Ze zaten relaxed achterover op hun stoelen en luisterden aandachtig, de kornuiten van de combinatiegroep 7/8 van de Driesprong. Als direct vanaf het begin waren ze er met hun aandacht bij op een enkele leerling na. Die richtte zijn blikken op de langwerpige jute zak die onder het digibord en half verscholen achter een paar kratten verscholen lag.
Ik zag ‘m haast hardop denken en kon de vraag bijna horen die op z’n lippen lag “Of daar soms geweren in zaten.” Ja, inderdaad, dat en veel meer ander authentiek materiaal sleep ik in oude kisten op een karretje mee de lokalen in. De kinderen vinden het prachtig, niet alleen de verhalen maar ook de materialen die ik op zo’n ochtend gebruik.
Met wat verhalende voorbeelden en met behulp van bordtekeningen had ik hen op weg geholpen om hun hoofd aan te zetten. Na wat voorbeelden over verdiepingen en etages, hoogte- en dieptevrees en versnellingen en vertragingen zag ik verschillende gezichtjes verrast opkijken. Het kwartje begon bij enkelen al te vallen toen ik over het verschil tussen NA-denken en ZELF-denken begon. Het verhaal kwam uiteraard op Adolf Hitler en de Tweede Wereldoorlog, daar hadden ze al alles over gehoord, sommigen hadden al een spreekbeurt daarover gemaakt. Over concentratiekampen, joodse mensen, over NAZI’s, Anne Frank, het Achterhuis en over blanke huid, blonde haren en blauwe ogen.
Ik haakte daarop in en nam de kinderen in mijn verhaal mee naar een denkbeeldig ander klaslokaal waar ook een grote groep kinderen naar m’n verhaal luisterde. In die denkbeeldige groep zat halverwege het lokaal, een meisje dat geboeid zat te luisteren. Ze was duidelijk niet blank, had geen blonde haren en ook geen blauwe ogen.
“He, hallo.. waar kom jij vandaan?” vroeg ik haar vriendelijk. “Syrië” antwoordde ze met een gulle glimlach om haar mond. “Oh, ben je op vakantie in Nederland?” antwoordde ik haar. “Nee” zei ze, “het is daar oorlog”. “Potverpielekes” zei ik “is Adolf Hitler ook bij jullie geweest? Hebben jullie dan niet goed opgelet op school? Weten jullie dan niets van over concentratiekampen, hebben jullie dan niets geleerd over die gemene Duitsers, Anne Frank en het Achterhuis? Want daar komt de oorlog van, zo leren wij dat in Nederland. Misschien dat we met zijn allen snel naar Syrië toe moeten gaan en op alle scholen daarover moeten vertellen”
Het meisje haalde haar schouders op en schudde haar hoofd, nee.. ze wisten in Syrië niets over die meneer met zijn snorretje en zijn arm omhoog, ze hadden nooit gehoord van het meisje Anne Frank, over haar schuilplek aan de Amsterdamse Prinsengracht en het Achterhuis. Ze wist eigenlijk niet goed hoe de oorlog in haar land kwam, het had volgens haar iets met bepaalde soorten geloof te maken, groepen mensen die elkaar dood maakten omdat ze niet hetzelfde geloofden. “Weet je” antwoordde ik.. “die groepen mensen, ja, die spelen zeker een rol. Die worden tegen elkaar opgehitst om ruzie te maken. Het zijn Syrische mensen die met elkaar oorlog maken waar andere groepen mensen uit andere landen zich mee gaan bemoeien en waar ook regeringen en grote bedrijven uit andere landen zich mee bemoeien. Zij geven geld voor wapens en munitie, zij betalen de haat en de oorlog en dat heeft vooral te maken met de enorme rijkdom van het land.”
Terwijl ik dit verhaal vertelde hield ik mijn ogen op de kinderen in de klas gericht en zag hier en daar al een opgetrokken wenkbrauw op de gezichtjes verschijnen. Enkelen waren al tijdens mijn verhaal op de gedachte gekomen dat oorlog meer was dan alleen WOII, en andere spelers en oorzaken moest hebben. Het zelf-denkende gehalte van de groep steeg met sprongen en na afsluiting van de ochtend waren de kinderen en de leerkracht enthousiast over de gastles. Zelf denken en niet als een mak schaap dingen NA-denken die een ander VOOR-gedacht heeft. Voordat de leerlingen me meehielpen om al het getoonde materiaal weer in m’n Twingo te laden mochten zij die het wilden zich ermee uitdossen voor een groepsfoto. Een klas vol verhalen achterlatend verliet ik het Groningse Drieborg, hopelijk tot volgend jaar.