Na een geslaagde halve dag etappe in middag- en avondzon trek ik even voor tienen de handrem hoog en de sleutel uit m’n Zwoele Franse Troela. Ze staat lekker in de schaduw afgemeerd op het pleintje van de kerk in Grand Fougeray, zo’n 40 km onder Rennes, voor ik de volgende dagen verder naar het Noorden terugtrek. Zes jaar eerder had ik in dit plaatsje al eens overnacht in het prachtige Chambre d´hôtel Les Hortensias om nu onder de beddenlakens te kruipen in Hotel Les Palis. Mijn terugreis had ik grofweg zo ingepland dat deze me over en langs de slagvelden van de Tweede Helft zou voeren. M’n bejaarde Tom-Tom mocht deels de weg wijzen, waarop ik via m’n kompas mijn Route Retoure verder in elkaar frutselde. Tachtig jaar terug in de tijd vlogen hier op dit stuk van de aarde meer dan een miljoen jonge mannen elkaar naar de strot, schoten elkaar tot pulp, hakten elkaar tot moes en moordden elkaar naar hartelust uit en dat allemaal in naam van de Vrede.
Nog steeds is het gebied vergeven van honderduizenden ramptoeristen, oorlogsverslaafden die na vervlogen decennia niet kunnen overleven zonder postuum een lijntje oorlogsleed gesnoven te hebben. Elk zijn eigen D-day herinnering, als het zou kunnen nog op de foto met een bejaarde Engelse Knar die de mazzel had niet op het strand te stranden en wist te overleven. Ik heb er nix mee, geniet meer van een glas rosé op een rustig en klein terras en vind het eerder triest dat dit mooie West-Franse gebied door de WW2 genocide zijn eigen culturele origine verloren lijkt te hebben dat slechts met dood-en-ellende in gedachten voortleeft. Juist NU kom je nauwelijks ongemerkt voorbij aan de overdadig voorhanden zijnde prullaria, zoals een handige Yankee overall voor haar, een beetje pikant model met stoere oorlogsbelijning. Koekjes, snoepjes, zoutjes, drankjes, boekjes .. allemaal overgoten met een grafisch en heroïsch getint geallieerd sausje gecompleteerd met de jaartallen 1944/2044.
Twintig jaar lang heb ik als Vrijdenker Vredesonderwijs verzorgd op honderden scholen aan tienduizenden kinderen in Nederland, en geregeld nam ik hen dan mee naar het jaar 1914 waar de Kerstvrede de doodsstrijd even tot bedaren bracht. In het vlak tegen de Belgische grens gelegen Noord-Franse plaatsje Fromelles kropen duizenden mannen na een initiatief van Duitse soldaten uit de loopgraven, zwegen de wapens, werd wijn en bier gedronken en gevoetbald. Benieuwd of er vandaag de dag aan deze bijzondere vrede plaatselijk (nog) aandacht geschonken werd besloot ik mijn route daar naartoe te verleggen. Er schijnt nog een vorm van een herdenkingssteen te staan ergens aan een laantje in een plaatsje verderop in de buurt, ik heb het niet gevonden.
Wel stuiterde ik in Fromelles op een klein en nagenoeg nieuw museum dat na bezoek meer dan de moeite waard bleek. De slag van Fromelles was mij onbekend en ik was decennia hieraan voorafgaand niet de enige tot enkele historisch bewuste streekgenoten op de proppen kwamen met een vergeten massagraf op het Merelveld net buiten het dorpje. Het zorgde ervoor dat kort geleden dit museum het daglicht zag en het leven van de honderden daar geslachte mannen op DNA gedetecteerd opnieuw maar nu met naam genoemd in de grond gestopt werden. De aanpak en totale presentatie laat goed en duidelijk de waanzin zien die oorlogen zijn, de lange route die veel Australische en Canadese jonge knuppels afgelegd hebben om uiteindelijk na aankomst bij het front binnen luttele uren verpulverd in de Franse modder te verzinken.
De loopgraven, de met hout afgetimmerde ondergrondse schuilplaatsen, het leed, de ellende.. de kundige gids meende het te kunnen vergelijken met de situatie van nu, met het massale sterven in het Oosten van Oekraïne om maar eens een dwarsstraat te noemen, sterven 2.0, maar dan anders, iets met het herhalen van zetten. Ik vertrek in het avondlicht weer naar het Noorden, zwenk de neus van m’n Zwoele Franse Troela richting Terneuzen, terug naar Het Noorden.. Route Retoure