Als je van de week tijd hebt … heb denk ik iets leuks voor je” tingelde m’n mobiele belapparaat het ingetikte bericht van hem binnen. Die week werd het ‘m niet, wat andere bezigheden binnen- en buitenshuis hebbende was het een weekje later zover dat ik samen met m’n 21-jarige Frêle Française m’n opwachting bij hem maakte.
Deur was los en de koffie stond warm, klaar om ingeschonken te worden. Met melk – zonder suiker, want dat heb ik al meer dan genoeg. “Daar staat het” zei hij terwijl hij naar de vier opgestapelde bruin kartonnen dozen wees die voor een van de opgestelde vitrine’s op de wit betegelde plavuizenvloer stonden. Antike Bücher lieten de dichtgeslagen flappen in zwart geschreven letters lezen, dat beloofde veel, maar eerst om tafel, de koffiebekers gevuld en tijd gemaakt voor korte dronk en bijgaand kout, oftewel we spraken over de zaken die ons laatstelijk bezig hadden gehouden.
“Kijk maar wat je er van gebruiken kunt” zei hij nadat de koffie genuttigd en de dozen in het achteronder van m’n Frêle Française verhuisd waren. “Veel plezier ermee, ik hoor het wel van je” en wuifde me na en uit. Thuisgekomen en uitgestald op de buitentafel onder de overkapping waren daar een pronte verzameling Luther’s & Schiller’s Sämtliche Werke, Goethe’s Briefe en diverse banden met Goud op Snee. Goed gebonden boekwerken waarvan het merendeel van voor 1900, interessant bovenal en zeer zeker niet afkomstig uit de bibliotheek van een onbelezen of ongeletterde Oosterbuur die de Frakturschrift machtig was. De komende tijd wat leuks te doen, ont-dekken wat nu nog verborgen is tussen de banden van deze Kloeke Boeken.