Welkom op BertvanVondel.nl
Bert van Vondel uit het Groningse Scheemda verzorgt over dit onderwerp een ochtend- of middagvullende gastles bij u op school. Reeds voor het negende jaar geeft hij gastlessen op beeldende wijze en met gebruikmaking van authentiek leskistmateriaal, wat het voor de kinderen uit groep 8 of 7/8 heel visueel en begrijpelijk maakt.
Het thema ‘Oorlog is misleiding en bedrog’ laat zien; Wat we denken te weten is vaak misleiden(d) denken, met oorlog als gevolg.
De geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog is in de lesmethoden lange tijd een ondergeschoven kindje geweest, mede omdat wij er niet gewapenderhand in betrokken zijn geraakt. Over de voorloper, de aanleiding(en), overeenkomsten én verbinding met de Tweede Wereldoorlog is daarom vaak bedroevend weinig te vinden.
In de gastles krijgen deze facetten en de daarbij gebruikte machinaties ruime aandacht, inclusief het gebruik van propagandamiddelen en het ontstaan en gebruik van misleidende tekens en gebaren. Voor het derde jaar maakt de Hongerwinter onderdeel uit van de gastles.
U kunt uw voorkeursdatum of data opgeven via het e-mail adres hieronder, u mail graag voorzien van naam school, adres school, telefoonnummer en contactpersoon. Voor meer informatie over gastlessen en lezingen kunt u via e-mail contact opnemen.
Kijk: www.bertvanvondel.nl voor reacties van uw collega’s en de agenda
Mail: bertvanvondel@gmail.com (o.v.v. uw voorkeursdatum)
Info: www.linkedin.com/in/bertvanvondel
Bel: 0615 287 057 voor meer informatie
Bekijk ook de reacties van leerkrachten en leerlingen van vorige gastlessen.
Een kundige bestuurder
Het besturen zit hem in het bloed, dat is een kolfje naar zijn hand, daar is de onderhand ruim gepensioneerde Eise Smid ook een meester in. De nog steeds kwieke en actieve zeventigplusser laat nog dagelijks zijn handen wapperen en zit een morgen per week als maatschappelijk betrokken vrijwilliger aan het stuur van de pendelbus van het OZG. In zijn arbeidzame leven was Smid in meerdere functies nauw betrokken bij het christelijk onderwijs in Oost-Groningen.
De oorspronkelijk uit Vlagtwedde stammende Smid debuteerde na een gedegen onderwijs opleiding als stagiair op de Maranathaschool in Winschoten onder de toenmalige befaamde vleugels van hoofdmeester Piet Kuiper. Na opvolgende stages in o.a. Onstwedde, Holte, Winschoten en Groningen werd hij als onderwijzer aangesteld op de Christelijke School in Heiligerlee.
Trouw bijgestaan en maximaal ondersteund door zijn vrouw Iety begon hij na een korte militaire loopbaan van slechts tien dagen aan een ruim veertig jaar lange carrière in het Noord-Oostelijke Christelijk Onderwijs. Als onderwijzer verwisselde hij van Heiligerlee naar Winschoten om als hoofd der school naar Oostwold door te stromen. Eind jaren ’80 van de vorige eeuw werd Smid daarop directeur van de school waar hij zijn stage aanving en nam de plaats in van Meester Kuiper.
Dat het besturen hem goed afging kwam uitstekend van pas bij de scholenfusie, eerst de samenvoeging tussen de Winschoter Wirzinge en Maranatha om later met tien andere omliggende christelijke scholen te fuseren. Een paar jaar later werden totaal twintig christelijke scholen samengevoegd en had Smid als bovenschools directeur tot zijn pensioen in 2012 Personele Zaken in zijn portefeuille.
Ook buiten werktijden en na zijn pensionering bleef Smid bestuurlijk op vele terreinen actief, zoals binnen de kerkeraad, het CDA en de Christelijke Onderwijsbond. In 2015 begeleidde hij met twee andere betrokken bestuurders de verkoop van de Vennekerk die ondergebracht werd in de Stichting WaGa waardoor het gebouw onder vastgelegde bepalingen behouden bleef. Het geloof met al zijn door de tijd opgetreden bobbels en hobbels heeft nog steeds een belangrijke plek in het leven van Smid, maar goede vrienden zijn cruciaal evenals het gezin waarin je groot mag worden.
Dat zijn vrouw Iety in alle jaren als de belangrijkste steunpilaar achter hem en het gezin stond was essentieel, iets dat Smid als laatste vooral nog even benadrukken wil. Eise Smid, een man met hart voor zijn werk, overtuiging en met bestuurlijke passie, een kundige bestuurder.
Hemeltroanen…
Met zijn gitaar nagenoeg in de aanslag passeert hij mij die ochtend in het winkelhart van het Oldambt, Krzysztof Groen. Dit Veenkoloniale muzikale talent steekt geregeld de thuisgrens over om zijn gitaarsnaren elders en ver buiten de provinciegrenzen in beweging te brengen.
Ondanks zijn 28 jaar heeft deze aimabele en bescheiden Veendammer al een respectabele muzikale staat van dienst opgebouwd, vorig jaar nog werd hij bijvoorbeeld als Cultuurtalent gelauwerd. Naast gitaar bespeelt hij ook piano en mondharmonica, al dan niet solo en dat samen met Michel, Johan, Robbert en Josien in de band Little Cash.
Hij heeft het er maar succesvol druk mee en kortgeleden verwende hij het Oldambtster winkelend publiek met zijn klanken tijdens de Duitse Dag. Krzysztof speelt bij voorkeur akoestisch, elektrisch aangedreven instrumenten zijn niet zo zijn ding en zingt hij niet bepaald onverdienstelijk een deuntje mee. Country muziek heeft zijn voorkeur, met name de door Henk Puister speciaal voor hem geschreven Groninger nummers. Puister, de Hoogezandster dichter, werd vorig jaar eveneens – en net als Krzysztof – onderscheiden, hij ontving de prestigieuze K. ter Laanprijs.
De nieuwste singel van Krzysztof slaat goed aan en zijn geluid is niet alleen te horen op RTV Noord, maar ook in de USA, Australië en Scandinavië klinken zijn klanken door de ether. Het is een drukke baas, deze vrij-gezellige Veendammer met een fijn gevulde agenda. Op verzoek en aanvraag speelt Krzysztof op bruiloften, feesten, festivals, partijen en overal waar hij uitgenodigd wordt. Hij timmert naast zijn werk bij het bedrijf De Romein goed aan de weg en zijn nieuwste singel DIXON wordt goed ontvangen.
Het nummer ‘Noar de volgende ronde’ is een van zijn meest favoriete nummers. Wie weet komt een van de door mij naar het Gronings bewerkte nummers uit zijn muzikale vingers, zoals het tien jaar geleden vrij vertaalde nummer van Eric Clapton ‘Tears in Heaven’, een demootje heeft Krzysztof al klaar liggen van ‘Hemeltroanen’.
Mien moetje is een vogel..
Als we maar voorzichtig waren, dat was wat moederlief ons meegaf toen we met het scherpe schillenmesje die mangels te lijf gingen. Ja, ja.. dat kwam wel goed zei vaderlief voordat we aan de slag sloegen. Hij was wel een stuk enthousiaster dan ik was, deze pre-tiener vond het te veel en smerig werk en ook nog knap lastig dat uithollen van zo’n harde knol.
Daarna was het krachtig leegschrapen geblazen met een volwassen eetlepel in m’n kinderknuistjes. Op school had ik van gekleurd papier al een mooie lampion in elkaar gefreubeld kompleet met waxinelichtje en stond nagenoeg al startklaar om met het ding, bungelend en slingerend aan een bamboestokje langs de deuren te gaan sleuren.
Maar nee, vaders stond erop om mij te laten zien hoe hij vroeger als knuppeltje zijn knol als leutje lanteern uitholde. Hij deed voor en ik moest mijn best doen om hem na-te-apen, tradities moest je namelijk doorgeven was zijn gedachte daarbij, ik vond het maar een vies en antiek gedoe. Mijn knol vond dat gerop en geros ook niet leuk en vocht met succes terug met een bloedende vinger als resultaat, de knol kreeg er bijkans een rode kleur van. Maar… na het uithollen kwam het leukste werk, het uitsteken van de ogen en het snijden van de neus en mond met griezeltanden en hoog uitgesneden mondhoeken om het knollicht verder af te maken.
Met een iezerwiertje (zoals hij een ijzerdraadje noemde) knoopte hij glimlachend mijn spookachtig eng verlichtende knol aan een stevige stok, ik zou er een hoop slik mee scoren verzekerde hij me. Volgens mij zag hij zichzelf in gedachten terug in de tijd geplaatst, zoals hij begin 1900 met zijn knollicht veurop de kip-kap-kogel-toer liep in de vooroorlogse Drentsche Monden. Ik hield het mooi bij mijn vederlichte nieuw papieren type en trok zingend -met zwemtas voor alle snoep op de rug- samen met mijn vriendjes van deur tot deur. Sint Martinus Bisschop, iets met een hoge houd op en gooi niet in m’n schoentje maar werp m’n zwemtas maar vol. Wat, precies en waarom het allemaal ging daar had ik als halfwas wezen geen idee van, als het maar veel snoep opleverde.
Elf november was de dag, dan was het pay-day voor Sint Maarten, een soort van nep-Sinterklaas compleet met rode mijter maar dan zonder Zwarte Piet. Deze neppert, net zo’n bejaarde blanke opa met grijze baard, een dikke schimmel tussen beide benen had dus geen knecht, hij kwam niet aan huis of door de schoorsteen. Bij gebrek aan zo’n handige zwarte slaaf moest jij jezelf jengelend in het zweet jagen om wat zoete slikkerij te bemachtigen. Pa en ik, beiden hadden we er geen idee van dat we met iets racistisch bezig zouden kunnen zijn, dat waren we ook niet, omdat dat eenvoudig en simpelweg ook niet zo is. Sint Maarten is niets anders dan een verteerde herinnering uit een ver verleden, een in eeuwen vervormd restje van een zogenoemd wielfeest en maakt onderdeel uit van een eindeloze reeks van maanfeesten die de wereld in zijn geheel kent.
Sint Maarten en Sint Nicolaas, het zijn slechts twee van deze in oorsprong, zogezegd, heidense feesten waar een heilig tintje aan gegeven is en daarmee binnen religieuze kaders getrokken is. Wat onze verre voorouders nog wel wisten (maar wij allang en nagenoeg vergeten zijn) is dat ons volledige Zijn & Wezen gebaseerd is op het astronomische en astrologische. We bepaalden ons op zon, maan en sterren-standen, lichtende stippen in het nachtelijk duister die onze aardbol spiraliserend omcirkelden, dat was onze Wikipedia van toen, premature Google 0.0 met alle antwoorden. Niet voor niets dat alle wereldreligies zich hier ook op baseren, zoals het Jodendom en de Islam om maar een paar te noemen. Religies die in de kern maanreligies zijn en zich oriënteren op de planeten en waar de stand van de maan-en-sikkel bepalend is.
In de kern gaat het over primaire kennis betreffende licht en donker, warmte en koude en is het in wezen niets anders dan de eeuwig repeterende cyclus van dood en leven. Al eeuwen gaan de neuzen omhoog, om te ontdekken wat de toekomst aan ellendige rampen of weldadige voorspoed voor ons mensjes in petto heeft. Door in het verleden te bladeren wordt het te verwachten toekomstige verduidelijkt en kunnen repeterende catastrofes voorzien worden. De waarde van de planeten is wel zo groot dat bijvoorbeeld de Zon,Venus, Mercurius en Jupiter een religieuze make-over gekregen hebben en terug op aarde kwamen als de verlichtende (Aarts)engelen Michaël, Rafaël, Gabriël en Uriël. Heel wat oude verhalen, gezangen en liederen zijn er gezongen, weten overdragende matra’s toerloos herhaald waarin het weten en kennis van moeder op dochter en vader op zoon doorgegeven is.
Vandaag de dag komen gedurende de bepalende maanstand rond elf november kuddes kinderen bij het vallen van de avond het licht langs de deuren brengen, zingen leuke liedjes en krijgen daarvoor wat lekkers in retour. Een spekje voor elk bekje, een lollie of soms een zak vol snoep, alleen niet van juffrouw kikkerbil, die nooit wat geven wil. Nee, ze gaan voor een vette buit, de klapper Kip Kap Kogel levert heel wat meer zoetigheid op, daar waar Voader ain muske is en ’n kuske geft aan de vraauw. Dus, wil jij de tas vol snoep en andere lekkernijen? Zing dan uit volle borst: Kip Kap Kogel, mien moetje is een vogel….
Poen & Poter..
Geen mens of media klept er over dat binnenkort het contante geld – en daarmee de absolute persoonlijke VRIJHEID – nagenoeg verboden wordt. Dij de Lage-Land-Kudde aan de Noordzee is Pin-helegaar-In, vinden het onderhand al doodnormaal – gesteund door het succesvolle propagandageneuzel van de overheid – dat contant geld ONT-hand wordt.
Je bent een dombo en/of crimineel als je nog met pasmunt of eurobiljet betaalt, je bent volgens de Banksters die het in wezen echt voor het zeggen hebben pas slim als je alleen nog maar Poen Pint.
Wim Sonneveld, de Nederlandse conferencier van weleer had er een leuk Melo-liedje over, over wat je allemaal met Poen-Ken-Doen. Poen, het Bargoens voor handje contantje, geld op de hand dat echt wat waard is. Naah.. dat is nu snel afgelopen en veel dichterbij dan gedacht wordt. Kleine pasmunt (zoals de 1 en 2 cent) zijn we al lang vergeten, net als de biljetten met een hogere waarde dan 50 euro. Wie het flikt om met een meijer (100 euro biljet) te betalen krijgt al benauwde gezichten en waag het niet om met biljetten van 200 euro of meer aan te komen.
Gelukkig lopen de Hufters uit het Haagse netjes mee in de internationale Mammon-Pas en wordt binnenkort met ruime goedkeuring van de Tweede Kamer een maximum gesteld aan contant betalen. Maximaal 3.000 pietermannen mogen nog zonder overheidscontrole van hand tot hand gaan. Per bank is het nu al een dingetje als je duizend piek wilt overboeken zonder irritante vragen, zelf over je eigen vermogen beschikken is steeds meer uit den boze, how dare you.
De tastbare ruilmiddelen van nu hebben in wezen ook nauwelijks waarde meer, de muntjes zijn van veredeld pisbakkenijzer die de waarde bij lange na niet dekt die er op aangebracht is. Biljetten zijn duur bedrukte frutsels, gemaakt uit oud papier en lompen. Goud, zilver en koper – dat als materiaal alleen al zijn waarde heeft en houdt, is al lang afgeschaft. Alleen al de antiseptische werking maakte het dat van deze materialen pasmunt werd geslagen die wereldwijd zonder epidemische rampspoed van hand-tot-hand ging.
Goud – van medische tot technische toepassing en meer, bestek- en melkkannen van zilver om bijvoorbeeld besmetting te voorkomen en wie weet nog van de tijden dat we met een koperen stuiver in de broekzak rondliepen tegen reuma. Digitale-munten het is wat het is, gebakken lucht en nep-geld en dan gaan ze in gidsland Kuwait aan eind van de maand zover biometrische bepalingen aan te klemmen zo dat je als mens geen kant meer op kunt.
Heb je in deze try-out state op 30 september aanstaande GEEN vingerprint gekoppeld aan je bank/creditkaart opgeslagen dan heb je geen toegang meer tot je tegoeden. De volgende stap is iris-scan en gezichts-herkenning… Heb je nog ergens een ouwe Gouden kies van opa liggen, een zilveren broche van Oma of een koperen fluitje van de Padvinderij? In je kluis ermee, die rommel heeft en houdt zijn waarde, al het andere verdwijnt naar het onbereikbare niets, lost op in lucht, of zoals ze in het Bargoens plegen te zeggen.. da’s weg, da’s Poter
Laterszzz..
Toedels, de groeten of heel kort op zijn Gronings: moi! Een uitdrukking die ikzelf het meeste bezig als ik vrienden verlaat en tot weerziens afscheid neem. Ook als ik een schrijfsel tijdelijk aan de kant leg met de bedoeling om daarvan op een ‘later moment’ de draad weer op te pakken, een knutselklus tot later bewaar om dan verder te timmeren, een tuinklus even laat rusten om later verder te graven.
Ik zwaai niet naar m’n Apple, hamer of bats, dat dan weer niet, maar ik zie ze vanzelf later wel weer. Dat ‘Tot Later’ is de laatste jaren niet meer zo heel vanzelfsprekend, na elke dag is er opnieuw weer een dag van later gebruikt en is deze opgebruikt en via vandaag verwerkt en op transport gezet naar gisteren, de toedels, groeten, laterszzz.
Vooral de laatste paar jaren blijkt dat Laterszz niet meer zo vanzelfsprekend is neemt het afscheid nemen tot nooit meer ziens steeds meer de overhand. Steeds meer en vaker tot niet meer weerziens omdat niet alleen het gebrek der jaren mee gaan tellen maar ook ongelukkige samenlopen van omstandigheden en niet te vergeten de ziekte van Plots. Het ruimt wel op natuurlijk en Oudjes moeten het eerst op, je moet er niet aan denken dat alles vanaf jaargang 1900 ook nog rond zou hobbelen. Stel je voor dat de aarde eens vol zou raken, overvol zou ik haast zeggen, dat moet ‘natuurlijk’ vanzelf ophouden anders wordt het on-leefbaar want Vol = Vol.
Toch is het even schrikken als zo ineens in mijn kring van caleidoscopische kameraden die ene politieman voor altijd mist, of die technische alleskunner of die geliefde kritische denker gestopt is met ademen, die interieurspecialist die naar de laatste adem hapt of die nooit gepensioneerde ziekenverzorger waarvan het geluid gierend verstomd is, de rijen zijn niet meer zo nauw gesloten, er groeien gaten in. Grote plannen blijven plannen, alles wat voor later bedoeld was, rust en rot gestadig weg totdat er niets meer van over is, geen mens zelfs weet heeft van wat dat geweest is of worden zou.
Zelf heb ik ook nog een aardig bergje opgebult voor Latersszz waarvan ik denk dat veel het daglicht niet zal zien, niet alleen omdat me de tijd ontbreekt, maar af en toe ook omdat het (nog) te precair of brandbaar is. Diverse manuscripten hangen in het ergens onderin de digitale catacomben voor latersszz te rijpen, voor een tijd die niet meer bijt maar wel het weten wil kennen. In een tijd dat de leugen regeert wil men geen waarheden horen, zoals van het lugubere kerstsprookje uit 1944 waarin sprake is van een geflambeerd kinderkoor in Ravensbrück maar waar een paar meisjes miraculeus uit het vuur werden gered, of hoe eens de vestiging in 1923 van een Duitse bank aan de Keizersgracht te maken heeft met een mislukt bezoek aan een groothandel in Utrecht en de stichting van een jampoeder detaillist aan de Prinsengracht…
Het is maar een tip van de ijsberg, werk genoeg voor nu, maar of ik er aan toe kom? Verder mee aan de slag ga? Wie wil het weten in een tijd dat de leugen regeert en het overgrote deel van de Lage-Land-Kudde braafjes mee marcheert, de rijen dicht geschlossen halt, het krijgsgewoel aanwelt in het Midden- en Oosten, voor nieuw ingeruild Nederlands vliegend wapentuig zijn opwachting maakt in het moordcircus van een clown uit Kiev, piepers ploffen in Libanon waarbij duizenden mensen gedood worden, waar een uitverkoren volk duizenden kinderen en hun ouders in puin vermorzeld en tot as verpulverd. Ach.. wie wil dat nu weten, wie maakt zich daar druk om, de zon schijnt, het is een mooie zonnige herfstdag, dat is weer iets voor een ander moment, dat is iets voor Latersszz
Illuminatie
Niet lang na tienen werd de zwangere zomerlucht boven de Oost-Groninger Blauwe Stad pyrotechnisch fel verlicht. Siervuurwerk illumineerde de lucht boven de oppervlakte van wat op een haar na tot het Beukemameer gedoopt zou zijn geworden, naar de toenmalige Groninger gedeputeerde.
De flitsen waren tot ver in de omtrek te zien en het gedonder evenzogoed te horen, het zou de naar hier verhuisde Oekraïners zeker en vast aan huis hebben herinnerd lijkt me zo. Zelf deed het me denken aan die warme Franse zomeravond van ’77 toen ik ter viering van de aangegane verloving wat opgespaard vuurwerk de lucht in joeg.
We hadden de oude eend aan de rand van het meer geparkeerd van Moustiers St. Marie, een prachtig idyllisch plekje, waar we wild kampeerden niet ver van de Grand Canyon. We hadden direct contact met een stel uit Parijs waar we wat mee dronken en aten en toen ik de donderslagen bij heldere hemel tevoorschijn toverde en aan de waterkant liet knallen schrokken we met zijn vieren simultaan van de reactie van een paar andere illegale Franse boskampeerders die woest schreeuwend uit de borinage tevoorschijn kwamen. Misschien schrok ik nog wel meer van de felle tong van de vrouwelijke helft van ‘ons stel’, men… ze had een bek als een scheermes!
Het liep met een sisser af en we besloten daarna naar het dorpje zelf te gaan en daar verder te feesten, het was toevallig ook nog eens de 14e, de Nationale Franse Feestdag. Gevieren tuften we in hun oude Peugeot naar het kleine centrum waar de lokale jeugd zich vermaakte bovenop de ravijn overspannende brug die het dorpje doormidden sneed. Voetzoekers werden de diepte in gegooid en maakten onderweg naar onderen de bijzonderste capriolen. Ik haalde enkele donderslagen tevoorschijn en smeet een paar over de railing en een paar wat achteruit op het wegdek waarop de dorpsjeugd me met grote ogen verschrikt aankeek.
Dat was andere illuminatie dan die zij kenden of gewend waren en direct werd ik bedolven onder lucratieve ruilhandel, hun voetzoekers tegen mijn donderslagen. Ze hadden de grootste lol en gaven die feestdag zo een heel andere wending. Maar ja, daar zat ik dus met die voetzoekers, ik vond dat maar niks, eerst die dingen aansteken en vasthouden voordat je ze de diepte inkiepte. Ik pakte het anders aan, legde ze op de rand van de brug, peuk er tegenaan en zo met de bedoeling dat het vanzelf de afgrond indook. Maar helaas, pindakaas, dat liep niet zoals gepland, de laatst aangestoken voetzoeker zocht eigenwijs zijn eigen weg.
Na een paar draaiingen om eigen as schoof het sierprojectiel over de brug en zo pardoes de naastliggende kroeg in waar hij onder de rokken van een freule op leeftijd een spetterend dansje deed. Dit alles tot grote hilariteit van de lokalo’s die hoestend en proestend op het brugdek een slag in de rondte dansten, maar ja.. de rokkenmadam was not zo amused. Natuurlijk wist niemand wie daarvoor verantwoordelijk was en hielden de voetzoekerdealers zich ook wijselijk stil. Er was gelukkig geen lichamelijk letsel maar de stemming was wel wat opgefokt, wie haalde het dan ook in zijn hoofd om een voetzoeker over het brugdek te laten zoeven. Nou.. ikke dus!
We hebben de avond natijd toch nog leuk doorgebracht, in de kroeg, met voldoende wijn, weib und gesang en ik moet na zoveel jaar eerlijk bekennen dat we de weg terug naar onze tentjes in kennelijke staat hebben afgelegd. De bochtige bergweg paste denkelijk goed bij onze staat van zijn, een rechte weg zou denk ik een stuk moeilijker afgelegd geweest zijn. We waren jonge snotapen, alles kon en zagen we het gevaar niet of nauwelijks, we hebben er gelukkig niets aan overgehouden. Dat meisje van toen is al decennia verworden tot mijn ex, de vrienden van toen zijn naar de achtergrond verdwenen maar we hebben geweldig mooie herinneringen overgehouden aan de Illuminatie.
Kiwi uit Kameroen
Nadat ik aan de koffiebar een cappuccino met nepmelk besteld had vervolgde ik m’n weg in het vooronder en nam plaats achterin. Ik schoof mijn benen onder de verder lege tafel die onder het lage en met massieve balken ondersteunde gewelf tegen de achtermuur geplaatst was. De ramen waren half geopend en het kleine deurluik rechts gaf toegang tot een ommuurd minizitje direct in de befaamde Achtertuin.
Het is bijkant tot een traditioneel ritueel geworden om telkens als ik Amsterdam aan doe even doorstap. Voorbij de Singel om mezelf dan aan de Prinsengracht bij de buren van 263 te trakteren op een cappuccino. Vandaag had ik mijn mond geroerd op de Dam, wat woorden achtergelaten die heel misschien tot zelf-denken aanzetten maar dat is vandaag de dag een lastig dingetje, helemaal nadat NA-denken het ZELF-denken verdrongen heeft en als complotterie afgedaan wordt.
Met een brede lach kwam ze me de cappuccino brengen en even later stond daar op haar voorstel ook een lekker uitziend stuk bananencake naast. Ze had het niet zo druk en wel tijd & zin in een praatje en ik vroeg haar of zij heel misschien wist hoe ik in de tuin van het Achterhuis geraakte. Die mogelijkheid bestond helaas niet meer, iets met private en commerciële belangen, want ja, bij de buren was het al jaren Big Business. Voor een toegangskaartje moest je maanden vooraf al reserveren en ondanks dat was er dagelijks een wachtrij van hier tot Tokyo. Met haar donkere dreadlocks stevig vast geknoopt bovenop haar zwarte hoofdje bleef ze naast me aan de tafel staan en kregen we het als vanzelf over geschiedenis en dat was wat iets in haar triggerde.
Er was zoveel wat de mensen niet (meer) wisten en daar wilde ze over gaan schrijven, niet zozeer over WOII of het buurpand van waaruit in oorlogstijd pectine en kruiden verhandeld werden, ook niet over de Duitse bankiersfamilie die daar in de laatste helft ondergedoken had gezeten. Ze had als geïmporteerde Nederlander in de rivierenbuurt gewoond, vlak bij waar de donkerharige Annaliese met haar familie onderdak gevonden had nadat ze haar geboorteland verlaten had. Ze was iets verbaasd toen ik bekend was met het Merwedeplein, het luxe Hilwiscomplex dat net voor oorlogsbegin opgeleverd werd. Over het prille detaillisten begin van de Duitse familie aan de Singel en het voor haar onbekende bankiersverleden in Amsterdam in de 20’er jaren.
Zij had haar zinnen meer gezet op het naar boven trekken van het ongekende verleden van Kameroen, daar waar de wieg stond van haar voorouders. “Aja.. interessant”, respondeerde ik, “Kameroen, het vroegere Duits Oost Afrika” waarop ze mij met een licht verbaasde blik aankeek. “Een van de weinige niet Engelse koloniën, o.a. bekend door de militair succesvolle en ongeslagen generaal Von Lettow-Vorbeck die met een klein guerrillaleger van zo’n 200 Duitse officieren, 3.000 Askari’s en inlandse dragers stand hielden tegen een Engelse overmacht van ca. 300.000 man.” Dat was nieuw voor haar, ook wel interessant maar ze wilde als midden twintiger vooral het slavernijverleden en de rol van de ‘witte mens’ daarin benoemen.
Echt een interessant onderwerp, dat was ik roerend met haar eens en goed dat ze daar met een frisse en ruime blik aandacht aan gaat geven. Ik vroeg haar wat of ze al wist van het Nederlandse slavenverhaal, de allesbepalende rol daarin van de Sefardische elite’s, de door hen gegronde en gecontroleerde plundercompagnieën zoals de vanuit Amsterdam opererende VOC en Zeeuwse WIC. Gedurende de 80-jarige oorlog vanuit de Zuidelijke Nederlanden naar het Noorden toe verplaatste handel in levend ebbenhout, de plantages in Nederlands Guyana waar de Sefardische eigenaren de snel opgebruikte inlanders met schepen tegelijk aanvulden en vervingen met massa’s ingekochte Afrikaantjes.
Ze keek me met een verrast en verbaasd gezicht aan, dat was nieuw voor haar, OOK dat ik op de stick aan mn sleutelbos alle namen, leeftijden en sekse staan had van alle 30.000+ door ordinaire Nederlanders van de welhebbende plantage-eigenaren vrijgekochte slaven, inclusief de namen van deze slavenhouders, zoals Monsanto, Cohen, Abrahams. Abendanon, del Castilho, Muntz, Lobato, Levy en Nassy om maar een paar te noemen. Ook dat wist ze niet zei ze, dat was nieuw voor haar. Ik werkte het laatste stukje bananencake naar binnen dat ik doorspoelde met het restje cappuccino en voor ik afscheid nam gaf ik haar de link van mijn eigen webpagina waar ze meer info over dit onderwerp kon vinden. Ze dankte vriendelijk groetend en noemde bij het weggaan haar naam, Kiwi (en haar achternaam) die haar oer-sprong had in donker Kameroen.
Ziel van Europa
Of ik het stuk al gelezen had? liet ze navragen. Iets over Orban, de Hongaarse premier, en zo ja wat ik daar dan van dacht. Tsja, ik kan niet anders zeggen dan dat hij meer dan een punt heeft door te zeggen dat er ‘een nieuwe wereld op komst is’.
Een overgroot deel van mijn mede-mensen, vrienden en bekenden zal daarbij misschien de wenkbrauwen fronsen maar ik zou zeggen, bereid je voor op een denkomslag.
De Wereld-Ordening zoals wij hem (her)kennen, de wereld waar wij in opgegroeid en onderwezen worden is historisch aantoonbaar aan de laatste termijn van haar THT begonnen. Het is aan ons mensen om op tijd om te schakelen en aan te haken en dat is nagenoeg onbegonnen werk omdat we de enorme omvang dat wat ons – niet alleen in West-Europa zal overrollen – moeilijk kunnen bevatten en zeker niet in de juiste omvang kunnen voorstellen, ons denkpatroon is daarvoor onvolledig en ontoereikend.
Probeer je vooroordelen voor even aan de kant te schuiven, kijk wat er werkelijk speelt denk niet NA wat VOOR-gedacht wordt, denk VRIJ! Laat je gedachten vrij en oordeel zelf over wat NU wereldwijd speelt, de leugenachtig opgedrongen oorlogen, de angstporno waarmee natuurlijke ordening ontmantelt wordt, het morele en menselijke kompas dat verloren raakt, de leugen die de waarheid vervangt, en dat alles om de Europese Ziel te vernietigen.
De Ongekend(e) Oorlog(en)
Ik hoor een open deur in te trappen met te zeggen dat elke oorlog altijd en eeuwig het resultaat is van misleiding en bedrog. In de afgelopen decennia heb ik Ehrenambtlich duizenden leerlingen op honderden scholen proberen duidelijk te maken dat het begrip ‘Oorlog’ niet gelijk is aan die Oostenrijker met zijn bloksnor.
Het is ook geen dodelijke hobby die exclusief aan Teutonen toe te schrijven is. Massamoord en doodslag zijn evenmin een traditionele Duitse volkssport te noemen, terwijl de Duitsers als het meest uitverkoren volk juist met stip op de hoogste plek geplaatst staan van dit duivelse vernietigingswerk.
Al tijden leegt de mens zijn brein en weten om daarna de ontstane leegte te vullen met goedgekeurde en gewenste (historische) kennis om zichzelf daarop volgend te trainen in deze aangeleerde herinneringen. Herhaling is de kracht van alle reclame, al sinds mensenheugenis en dat werkt vandaag de dag onveranderd en dat is met oorlogen net zo. Net zoals een getrainde drugshond die aanslaat als hij verdovende middelen ontdekt slaat het correct geïnstrueerde menswezen aan als hij meent iets van het aangeleerde te herkennen.
Een vlag, een kruis, een snor, een arm, een stem, een tekst, een lied.. het zijn van die (h)er-kende en geprogrammeerde tekens die synoniem staan voor dood en verdoemenis. De setting, vormgeving en presentatie moet wel van voorgeschreven samenstelling zijn en gelukkig zijn daar vandaag de dag de onvolprezen en alwetende Fektsjekkurs. Geholpen door kunstmatige intelligentie en politiek correcte programmering blijft het weten van het collaborerende kuddebrein binnen de veilige marges zoals deze al eeuwen door het machtige militair economische complex is afgepaald.
Een kruis afgevlagd op een blauw-gele ondergrond is not-done, een hoog geheven arm met slavische groet wordt evenmin gezien, je scoort geen punten als dat wat je meent zelf te zien, zelf te horen of zelf te weten niet passend is binnen de gecontroleerde en goedgekeurde programmering. Een op bed in splinters uit elkaar geschoten oma laat geen bel rinkelen, een lek geschoten en in de grond leeggelopen jonge moeder evenmin en ook door een drone met succes tot vetspetters vernietigde militair brengt geen handen op elkaar.
Geen gejuich of gejubel zolang niet door overheid en massamedia de officiële erkende goedkeuring ontvangen is. Op commando doofstom, stekeblind en geen reactie om vervolgens verontwaardigd woedend, fel en agressief te reageren. Rechtvaardige oorlogen bestaan niet, alle oorlogen zijn misdadig georkestreerde mensenvernietigingen en een misdaad tegen de menselijkheid. De verantwoordelijke aanstichters zijn de regerende aartsleugenaars en de burgers zijn -overal ter wereld– als pionnen in een machtsspel slachtoffer en dader tegelijk.
Het is de god van het goud, de mammon, die de wereldbewoners in een vernietigende greep houdt, de bodemschatten plundert, elk ding, elk dier, elk goed, elk mens op de planeet tot een voor eigen voordeel verhandelbare eenheid reduceert. ‘De’ Oorlog is niet die ‘Oostenrijker met zijn bloksnor’ maar is een veelheid van vormen van vernietiging die de gevestigde en gekende economische, culturele, sociale en maatschappelijke, eeuwenoude natuurlijke wereldordening ontmanteld in een niet aflatende reeks van Ongekend(e) Oorlog(en).
Route Retoure
Na een geslaagde halve dag etappe in middag- en avondzon trek ik even voor tienen de handrem hoog en de sleutel uit m’n Zwoele Franse Troela. Ze staat lekker in de schaduw afgemeerd op het pleintje van de kerk in Grand Fougeray, zo’n 40 km onder Rennes, voor ik de volgende dagen verder naar het Noorden terugtrek. Zes jaar eerder had ik in dit plaatsje al eens overnacht in het prachtige Chambre d´hôtel Les Hortensias om nu onder de beddenlakens te kruipen in Hotel Les Palis. Mijn terugreis had ik grofweg zo ingepland dat deze me over en langs de slagvelden van de Tweede Helft zou voeren. M’n bejaarde Tom-Tom mocht deels de weg wijzen, waarop ik via m’n kompas mijn Route Retoure verder in elkaar frutselde. Tachtig jaar terug in de tijd vlogen hier op dit stuk van de aarde meer dan een miljoen jonge mannen elkaar naar de strot, schoten elkaar tot pulp, hakten elkaar tot moes en moordden elkaar naar hartelust uit en dat allemaal in naam van de Vrede.
Nog steeds is het gebied vergeven van honderduizenden ramptoeristen, oorlogsverslaafden die na vervlogen decennia niet kunnen overleven zonder postuum een lijntje oorlogsleed gesnoven te hebben. Elk zijn eigen D-day herinnering, als het zou kunnen nog op de foto met een bejaarde Engelse Knar die de mazzel had niet op het strand te stranden en wist te overleven. Ik heb er nix mee, geniet meer van een glas rosé op een rustig en klein terras en vind het eerder triest dat dit mooie West-Franse gebied door de WW2 genocide zijn eigen culturele origine verloren lijkt te hebben dat slechts met dood-en-ellende in gedachten voortleeft. Juist NU kom je nauwelijks ongemerkt voorbij aan de overdadig voorhanden zijnde prullaria, zoals een handige Yankee overall voor haar, een beetje pikant model met stoere oorlogsbelijning. Koekjes, snoepjes, zoutjes, drankjes, boekjes .. allemaal overgoten met een grafisch en heroïsch getint geallieerd sausje gecompleteerd met de jaartallen 1944/2044.
Twintig jaar lang heb ik als Vrijdenker Vredesonderwijs verzorgd op honderden scholen aan tienduizenden kinderen in Nederland, en geregeld nam ik hen dan mee naar het jaar 1914 waar de Kerstvrede de doodsstrijd even tot bedaren bracht. In het vlak tegen de Belgische grens gelegen Noord-Franse plaatsje Fromelles kropen duizenden mannen na een initiatief van Duitse soldaten uit de loopgraven, zwegen de wapens, werd wijn en bier gedronken en gevoetbald. Benieuwd of er vandaag de dag aan deze bijzondere vrede plaatselijk (nog) aandacht geschonken werd besloot ik mijn route daar naartoe te verleggen. Er schijnt nog een vorm van een herdenkingssteen te staan ergens aan een laantje in een plaatsje verderop in de buurt, ik heb het niet gevonden.
Wel stuiterde ik in Fromelles op een klein en nagenoeg nieuw museum dat na bezoek meer dan de moeite waard bleek. De slag van Fromelles was mij onbekend en ik was decennia hieraan voorafgaand niet de enige tot enkele historisch bewuste streekgenoten op de proppen kwamen met een vergeten massagraf op het Merelveld net buiten het dorpje. Het zorgde ervoor dat kort geleden dit museum het daglicht zag en het leven van de honderden daar geslachte mannen op DNA gedetecteerd opnieuw maar nu met naam genoemd in de grond gestopt werden. De aanpak en totale presentatie laat goed en duidelijk de waanzin zien die oorlogen zijn, de lange route die veel Australische en Canadese jonge knuppels afgelegd hebben om uiteindelijk na aankomst bij het front binnen luttele uren verpulverd in de Franse modder te verzinken.
De loopgraven, de met hout afgetimmerde ondergrondse schuilplaatsen, het leed, de ellende.. de kundige gids meende het te kunnen vergelijken met de situatie van nu, met het massale sterven in het Oosten van Oekraïne om maar eens een dwarsstraat te noemen, sterven 2.0, maar dan anders, iets met het herhalen van zetten. Ik vertrek in het avondlicht weer naar het Noorden, zwenk de neus van m’n Zwoele Franse Troela richting Terneuzen, terug naar Het Noorden.. Route Retoure