Kennis, begrip en wetenschap van maan, zon en sterren hebben de vroegste aardbeschavingen o.a. in staat gesteld de seizoenen te verklaren, de weersgesteldheid en ontwikkeling te voorzien en de best geëigende tijd te bepalen om te zaaien of te oogsten. Levensnoodzakelijke kennis over voortplanting, dood en (over)leven die wereldwijd en in alle culturen en beschavingen eigen was is vastgelegd, onderwezen en doorgegeven doormiddel van figuratieve symboliek.
In het 8-spakige hemelwiel welke gebaseerd is op de stand van zon, maan en sterren ten opzichte van de aarde is deze kennis meerlagig en meervoudig ingesloten en zowel toen als nu als Cosmografische almanak te raadplegen. Deze pre-historische, voor-religieuze symboliek is tot op de dag van vandaag terug te vinden in alle wereldreligies evenals alle kennis die hieraan ten grondslag ligt.
Planeet aarde draait al sinds mensenheugenis linksom haar eigen as en tegelijk in een ellipsvormige baan om de zon. Ze is een dynamische en altijd in beweging zijnde planeet met een vloeibare hete kern en een gestolde buitenmantel waarop alles wat ademt leeft. De aarde kantelt bij haar draaiing iets om haar eigen as die van noord naar zuid dwars door de aarde is voor te stellen.
Geografisch wordt hiermee de noordpool en zuidpool aangemerkt. De hellingshoek van de aardas is gemiddeld 23,5 graden maar is in de loop der tijden variërend van 21,9 tot 24,5 graden. De aarde draait behalve om haar eigen as ook gyroscopisch zoals een tol, wat zo voorgesteld kan worden dat de zuidpoolpunt van de aarde op haar plaats gefixeerd blijft terwijl de Noordpoolpunt linksom cirkelt en daarmee een naar boven gerichte, denkbeeldige kegel vormt.
Deze beweging wordt Processie genoemd. De aardas voltooit in 26.000 jaar deze kegelbeweging. Door de ellipsvormige omloopbaan van de aarde is de afstand tussen aarde en zon ongelijk. Wanneer de aarde de zon het dichtst benadert verschilt deze afstand 5 miljoen km met de verst van de zon verwijderde positie. De kortste afstand meet 147 miljoen kilometer, de verst verwijderde afstand 152 miljoen kilometer, de bijbehorende benamingen hiervoor zijn respectievelijk Perihelium en Aphelium.
De kanteling van de aarde zorgt ervoor dat het Noordelijk halfrond in haar uiterste positie in de ellipsvormige omloopbaan om de zon meer zonlicht en warmte vangt en de aarde hiermee haar warmste seizoen oogst. Daar tegenovergesteld vangt de aarde in haar positie in de kortste omloopduur en minder gekromde omloopbaan minder zonlicht en warmte.
Het magnetische veld dat als een donut van spiralen de aarde omringd speelt hierin een rol van betekenis zoals ze ook bepalend is bij het afschermen van de aarde tegen de invloeden van zonnewind en -erupties die een destabiliserend effect hebben en disbalans veroorzaken. Jaarlijks rond 4 januari bevindt de aarde zich het dichtst bij de zon (Perihelium) terwijl ze rond 4 juli het verst van de zon (Aphelium) verwijderd is.
Het Perihelium en Aphelium staan voor de koude (winter) en warme (zomer) periode, kort gezegd voor het donker en het licht, dood en leven.
De aarde draait in 24 uur om haar eigen as en voltooit ze in 365 dagen haar omloop rond de zon. Als gevolg van de kanteling van de aardas en kegelvormige rotatie ten opzichte van de zon ontvangt de aardoppervlakte in haar omloopbaan in afwisselende mate zonlicht en warmte. Rond 21 juni schijnt de zon loodrecht op de positie die bekend staat als de Kreeft- (of Noorder) keerring op 23,5 graden noorderbreedte.
Het zonlicht schijnt nu tot over de daarboven liggende noordpoolcirkel op 66,56 graden noorderbreedte, en laat – door de bovenomloop van de kegelbeweging – haar licht tot over de Noordpool schijnen. Door haar draaiing naar links lijken de sterren en sterrenstelsels rechtsom de aardas te draaien.
De Noorder keer-ring geeft op aarde de uiterste positie aan van de kegelbeweging waarna ze zich weer afwentelt en zich daarmee in een andere hellingshoek naar de zon toe keert. De naam Kreeftskeerkring is afgeleid van het sterrenbeeld Kreeft en herinnert aan een voorbije periode toen tijdens de zonnewende de zon op de noorder-keerkring in het sterrenbeeld Kreeft stond.
Vandaag de dag staat de zon tijdens de wende in het teken van het sterrenbeeld Stier. Rond 21 december schijnt de zon loodrecht op de positie die bekend staat als de Steenbok- (of Zuider) keerring op 23,5 graden zuiderbreedte. Het zonlicht schijnt nu tot over de daaronder liggende zuidpoolcirkel op 66,56 graden zuiderbreedte. De naam Steenbokskeerkring is afgeleid van het sterrenbeeld Steenbok en geeft aan dat de zon tijdens de zonnewende op de zuider-keerkring in het sterrenbeeld Steenbok staat.
Hoe groter de kanteling van de geografische aardas, des te meer zonlicht het Noordelijk halfrond zal ontvangen, des te warmer dit werelddeel wordt. De Zuidpool oftewel Antarctica herbergt met een laagdikte tot ca. 5 km nagenoeg alle ijs van de planeet aarde. Meer dan 90% bevindt zich op dit continent met de laagste luchtvochtigheid.
Een kleine afwijking van enkele duizendste graden meer of minder van de aardas geeft met name in het Noordelijk halfrond (door de kegelbeweging van de aardas) een direct waarneembaar resultaat in de aardetemperatuur. De positie van de geografische pool – de denkbeeldige aardas die van noord naar zuid dwars door de aarde loopt – is dynamisch. De noordelijke poolas beweegt zich langzaam in de richting van het zuidwesten, met een snelheid van elf centimeter per jaar.
De mens heeft hierop geen enkele invloed en is niet in staat hier op enige wijze in te grijpen. Naast de geografische pool kent de aarde ook een dynamisch bewegende geomagnetische pool. Sinds de bestudering en vastlegging van deze geomagnetische pool verschuift deze jaarlijks met steeds groter wordende stappen en verplaatst zich nu per jaar 55 kilometer oostwaarts.
Verschuiving van de magnetische polen is het gevolg van veranderingen die optreden in de vloeibare aardkern met als gevolg daarvan gewijzigde samenstelling en sterkte van de magnetische velden. De verschuiving van de geomagnetische pool heeft eveneens tot gevolg dat de zonnewind en zonneerupties zich wereldwijd kunnen laten gelden met klimaatveranderingen als direct merkbaar resultaat veroorzaakt door aardverschuivingen, vulkaanuitbarstingen, zeebevingen, etc. Ook hierop heeft de mens geen enkele invloed en is ook niet in staat hier op enige wijze in te grijpen.
De Maan draait op haar beurt weer linksom en in een ellipsvormige baan van 0,05 graden om de aarde en dat in 29,53 dagen. Doordat de maan rond de aarde draait krijgen we per dag een ander beeld van de maan en kennen we op het Noordelijk halfrond de navolgende 8 schijngestaltes. Nieuwe maan, wassende sikkelvormige maan, eerste kwartier, wassende vooruitspringende maan, volle maan, krimpende vooruitspringende maan, laatste kwartier, krimpende sikkelvormige maan.
In het Zuidelijk halfrond zijn de schijngestaltes tegenovergesteld waar te nemen. In tropische gebieden neemt de maan een eerder horizontale schijngestalte aan. Door de licht elliptische baan om de aarde bedraagt het verschil in afstand tussen maan en aarde gemiddeld 24.000 km.
Al eeuwen hebben de aardse beschavingen gebruik gemaakt van de kennis van zon, maan en sterren om het aardse bestaan vorm en richting te geven, nooit echter heeft ze ook maar de minste invloed bezeten om de loop van de zon, maan of sterren, laat staan die van de aarde te beïnvloeden.
Verspilling, verkwisting en misbruik met vervuiling tot gevolg bedreigt enkel de mens en de natuur op microniveau en is op geen enkele manier van positieve of negatieve invloed op de stand en loop van zon, maan en sterren, laat staan op die van de aarde, zoals de klimaatreligie aanhangende hysterici beweren.