Terwijl haar twee ranke honden lekker relaxed onder de eetkamertafel bij haar voeten liggen, zit ik genietend van de koffie tegenover haar. “Ik heb ook wat lekkers opgehaald” zegt ze terwijl ze het witte gebaksdoosje openmaakt met daarin Prins-heerlijk gebak uit eigen dorp.
Ik kan en wil de verleiding niet weerstaan en verhuis een van de twee ambachtelijk gemaakte meesterwerkjes op het blond-schoteltje voor m’n neus. Het overgebleven zoete bakwerkje verhuist naar het schoteltje van Stefanie zelf, ‘Steffie’ voor vrienden.
Voluit heet de bijna 40-jarige en in het Duitse Sauerland geboren prettig ogende blondine Stefanie Strehl. Als vierjarige kwam ze samen met haar Nederlandse moeder, broertje en zusje naar Oost-Groningen en streek ze in het Koopmansstadje Winschoten neer. Het was voor het eenoudergezin financieel gezien geen florissante start maar als kind is ze niets te kort gekomen zegt ze. Ze is dan ook niet erg materialistisch ingesteld, de nu in Scheemda neergestreken Steffie is juist en vooral meer een mensen-mens. Zorgzaam ook met een brede belangstelling in en voor mensen, een gouden karaktertje eigenlijk dat goed tot z’n recht kwam in het werk dat ze met veel liefde verrichtte.
Totdat de Coronaperikelen er een einde aan maakten gaf ze haar zorg aan een zwaar gehandicapte jongen. De normaalste dingen die tot aan toen gewoon waren kwamen op de helling te staan en overnacht was het geven van een knuffel not-done, volledig onbegrijpbaar voor haar gehandicapte client. Een spontaan uitstapje naar de Pier van Termunten of een bezoekje aan het Winschoter centrum, luisteren naar het door hem zo geliefde beieren van het carillon, werd van de ene op de andere dag als een levensgevaarlijke onderneming beschouwd en niet meer toegestaan. Het voelde voor Steffie alsof ze haar protegé alleen en in de steek moest laten.
“Ik voelde me als zovelen in een hoek gedrukt, ik vond het zo niet kloppen te zien dat om me heen mensen alleen werden gelaten, zelfs gedwongen waren om alleen te sterven zoals veel ouderen die zonder partner, kinderen of familie de laatste adem uitbliezen. In mijn ogen en voor mijn gevoel was dat niet het geven van zorg, maar meer het onthouden ervan. Ik heb mij daarover wel eens uitgelaten tegenover een vrouwelijke collega die me daarop antwoordde dat ze hoopte dat ik niet geholpen zou worden als ik ziek zou worden. Ik gaf toen als reactie dat ik hoopte dat zij wel alle noodzakelijke hulp en steun zou krijgen als zij – als rookverslaafde – longkanker zou oplopen”.
Ze vond het een vervelende en nare tijd. De Coronaperiode heeft voor veel sociale-, en maatschappelijke schade gezorgd, families die uit elkaar gerukt zijn, vriendschappen die verloren gegaan zijn. Voor de positief ingestelde Steffie is maatschappelijke verbinding een elementaire factor, “je moet jezelf nooit verliezen, en laat niemand je vertellen hoe je leven moet, dat bepaal je nog altijd zelf” aldus de spontane flapuit. De goedlachse blondine praktiseert ook datgene wat ze proclameert, verbind de mensen die haar omringen. Haar huis en tuin zijn geregeld het warme welkome toneel voor vrienden uit alle lagen van de bevolking en hoeken van het land. Samen aan koffie & koek, gezellig uit eten, zoeken en kijken naar positieve overeenkomsten en dingen die mensen verbinden.
Het is die tegenstellingen overbruggende en elkaar respecterende groep van vrienden waarvan ook ik graag deel uitmaak. Een kring gelijkgestemden, die zoekend naar verbinding elkaar vasthouden, vooral en ook juist als de omstandigheden het leven moeilijker maken. Tijd maken voor elkaar, tegenover elkaar genietend van de koffie, al dan niet met Prins-heerlijk gebak uit eigen dorp. “Du bist die person die uns allen zusammen halt” zei m’n vader laatst tegen me, dat doe ik graag en valt me ook niet zwaar, ik wil verbinden en vasthouden.”