsterdam, bestaat er niet zoiets als een menselijke vrije wil. De titel van zijn in 2010 gepubliceerde boek ‘De vrije wil bestaat niet’ spreekt in dit geval boekdelen.
Hoogleraar psychologie Ap Oosterhuis gaat in zijn boek ‘Het slimme onbewuste’ verder in op de ‘illusie van de vrije wil’ en dat daarop veel valt af te dingen. Oosterhuis stelt dat het ‘onbewuste’ bepalend is voor het ‘bewuste’, voor ons ‘zijn’. “Mensen nemen een beslissing of hebben een mening op basis van onbewuste redenen”, is de stelling van Oosterhuis die stelt dat het “onbewuste bestaat uit alle psychologische processen waarvan we ons niet bewust zijn, maar die ons gedrag (of ons denken, of onze emoties) wel beïnvloeden.” Ook Bob de Graaff, Nederlands professor terrorisme aan de universiteit van Leiden onderschreef dit in zijn op 22 januari 2008 gehouden oratie “veel gedragingen komen onbewust en op emotionele gronden tot stand. En dat geldt in het bijzonder voor politiek geweld.” Het menselijk gedrag, denken en emoties is manipulatief door het onbewuste te manipuleren, in wezen niets nieuws. Met deze ‘tak van sport’ hield zich illusionist Edward L. Bernays actief bezig “our minds are molded, our tastes formed, our ideas suggested….” Oosterhuis schrijft in zijn eerder genoemde boek over de invloed van het onbewuste: “sommige psychologen hebben wel eens geopperd dat ons bewustzijn slechts een rol speelt bij 1 procent van ons gedrag. Die andere 99 procent is onbewust.” Al of niet beïnvloeding van het onbewuste is dus van vitaal belang voor de mens, een stelling die door Sigmund Freud onderschreven zou kunnen worden aangezien hij van mening was dat alle vitale (bewuste) beslissingen voortkomen uit het onbewuste.
Uit onderzoeken, uitgevoerd door toonaangevende geheugenexperts, is vast komen te staan dat het menselijk geheugen vrij eenvoudig kan worden gemanipuleerd met volledig gedetailleerde pseudo-herinneringen als resultaat. Wat opvallend is, is dat vooral kinderen bevattelijk zijn voor geheugenmanipulatie, zij zijn ruim twee keer gevoeliger (52%) dan volwassenen (20%) en dan met name voor ‘prominente en hoog emotionele gebeurtenissen die in feite helemaal niet bestaan’. Die scoren hoog in de geheugen-manipulatietesten. Ook Oosterhuis maakt in zijn eerder genoemde boek melding dat in tests de proefpersonen veel gevoeliger zijn voor negatieve dan voor positieve informatie. Een meerjarig onderzoek dat uitgevoerd werd door ontwikkelingspsychologe Dr. Eveline Crone toonde aan dat door onvoltooide hersenontwikkeling van de voorste hersenen (de prefrontale cortex) kinderen erg gevoelig zijn voor emotionele prikkels. Behalve allerlei denktaken regelen de prefrontale cortex onder andere ook onze emoties, de cognitieve controle en het emotieregulerende systeem. Bij kinderen zorgt onvolgroeide hersenontwikkeling voor een onvolledig beoordelingsvermogen; zij kunnen door gerichte manipulatie tot een beslissing ‘gedwongen’ worden. Volwassenen zijn eveneens vatbaar voor manipulatie als aan bepaalde factoren voldaan wordt. Angst, stress, fantasie maar vooral emotionele en geestelijke (in-)stabiliteit, dromen en verhalen van anderen spelen een rol in de vorming van (pseudo-)herinneringen. Opmerkelijk detail was dat in tests veel proefpersonen weigerden de gecreëerde herinneringen af te zweren, ‘herinneringen aan gebeurtenissen die nooit hebben plaatsgevonden’; zij bleven vasthouden aan de bij hun gevormde eigen waarheid.
Naast het creëren van pseudoherinnering bestaan er tal van andere aandoeningen, zoals bijvoorbeeld pseudologicafantastica, die het menselijk geheugen tot een uiterst onbetrouwbaar en manipuleerbaar iets reduceren. De Nederlandse rechtspsycholoog Hans Crombach toonde in een eigen onderzoek aan hoe onbetrouwbaar de menselijke waarneming is. In een test verklaarden 66% van de mensen dat zij zich situaties konden herinneren die totaal niet hadden plaatsgevonden, ze lieten zich hierin beïnvloeden door de suggestie dat de situatie zich wel voorgedaan had. Door suggestieve manipulatie kan men het onbetrouwbare geheugen alles laten geloven. Zonder enig (materieel) bewijs zijn mensen in staat te geloven in elke waarheid en als hen “voorgehouden kan worden dat een ‘nobel oogmerk’ wordt nagestreefd is men bereid om bijna alles te doen”, alsdus Hans Crombach in een interview in 2005. Crombach is o.a. bekend geworden om zijn spraakmakende publicaties, zoals het boek ‘Hervonden Herinneringen’ waarin hij de vloer aanveegde met de hardnekkig terugkerende verhalen over ritueel kindermisbruik en ‘Dubieuze Zaken’, waarin hij met zijn co-auteurs een boekje opendeed over de ondeugdelijkheid van in de rechtspleging aangevoerde bewijzen. Net als Elizabeth F. Loftus, Amerikaans professor aan de universiteit van California, psychologe en expert op het gebied van het menselijke geheugen, onderschrijven veel van haar vakgenoten dat het menselijk geheugen gecreëerd wordt en er geen sprake is van het terugdraaien van een ‘geheugenfilm’. Met name insinuerend en suggestief woordgebruik leiden tot het zogenoemde ‘Misformation Effect’. Wereldwijd onderzoek tijdens de afgelopen decennia heeft aangetoond dat het menselijk geheugen veel complexer en meervoudiger is dan voorheen werd aangenomen. Voorheen dacht men dat het menselijk geheugen een soort van ‘enkelvoudige databank’ was waarop alle herinneringen naar waarheid werden opgeslagen.
Uit onderzoeken bleek dat de verschillende elementen waaruit herinneringen worden opgebouwd binnen het meervoudige geheugen op verschillende niveaus worden opgeslagen en daarna binnen deze niveaus verder gedistribueerd werden. Als het ware wordt elke ‘herinnering’ in kleinere ‘geheugendelen’ gedemonteerd en in de daarvoor passende ‘geheugenmappen’ opgeslagen. Bij het terughalen van een herinnering worden de ‘geheugendelen’ dan met behulp van bepaalde ‘stimuli’ opnieuw gerangschikt en is er in feite sprake van een gereconstrueerde herinnering, in plaats van een directe en authentieke weergave. In feite kan gesproken worden van een gecreëerd geheugen met een bijbehorende waarheid. Door middel van Cosmetische Neurologie is het mogelijk het menselijk brein naar elk gewenst economisch, politiek, historisch of religieus bewustzijn te modelleren. Met behulp van ‘medicatie’ kan een ‘breincorrectie’ worden uitgevoerd waarbij de hersenen als het ware ge-reset en niet gewenste herinneringen als het ware ‘gewist’ kunnen worden. Criminelen zouden hiermee op het rechte pad gebracht en nare traumatische ervaringen gewist kunnen worden en zou met behulp van een ‘geheugenpil’ de menselijke intelligente verhoogd kunnen worden. Op een directe manier wordt hiermee aan de zetel van de menselijke geest, het ‘zijn’ en de persoonlijke identiteit gesleuteld! Angst, stress, fantasie maar vooral emotionele en geestelijke (in-)stabiliteit, dromen en verhalen van anderen beïnvloeden de reconstructie van geheugendelen waardoor herinneringen niet per definitie als historisch betrouwbare c.q. authentieke weergave van een gebeurtenis uit het verleden kunnen worden beschouwd. Trauma’s, angst, stress, etc. kunnen leiden tot amnesie (geheugenverlies) en pseudoherinneringen, ingebeelde herinneringen die wel als betrouwbaar en authentiek én met dezelfde intensiteit beleeft worden maar die daarvan in belangrijke mate afwijkend zijn. In het dagelijkse leven is er constant sprake van misleidende en suggestieve beïnvloeding, het creëren van herinneringen en gerichte geheugenmanipulatie. De Nederlandse Gezondheidsraad constateerde dat het mogelijk is “herinneringen op te halen aan gebeurtenissen die niét hebben plaatsgevonden.” Deze geheugenmanipulaties zorgen voor pseudoherinneringen, een vervalst bewustzijn dat op haar beurt zorgen voor een anders beleefde waarheid. Een waarheid die onterecht kan worden gepresenteerd en verdedigd als enig en absoluut, een absolute ‘Cognitief Dissonante’ waarheid.
Cognitief dissonant is een aanduiding die mede door psychologen gebruikt wordt om iemand te beschrijven die verward en soms gekwetst is door een geestestoestand die zich voordoet wanneer hij of zij geconfronteerd wordt met nieuwe informatie. Informatie die in conflict is met een geloof, opvatting of begrip van iets wat tot op dat moment aangehangen werd. Het is een niet-evenwicht tussen rationeel menselijk denken en normale menselijke gedragingen en opinies. Cognitief dissonant wil eigenlijk zeggen dat waan en werkelijkheid die niet met elkaar in overeenstemming zijn, met elkaar versmelten. Het Van Dale woordenboek geeft cognitieve dissonantie weer als een toestand van innerlijke spanning ten gevolge van het als tegenstrijdig ervaren van twee bewustzijnsinhouden. Ervaart de mens cognitieve dissonantie wanneer hij geconfronteerd wordt met een andere kijk op een leerstelling waar hij/zij jaren rotsvast in geloofd heeft? Het is niet gemakkelijk te verwerpen wat men jaren onderwezen werd en waar men jaren in heeft geloofd en dit te vervangen door nieuwe feiten (zelfs als die gestaafd worden door deugdelijk en overtuigend bewijsmateriaal). Iets vervangen of veranderen is sowieso niet gemakkelijk. Dat met gericht gestuurde en gecontroleerde processen de mens in zijn denken, doen en zijn gemanipuleerd word is voor de overgrote meerderheid van de mensen een onbekend en erg moeilijk te accepteren gegeven. Het laten geloven in dé enige gewenste waarheid was het werkterrein van hersenknutselaar Edward Louis Bernays zoals dit door hem beschreven werd in ‘Crystallizing Public Opinion’ (1923), ‘Propaganda’ (1928) en ‘The Engineering of Consent’ (1947).