Oorlogen zijn van alle tijden en zijn onveranderd het gevolg van misleiding en bedrog. Onder vals vlag en vaandel opererende internationale economische gangsters staan aan de bron en basis ervan. Nu in Syrie, Irak, Iran, Yemen – wereldwijd veroorzaken deze psychopaten dood en verderf! Hoe en op welke wijze dit aangepakt wordt is onveranderd, verdeel en heers. Zorg ervoor dat groepen tegen elkaar opgezet worden, stel hen alles ter beschikking waarmee ze elkaar op het gemeenste en smerigste kunnen uitroeien en neem daarna controle over het gebied/land en neem bezit van de rijkdommen.
De Eerste Wereldoorlog is een pakkend voorbeeld van het dreigende failliet van de economische machthebbers in Amerika die – net als vandaag de dag – vanaf het eerste begin miljarden verdienden aan de dood op het Europese slachtveld. De handel en verkoop van (oorlogs)producten af te zetten aan de geallieerden (De Entente) bracht miljarden maar de Centralen (Duitsland, Oostenrijk) hadden de betere kaarten en waren aan de winnende hand. Het zorgde voor paniek bij de bankiers achter de schermen en de handelaren des doods.
De Amerikaanse ambassadeur Walter Hines Page in Londen waarschuwde president Woodrow Wilson op 5 maart 1917 dat Engeland nagenoeg failliet was “Ik ben er zeker van dat de stijgende crisis van nu af aan de financiële hulpmogelijkheid welke het huis Morgan aan de Britse en Franse regeringen kan bieden, is ontgroeid. Om onze momenteel overheersende handelspositie in stand te houden en een paniek te vermijden, bestaat er hoogstwaarschijnlijk geen ander middel dan Duitsland de oorlog te verklaren. Als de Verenigde Staten aan Duitsland de oorlog verklaren, zou men door een lening aan Engeland en de geallieerden veel hulp kunnen verlenen. Wij zouden onze handel kunnen in stand houden en uitbreiden tot de oorlog gedaan is. En na de oorlog zou Europa voedingswaren en geweldige hoeveelheden materiaal nodig hebben voor de wederopbouw van zijn vredesindustrie. Aldus zouden wij ons voor lange jaren het profijt verzekeren van een ononderbroken en waarschijnlijk nog steeds toenemende handel.”
In juli 1917 telegrafeerde Walter Hines Page naar Washington “in de afgelopen tijd zijn zoveel olietankers tot zinken gebracht, dat dit land al snel in een gevaarlijke situatie terecht kan komen. Zelfs de Engelse vloot zal dan mogelijk niet meer voldoende brandstof hebben. Het handelt zich hier om een zeer ernstige situatie.” Volgens Page moest “een nederlaag van het ‘Verenigd Koninkrijk’ onder ogen moest worden gezien.” De opperbevelhebber van de Britse marine, admiraal John Rushworth Jellicoe, liet weten dat “het onmogelijk was de oorlog voort te zetten als de verliezen op die schaal voortduurden.” Later zou hij laten weten dat het in november 1917 voor de geallieerden ‘een dubbeltje op zijn kant was’.