“Ze staan gewoon te liegen. Voordat ik aan de renovatie van m’n tuin begon en op eigen kosten m’n huisje van binnen ging opknappen heb ik Pieter Brouwer, de buurtconciërge van Acantus, er nog uitdrukkelijk naar gevraagd. Het gonsde al zo lang van de geruchten. Maar, nee, daar moest ik maar geen aandacht aan schenken, ik werd er zelfs toe aangespoord om m’n handen uit de mouwen te steken om m’n eigen woongenot te verhogen”. Ze kan er niet over uit, Andrea van der Laan, dat ze zo voorgelogen is.
Al meer dan vier jaar woont ze naar alle tevredenheid in de Parklaan. De 41-jarige spontane en vlotte Andrea is heel duidelijk, ze is in de buurt precies op haar plek. Leuke woonomgeving, goede buurcontacten en qua woninggrootte precies haar plekje. Als full-time klantenservicemedewerker voelt ze zich helemaal thuis in de volksbuurt en via omzwervingen kwam ze vanaf de Buiten Eexterweg hier terecht. Zij gaat hier niet weg, nu niet, nooit niet. Ze voelt zich op zijn zachts gezegd misleid door de woningcoöperatie en door alle miscommunicatie ligt alles nu in en om haar huis stil.
De twee-onder-een-kapper waarin ze woont heeft ondanks geregelde meldingen en verzoeken van haar kant een chronisch onderhoudstekort, desondanks was ze zelf aan de slag gegaan. Geld bij elkaar gepot om de woning aan de binnenkant te verfraaien en ook in de tuin had ze al het nodige gedaan. Ze had op eigen kosten een minikraantje laten aanrukken want ja, ‘het waren allemaal alleen maar geruchten’ werd haar verzekerd. Binnenkort zou er begonnen worden met het herstellen van de aardbevingsschade, ze had er al vrij voor genomen maar zo ineens kwam deze week bericht dat dat eerst van de baan was.
Niet alleen wat betreft het huis van Andrea maar in heel Scheemda zijn de reparatiewerkzaamheden opgeschort tot (voorlopig?) eind september. Andrea denkt er – net als heel veel andere buurtbewoners – ondertussen het hare van, wat en wie moet ze nu nog geloven? Ze heeft de Bewoners Organisatie Oldambt ingeschakeld, een actieve belangenorganisatie waar het overgrote deel van de buurt lid van is. “Laat Acantus maar met het BOO in conclaaf gaan, ik trek mijn handen er vanaf, ik ben klaar met dat gelieg.”