Home » Columns » Een Vuil Gelogen Kerstfeest

Een Vuil Gelogen Kerstfeest

Het is Kerst 1944 als in het concentratiekamp Ravensbrück 200 Joodse kinderen op gruwelijke wijze om het leven gebracht worden. De kinderen maakten deel uit van een verplicht samengesteld Joods kinderkoor dat de opdracht had voor de SS kerstliederen te zingen terwijl dezen met hun gasten genoten van een overvloedige maaltijd.

Na afloop van het concert werd de kinderen verplicht achter te blijven en werd de zaal ontruimd, overgoot de SS – voor ogen van de buiten wachtende wanhopige moeders – de barak met olie en benzine, bestookte haar met granaten en doorzeefde de in brand gezette barak met hun machinegeweren. Op een verscholen enkeling kwamen alle kinderen van het kamp bij deze terreurdaad jammerlijk om het leven.

Aldus te boek gesteld door enkele Joodse overlevenden die zich van het vuur gespaard verklaarden, een hatelijke en om wraak- en vergelding roepende demonische Kerstvertelling en …. compleet tegengesteld van wat zich volgens diverse andere bronnen tijdens Kerst ’44 in werkelijkheid in Ravensbrück afgespeeld heeft.

“De overwinningen van het naar het westen oprukkende Rode Leger en de voortdurende terugtocht van de Duitse Wehrmacht was er ook de reden van dat de SS-Oberaufseherin de gevangenen toestemming gaf een feest voor de kinderen te organiseren. De groep van meisjes en vrouwen die in de decemberdagen van 1944 hielp het feest voor de ongeveer 400 kinderen in het vrouwenconcentratiekamp voor te bereiden strekte zich verder uit dan de rijen der anti-fascisten. Vrouwen van allerlei nationaliteiten deden hun best om het de kinderen naar de zin te maken. Zij spaarden wat brood uit eigen mond, een stukje margarine om de kinderen eens verzadigd te zien.

Uit oude stofresten knutselden ze met veel kunstzinnig talent en nog grotere handvaardigheid ballen, poppen en speelgoed. De vrouwen die van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat voor de soldaten sokken en handschoenen moesten breien lieten ’s nachts, ondanks de vermoeidheid de breinaalden tikken om van ‘georganiseerde’ wol kinderhandschoenen en kleine pullovers te breien. Andere vrouwen ’toverden’ uit het niets figuren voor een poppenkast. Op de dag van het feest genoten de kinderen van de avonturen van Jan Klaassen en Katrijn.

De Duitse communiste Ilse Hunger beschrijft in haar herinneringen hoe vrouwen die zich anders nergens mee bemoeiden en weinig kontakt met anderen hadden uit alle macht meewerkten: “In iedere barak zaten er vrouwen te breien en naaien. Uit allerlei afval en resten wordt het mooiste kinderspeelgoed gemaakt. Zo groeiden er manden vol cadeautjes. Er waren alleraardigste kostbaarheden, soms ware kunstwerken: spelletjes, ballen, poppen, truien, jurkjes en andere kledingstukken. Voorzichtig lieten we alles door onze handen gaan en probeerden we onze tranen te bedwingen..

Op Kerstavond begon het spel. De gekleurde lampen op het kleine podium verspreidden een sprookjesachtig schijnsel over de blozende poppengezichten. . . maar wijzelf hadden alleen maar oog voor de kinderen in de zaal, die gelukkig en vol aandacht voor wat er ging gebeuren voor 1 x hun treurige leven geheel vergaten. En toen de eerste lachsalvo’s van deze armzalige 400 weerklonken en het enthousiasme steeds groter werd en ze zich naar voren drongen om maar niets van het poppenspel te missen, toen maakte ook bij ons de reserve plaats voor blijdschap en groeide de wil om vol te houden om het onrecht dat hier in het kamp mensenkinderen werd aangedaan, eens ongedaan te maken.” (*)

(* https://gramschap.nl/rbweb/rbverd3.html)