In het begin van de Eerste Wereldoorlog had het Duitse leger door gebruik te maken van Nederlands grondgebied de neutraliteit – formeel gezien – geschonden, zónder dat hieraan door Nederland consequenties verbonden waren. Zuidelijk van de plaats Eijsden ligt bij Moelingen een gemeenschappelijk Nederlands/Belgisch landweggetje (de Schansweg) waarlangs op 4 augustus 1914 enkele Duitse pelotons marcheerden in de hoop via de Maasbrug van Vise de rivier over te steken. De route die genomen moest worden (voorbij grenspaal 43) voerde onvermijdelijk over Nederlands grondgebied en was daardoor wel degelijk sprake van schending van de Nederlandse neutraliteit.
Fré Morel – vasthoudend, volhardend met open geest, niet links of rechts, maar VRIJ-denkend.
“Bij het begin van dat weggetje ziet men grenspaal no 43. Even verderop, links in het weiland, ziet men dan ook grenspaal 44. Het weggetje loopt precies tussen deze twee palen door, langs een restaurant en dan recht naar de Maas waar men ook nog grenspaal no 45 kan zien. Vandaar ziet men de overkant. Volgens het grensverdrag tussen Nederland en Belgie was dit weggetje (alleen lopend te begaan) gemeenschappelijk bezit en het is derhalve haast zeker dat de Duitsers bij hun opmars naar de Maas dus ook op Nederlands gebied hebben gelopen.”
Het gehoopte doel werd overigens niet bereikt, de brug was al door het Belgische leger opgeblazen. De schending had echter geen consequenties en werd met de mantel der liefde bedekt waardoor de gedachte van niet neutrale en pro-Duitse Nederlandse opstelling steeds vastere voet kreeg bij de Entente-machten. Niet alleen het verleende keizerasiel in november 1918 maar ook de openstelling van de Nederlandse grens voor de terugtrekkende Duitse legers in die maand leverde een stroom van kritiek op. In de nacht van 18 op 19 november 1918 werd het de Duitsers toegestaan via de Maasbrug bij Maaseik de Maas over te steken en via Roosteren en Susteren naar de heimat terug te keren. Het betrof hier in hoofdzaak etappentroepen die in Noord-België gelegerd waren. Per spoor is de bezetting van Turnhout (een regiment infanterie) via Baarle-Nassau naar Kaldenkirchen (niet ver bij Venlo vandaan) vervoerd. Via station Hamont werden met lazarettreinen Duitse gewonden via de grensplaats Budel over Nederlands grondgebied naar Duitsland gerepatrieerd en een klein aantal soldaten heeft zich via Zeeuws Vlaanderen teruggetrokken. Alles bij elkaar betrof het hier zo’n 70.000 soldaten.