Op 7 mei 1945 werd NSB-leider Anton Mussert in zijn kantoor aan de Vijverberg in de Haag gearresteerd. Precies een jaar later, op 7 mei 1946, werd hij op de Waalsdorpervlakte geëxecuteerd. Tijdens zijn gevangenschap liet hij zich ontvallen dat het lot der Joodse Nederlanders heel anders geweest zou zijn als men toch maar naar hem had geluisterd. Als men het door hem opgestelde plan had aangenomen, had dat mogelijkerwijze tienduizenden joodse mensenlevens kunnen redden, aldus zijn stelling. Wat hield deze in?
Op 14 november 1938, vijf dagen na de kristallnacht in Duitsland van 9 november, lanceerde NSB-fractieleider d’ Assembourg officieel het plan voor de vorming van een Joods Nationaal Tehuis, het zogenoemde Guyana-Plan. In de volksmond kreeg het de naam Plan Mussert mee en was het door Mussert zelf geïnitieerd, dit tegen het advies in van zijn Politieke Raad. Volgens dit plan moesten de Nederlandse, Franse en Engelse Guyana’s worden samengevoegd tot een 1.500.000 vierkante kilometer groot land, waar alle Joden uit Europa naar toe zouden kunnen verhuizen. Later dat jaar zou Mussert hierover in de nationaal socialistische krant Volk & Vaderland een artikel publiceren. Het plan werd later in het Engels uitgebracht onder de titel “The United States of Guiana; the Jewish national home.” Mussert had zich in deze dan ook laten inspireren door de Britten die al vóór 1938 met de gedachte speelden om joodse immigranten door te geleiden naar Engels Guyana.
Het Nederlandse parlement zat met het NSB-voorstel behoorlijk in haar maag, niet in de laatste plaats door de achter de schermen vermoedde Joods-Zionistische bemoeienis en liet het voorstel voorlopig onbeantwoord. De op gang gekomen vluchtelingenstroom uit Duitsland baarde de Nederlandse regering wel zorgen en om deze te reguleren nam ze op 15 december 1938 maatregelen om illegale en ongecontroleerde grensoverschrijding tegen te gaan. Met een aanpassing in de wet werd in het voorjaar van 1939 alle politieke organisaties in het Rijk (zoals de NSB, die zich nadrukkelijk als organisatie en niet als politieke partij affilieerde) verboden buitenlandse lidmaten in haar geledingen te hebben. Op die wijze probeerde men invloedrijke Joodse NSB-ers elke politieke invloed op de Nederlandse politiek te ontzeggen.
Men richtte haar beleid vooralsnog op de opvang van Joodse vluchtelingen binnen Nederland en dat in een centraal vluchtelingenkamp. Op 19 februari 1939 besloot men tot de oprichting van één Centraal Vluchtelingenkamp in Nederland. Het was vorstin Wilhelmina die bepaalde dat het opvangkamp niet in haar achtertuin opgetrokken mocht gaan worden zoals gepland, maar op het Drentse platteland in de nabijheid van de plaats Westerbork. In augustus 1939 begonnen arbeiders in de werkverschaffing met de bouw van het kamp. Als dan op 1 september 1939 Duitse troepen de grens met Polen oversteken en twee dagen later, op 3 september 1939, Engeland en Frankrijk aan Duitsland de oorlog verklaren verdwijnt het Plan Mussert naar de achtergrond. Krap twee maanden voor het uitbreken van de oorlogshandelingen (op 14 maart 1940) wordt door Anton Johan van Vessem, lid van de eerste kamer voor de NSB het volgende ter vergadering ingebracht:
“Aangezien de democratieën in gebreke blijven de bij ons zoogenaamd op doortocht zijnde Joodsche emigranten op te nemen, vestig ik opnieuw de aandacht op het plan-Mussert: het beschikbaar stellen van Guyana voor Joodsche kolonisatie. Prof. Schwellengrebel, die deel heeft uitgemaakt van een commissie, welke de “international refugee colonisation society” (“Jewcol”) heeft uitgezonden om de mogelijkheid voor Joodsche vestiging te bestudeeren, heeft op 19 December ll. in een voordracht in het Koloniaal Instituut in Amsterdam verslag uitgebracht van zijn onderzoek in Nederlandsch Guyana. Een Anglo-Amerikaansche commissie stelt een onderzoek in British Guyana in. De conclusie van prof. Schwellengrebel was gunstig. Het ware te hopen dat de Regeering de energie had om de uitvoering van het plan-Mussert ter hand te nemen, waardoor zij en het Nederlandsche volk en aan het Joodsche volk een onschatbaren dienst zou bewijzen.”
Tijdens zijn proces op 27 en 28 november 1945 heeft Anton Mussert over zijn Guyana-plan het navolgende verklaard:
“Alles wat de SS en SD was, was fel anti-NSB. Zij zeiden: ‘De NSB is een prulbeweging en Mussert is een Jodenknecht, want hij heeft de brutaliteit gehad om in 1938 het plan voor te stellen de Joden uit Duitsland te halen’. Dat is zo geweest, Mijnheer de President. Toen de Jodenvervolging in Duitsland en gros geschiedde, heb ik gezegd: ‘Ach en wee roepen helpt de mensen niet, zorg liever dat zij kunnen emigreren; wij hebben met Engeland en Frankrijk de beschikking over de drie Guyana’s in Zuid-Amerika. Kunnen die mensen daar niet heen?’ Dit voorstel is plechtig gebracht naar het ambtsgebouw van de Minister-President door de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamerfracties der NSB. Men deed het niet; het voorstel werd met lach en hoon ontvangen en het antwoord was: ‘De NSB’ers moeten maar naar Guyana gaan!
Had men indertijd dit plan uitgevoerd, aan honderdduizenden Joden zou het leven gered zijn. Wij waren dus de enigen, die een behoorlijk bruikbaar voorstel hebben gedaan om de Joden te redden. Daarom was ik van dat ogenblik af in bepaalde Duits Nationaal-Socialistische kringen de Jodenknecht”.
Door de wereldontwikkelingen wordt het plan niet meer behandeld en pas na in januari 1946 – vier maanden voor de executie van Mussert – wordt het weer in de aandacht gebracht. Het in 1937 opgerichte Freeland League for Jewish Territorial Colonization pikt het NSB-plan weer op en vroeg in februari 1946 een onderhoud aan met de Nederlandse minister-president Wim Schermerhorn. In maart 1946 vond dat overleg plaats en toog men vol enthousiasme aan de slag om te komen tot een Joods Nationaal Tehuis zoals door Anton Mussert voorgesteld.
In januari 1947 diende J.C. Brons, de gouverneur van Suriname, een voorstel van de Freeland League in bij de Staten van Suriname die het voorstel op 14 februari aannamen. In juni 1947 stemden de Staten van Suriname met 7 tegen 5 in met het voorstel. Echter, de oprichting van een Joods Nationaal Tehuis in Suriname zou de realisatie van een Zionistische staat in Palestina in gevaar brengen en stuitte op fel verzet in Surinaamse Zionistische kringen. Met het uitroepen van de staat Israël op 14 mei 1948 verdween het Guyana-plan van Anton Mussert finaal van de aardbodem.