Immanuel Velikovsky (1895 – 1979) was een controversiële denker en is met name bekend geworden door publicaties over kosmische bewegingen en chronologie van de antieke wereld.
Velikovsky was van mening dat de aarde getroffen was door kosmische catastrofes die in het collectieve geheugen opgenomen en wereldwijd verwerkt zijn in elkaar overlappende mythen en sagen die op hun beurt de geschiedschrijving vorm gegeven hebben. Op basis van monumenten, bouwsels, overleveringen en mythen reconstrueerde Velikovsky de chronologie van de oude wereld die hem door de gevestigde wetenschappers bestreden werd.
Zo stelde Velikovsky begin jaren ’40 van de vorige eeuw dat door catastrofes van kosmische aard tekenen van recent geweld, scheuringen en verbrokkelingen op aarde en elders in het zonnestelsel veroorzaakt waren, zoals een reusachtig onderzees ravijn dat bijna tweemaal rondom de aardbol loopt wat volgens Velikovsky een teken is van de verdraaiing van de aardbol. Ook de aanwezigheid onder het oceaanbed van een laag as, afkomstig van buiten de aarde was volgens Velikovsky paleomagnetisch bewijsmateriaal dat de magnetische polen plotseling en herhaaldelijk werden omgekeerd en daarmee ook de aardas.
Tot aan 1959 toe werd de grondtemperatuur van de planeet Venus berekend op slechts 17 graden Celsius, Velikovsky echter was op basis van zijn opgedane kennis overtuigd dat dit aan de lage kant gerekend was en dat dit honderden graden moest bedragen. Ook deze stelling stond haaks op de toen algemeen geaccepteerde inzichten over Venus en werd door de gevestigde wetenschappers bestreden totdat in 1961 op basis van de door Venus uitgezonden radio-golven ontdekt werd dat de grondtemperatuur rond de 315 graden Celsius moest zijn.
Velikovsky was er ook van overtuigd dat de planeet Jupiter radiosignalen uitzond, een stelling die totaal niet strookte met de wetenschappelijke opvattingen van die tijd. Opnieuw werd deze stelling door de gevestigde wetenschap meesmuilend van de hand gewezen totdat Bernard Burke en Kenneth Franklin, twee aan het Carnegie Instituut in Washington D.C. (afdeling radioastronomie en aardmagnetisme) verbonden onderzoekers, dit in 1954 toevallig constateerden. Zij maakten dit op 6 april 1955 wereldkundig tijdens een bijeenkomst van de American Astronomical Society.
(foto: Wikipedia – Licensefree)