Tja, de wereld van de ondergang redden, wie wil dat nu niet? De 16-jarige Greta en de 17-jarige Anuna, twee tienermeiden uit Zweden en België, gaan er voor de straat op en laten zelfs de school zo nodig voor wat die is. Spijbelen voor een beter klimaat, je inzetten voor een schonere wereld, nu of nooit.
Ik kan er helemaal inkomen, ook ik wilde als tiener de wereld redden. Als puberend puistekoppie van amper 14 trok ook ik ten strijde, samen met een paar opgetrommelde medeleerlingen die ik zover gekregen had om met mij actie te gaan voeren. Nee, we spijbelden niet, school was belangrijk, actievoeren dat deden we na schooltijd.
Voorzien van grote actieborden die beschilderd waren door de boys van de schildersafdeling stelden we ons op bij de spoorwegovergang en zodra de bomen daalden staken wij de borden de lucht in. Met creatieve teksten als ‘Bomen dicht, Motor uit’ maakten wij als rasechte milieuactivisten de automobilisten duidelijk wat we van hen verwachtten. Terwijl we langs de rij voertuigen liepen trakteerden we de bestuurders die braafjes aan onze boodschap gehoor hadden gegeven op een welwillende glimlach en een duimpje omhoog. Maar owee wie wars en dwars toch de motor liet draaien, die keken we indringend en vermanend aan en wilden we wel even verbaal bijspijkeren dat ze toch wel erg vervuilend bezig waren. Vuile moordenaars met hun dodende uitlaatgassen spuwende vehikels.
Er was best wel veel positieve aandacht voor, niet in de laatste plaats omdat ik het regionale dagblad tevoren had bezocht en de actie had aangekaart. De journalist van dienst had er tevoren een leuk stukje van gepend en de huisfotograaf maakte van deze puber een kiekje met de bruine deur van het redactiekantoor op de achtergrond. Hoe kwam ik toch zo gedreven en activistisch? Tsja, niet zo wereldvreemd als je bedenkt dat de regio toentertijd als vrij links gericht en activistisch bestempeld kan worden. Waar je in verkeert wordt het je geleerd, dus ja, links en fanatiek kon je mij wel noemen, maar ja, dat ik daar weet van had, neeh, joh, ‘k was pas veertien.
Tel daarbij de golf van rampscenario’s die in de jaren ’70 over Europa werd uitgerold, onder andere door de Club van Rome die hel en verdoemenis preekte. De geboortes moesten drastisch omlaag in Europa, niet meer dan 2 kinderen per gezin was de opdracht, een knoop in de zwengel en er moest seksuele voorlichting geëxporteerd worden naar de zwartjes in Afrika, want daar fokten ze als konijnen, dat zou de wereld helemaal versneld op de rand van afgrond brengen, dat kon de aarde niet trekken, zoveel monden als daar per jaar bij kwamen om te voeden. Maar.. eigen volk eerst, en dat gebeurde. De Europeanen maakten er werk van en grote gezinnen werden als asociaal gedrag gezien en binnen luttele jaren was het ideale gezin verschrompeld tot gemiddeld anderhalf kind per gezin.
Als in de media opduikende links activistische puber werd ik binnen gevraagd bij de plaatselijke Milieuclub, bestaande uit een stel oudere heren met behoorlijke achtergrond en titels. ’t Was qua ontwikkelingsniveau niet bepaald corresponderend. Maar ja, mijn gebrek aan kennis en tekort aan weten wist ik met jeugdig bravoure en welbespraaktheid aardig te compenseren. Vond het toentertijd bijzonder te merken dat men mij – een snotaap van 14, die in het nieuws was geweest omdat ik met een bord bij de spoorwegovergang gestaan had – zo serieus nam. Ik moest als pubertje toch echt wel iets bijzonder belangrijks hebben gedaan, want ja, die notabelen van de Milieuclub, die moesten toch zeker wel weten waar ze het over hadden, toch?
Nu, ettelijke jaartjes verder en vele ervaringen rijker terugkijkend zie ik hoe er in wezen geen drol veranderd is en dat de boodschap onveranderd gebleven is, het gaat niet om de ratio maar om de emo, het is de leugen die steevast regeert. Instrueren en registreren is controleren, mobiliseer de massa, want dat is kassa! Van nulpuntnix naar 2.0