Het is oudjaarsdag, buiten is het koud en knallen dikke donders. Ze zitten binnen in de warmte en met op de achtergrond een zacht muziekje knabbelen ze lekker van de brunch die op de tafel staat. Gezellig prikken ze samen een vorkje en komt al keuvelend het gesprek op Oud-en-Nieuw. “Hoe zit dat nu eigenlijk?” vraagt kleine Bram aan zijn vader, “is dat nu overal op de wereld hetzelfde?” Bram zijn vader neemt een laatste slok thee, veegt zijn mond af en begint dan te vertellen.
“Weet je Bram” zegt hij “vandaag vieren we overal op de wereld de geboorte van het Nieuwe jaar terwijl het voor sommige mensen al lang Nieuwjaar is en het voor anderen nog maanden duurt voor het nieuwjaar wordt”. – “Hoe komt dat dan, pap?” vraagt de dreumes. “Nou” zegt z’n vader “dat heeft met verschillende zaken te maken. Op welk deel van de wereld ze wonen en welk geloof ze hebben , dat zijn de twee meest belangrijke verschillen die bepalend zijn”.
“Het christendom heeft ervoor gezorgd dat bij ons Nieuwjaar in de nacht van 31 december begint, precies om 12 uur, dus in het midden-van-de nacht. Voor Joodse en Islamitische mensen die van oorsprong uit het Midden-Oosten komen is het nieuwe jaar al lang begonnen. In China moeten ze nog een paar weken wachten en de meeste Hindoes vieren in de maand maart hun nieuwjaarsfeest.”
“Hoe kan dat nu, waarom is dat niet overal gelijk?” vraagt kleine Bram waarop zijn vader begint te vertellen. “Weet je kerel, het heeft allemaal te maken met de stand van de zon, maan en sterren. Al sinds het begin van alle tijden, ver voordat er internet, wifi en google was en mensen nog geen smartfoon hadden wisten ze wel alles van de seizoenen. Door alleen al goed naar de lucht te kijken, niet alleen overdag maar ook ’s nachts, wisten ze bijvoorbeeld door de stand van de maan en sterren of er een koudere of warmere periode aankwam. Op die manier leerden ze ook waneer het de beste tijd was om te zaaien, te oogsten of een schuilplaats te zoeken voor de koude tijd die in aantocht was.
Die kennis was super belangrijk want als je niet goed oplette liep het slecht met je af. Onze voorouders maakten over de hele wereld speciale bouwwerken waar knappe geleerden heel precies de stand van de zon, maan en sterren in de gaten hielden. Dat deden ze in Europa, Azië, Amerika…, echt overal en ook bij ons. Aan de positie van de maan kon bijvoorbeeld heel precies bepaald worden wanneer er een periode voorbij was en een andere tijd aanbrak. Het nieuwe islamitische jaar begint volgens de moslim-maankalender bijvoorbeeld als de sikkel van de eerste nieuwe maan verschijnt. Officieel begint hun nieuwjaar de avond ervoor op het moment dat de zon ondergaat.
Hier, bij ons in West-Europa, werd de kennis onder de mensen gebracht en vast gehouden door op de meest belangrijke momenten feesten te houden. We kennen nog verschillende van die oer-oude maanfeesten. Het Sinterklaasfeest wordt bijvoorbeeld gehouden op de dag van de laatste nieuwe maan van de 12e maand. Met de laatste volle maan van die maand is er een einde gekomen van het oude jaar. Dan is het de Winter-Zonnewende, dan draait de aarde weer dichter naar de zon toe. Met de winter-zonnewende is het nieuwe jaar aangebroken, een feest waarmee al honderdduizenden jaren gevierd wordt dat de nieuwe zon geboren is. De dagen worden weer langer en het wordt weer warmer, de lente komt en de lammetjes springen straks weer in de wei. Dus .. kort gezegd, het heeft allemaal te maken met de stand van de zon, maan en sterren.”
Kleine Bram kijkt naar zijn vader en zegt.. “mooi verhaal pap! Maar wat is er dan zo bijzonder aan de maan, de zon en de sterren.” – “Tja”, zegt pap, “dat is eigenlijk best wel ingewikkeld om het precies uit te leggen maar misschien dat ik het je op een andere manier kan laten zien.” Hij pakt een appel uit de schaal en zet hem op tafel. “Kijk, stel je voor dat deze appel de aarde is en dat steeltje wat er een beetje schuin uitsteekt een pen is die er dwars doorheen steekt. De aarde draait dan linksom rond dat steeltje, de as, en die staat dan een beetje scheef op tafel. Als je er een slinger aan zou geven draait de aarde als een tolletje op zijn as rond.” Brammetje knikt, hij kan zich wel zo’n bromtol voorstellen. Daarop loopt zijn vader naar de keuken, pakt een halve spliterwt en een fenegriekzaadje uit het keukenkastje, neemt een hardgekookt ei van tafel en snijdt hem door het midden. Hij legt het halve erwtje op de buitenste rand van het eiwit en plaatst het fenegriekzaadje er vlak naast. “De dooier zit niet helemaal in het midden en stelt de zon voor. De omtrek van het eiwit dat er ovaal omheen zit is de baan van de aarde en die draait links om de zon. De doperwt zelf is de aarde die zelf als een tolletje links om zijn eigen gekantelde as draait en het fenegriekzaadje is de maan die op zijn beurt weer links om de aarde draait. De doperwt (aarde) zit nu op de buitenste rand van het eiwit en in de grootste omloopbaan van de dooier (zon), en profiteert nu van het meeste licht en warmte, DAT is de warmste periode. Het fenegriekzaadje zou er eigenlijk achter op tafel moeten liggen maar dan zie je hem misschien niet zo goed. Zo zou je het misschien kunnen zien als je in een raket in de ruimte zou vliegen.”
Brammetje kijkt naar met grote ogen naar zijn vader. “Het is best wel ingewikkeld pap”.. zegt hij, waarop hij spreekt “mag ik dat halve ei, dat vind ik lekker” – “Helemaal goed knul” en zelf pakt hij de appel, snijdt hem door de midden en ziet hoe de nieuwe ster geboren is. Je hoort hem haast hardop denken als hij de appel in zijn mond steekt en er een stuk van afbijt “mmhh.. maar goed dat er plaatjes bij zitten, het is toch best nog lastig uitleggen dat we al negen dagen in het nieuwe jaar zitten, lastig verhaal, dat van wentelwereld & kantelas”.