Met een ietwat beduimeld glas in de rechterhand, halfvol gevuld met eigen bloedrood brouwsel, overpeins ik onder ’t afgedakte deel de dag. De toer met Troela naar de Stad, de snerp- & snierende Doedelaars in ’t groen, de koffieleut & teut in ’t gras over alles en van iets.
Over ’t mysterie van de dubbeltraps gekroonde virea waarmee niet het zespotige insect bedoeld die het bladafval in m’n groene achterbuurt verwerken helpt tot baarlijke compost. De wijn die werkt, dat wordt gemerkt en in ’t schemerduister duikt vanuit het niets een wonderlijk vehikel op.
Een arrenslede zonder trekbeest, geen Hond, noch Peerd, geen Ezel en geen Eland, verschijnt ter plekke schuin voor de verlichte plantenkas. Lichtelijk door Bacchus aangeschoten verruil ik van plaats en verhuis van Palastieken tuinstoel naar de zwaar gevoerd & gecapitonneerde zetelslede.
Mijn lodderig oog valt op de klok waarop de cijfers zich vanzelf tot getallen vormen, waar raderen ratelen en schijven schuiven en zo ineens ben ik niet meerhiermaardaar, Bek toede Fjoetjuur!
Ik vind mezelf terug in tijd geworpen, ergens begin jaren ’80 van de vorige eeuw, in de weelderige bossen van Papua, Nieuw Guinea.
Een jonge inboorling, een man van slechts 21 lentes jong, sluipt door het woud, jaagt het eten van zijn 300 stamleden en zichzelf na en weet een wild varken te verschalken. Het zal de primitief levende Hagahai stam waarvan hij deel uitmaakt versterken en goed doen, juist nu ze meer geplaagd door onbekend malheur door ’t oerwoudleven gaan.
Hun ongemak komt een Amerikaanse Medisch Antropologe ter ore, Carol Jenkins, die gezwind een wentelwiekvlieger aan laat rukken en zichzelf in de rimboe neer laat dalen. Ze lacht heel lief, strooit knikkers, spiegeltjes en kralen en weet voor eigen bestwil van de primitievelingen de 21-jarige inboorling wat bloedmonsters te ontfutselen. In het Land der Braven en onvoorstelbare geniepigheden wordt het monster door het U.S. National Institutes of Health onderzocht en daar ontdekt men het wonder der natuur.
De Hagahai hebben in hun bloedlijn aan Leukemie gelieerde T-cellen zonder zelf aan deze ziekte te lijden. In het land van onbegrensde graaizucht hoort men de Dollars al rollen en ontwikkelen Moderne Mengele’s door middel van recombinant DNA technologie een gemodificeerd menselijke cellijn waaruit ze het HTLV (Human T-Lymphotropic Virusvariant) ontwikkelen.
Een vaccin om daarmee mensen te vaccineren die besmet zijn met ziektes die verwant zijn aan het HTLV-I virus. Alle Farmaceutische concurrentie uitsluitend wordt in 1991 hiervoor het patent aangevraagd dat in maart 1995 wordt verleend onder US Patent: 5.397.696, het Hagahai-patent.
Het menselijk erfgoed, onvervreemdbaar menselijk eigendom, wordt decennia terug – ten bate van de fel geïnteresseerde Farmaceutische Maffia – gepatenteerd. Witte Jassen Manipulatie van het gen, boven God & Allah, Brama en Vishnu en alle andere hulp- en bijgoden verheven wensmens klutseknutsel. Het lijkt een bizarre en onwerkelijke nachtmerrie, de gepatenteerde mens, dat kan niet, dat mag niet, nu niet, never niet… nooit!
Heb ik last van mijn eigen bloedrood brouwsel, heeft Bacchus mij te zeer geraakt? Emotioneel & zwaar aangeschoten vloer ik mijzelf weer neer in de goed gevoerde & gecapitonneerde zetelslede, weg uit deze boze droom, uit deze nachtfurie en idiotenagenda, terug naar het NU, Bek toede Fjoetjuur!