Home » Columns » Poten in de Klei

Poten in de Klei

“Welkom, fijn dat je er bent” begroet hij me en met uitgestoken hand loopt Mark op mij toe. “Wil je wat drinken? Koffie?” vraagt hij, waarna hij me met ferme pas voorgaat en als amateur Barista zijn koffieskills toont en een dampend verse bak onder de machine vandaan plukt.

Mark… een man van zelf doen, geen poeha en tralala, dat is al direct duidelijk. “Zullen we hier gaan zitten?” stelt hij voor en met een uitnodigend armgebaar geeft hij richting en duidt daarbij een van de ruime en lichte werkkamers in het bedrijfspand aan. Voorzien van koffie, pen en schrijfblok schuif ik bij en met hem aan de grote werktafel en ontspint zich een prettig en ontspannen gesprek.

De 47-jarige Mark van der Flier is een karaktervolle kerel, toont in woord en daad wat hij is, wie hij is en waar hij als mens voor staat. De hardwerkende Winschoter ondernemer is, naast partner van Roelke en vader van vier kinderen, directeur van het welbekende grondverzetbedrijf dat zijn achternaam draagt. In alles ademt het bedrijf uit wat hij zelf is, niet bang om de mouwen op te stropen en tot aan de knieën in de modder te staan en vooral ook recht door zee. Het is een man die ook zijn levensovertuiging ten volle in de bedrijfsvoering laat spreken “Wij bezitten niets, we zijn slechts rentmeesters door God op deze plaats gezet”.

Opa van der Flier begon ooit, rond de Tweede Wereldoorlog, als molenaar op de bij veel Winschoters welbekende Molen Edens. Na de oorlog toog vader verder, zette met oud legermateriaal de loonwerk-tak op en leverde gewasbeschermingsmiddelen aan de boeren in het Oldambt. Het bedrijf verkaste naar de Hoofdstraat in Beerta en tot aan de ontwikkeling van de Blauwe Stad was dat de belangrijkste peiler onder het bedrijf. Met een oude shovel & kraan was het Mark die in de familievoetsporen het bedrijf een nieuwe richting en grondverzet-koers inschoof. Mark is een man van de praktijk met beide poten in de vette klei, grond, weg- en waterbouw is zijn ding en dat is ook waar de mannen Van der Flier goed in zijn: graven, zagen, maaien, zuigen, blazen…

“Het is hard werken, en dat is het nog steeds, maar we doen het met liefde en passie. We hebben onze leermomenten gehad en schade opgelopen maar Luctor et Emergo, wij worstelen en komen altijd boven! In 2007 stapte mijn broer Kor in en samen runnen we nu het bedrijf, wij vullen elkaar aan, we hebben blind vertrouwen in elkaar en ik zou niet anders willen. Zoals ik al zei, we zijn als rentmeesters op onze plaats gezet en wij zetten ons in voor ons eigen gezin, het bedrijf, onze mensen en onze regio. Besef goed dat – als je niet kunt delen, kun je ook niet vermenigvuldigen – wat je geeft ontvang je dubbel terug, alles komt retour”.

Mark is een bevlogen mens, heeft een Christelijk Gereformeerde achtergrond, gelooft en houdt vast aan het goede maar heeft niet veel op met het instituut kerk. “Weet je, waar twee of meer mensen zijn is HIJ in het midden, daarom ook faciliteren wij binnen het bedrijf elke eerste zondag van de maand de ruimte om in ZIJN naam bij elkaar te komen. Nu zijn het maandelijks zo’n 30 mensen en dat aantal groeit gestaag. Ieder is altijd welkom binnen onze muren, ook zonder toegangspas of code, daar ben ik, daar zijn wij, uitgesproken in, zeker in een zorgelijke tijd als nu waar onze Vrijheid onder druk staat, waar de leugen tot waarheid verbogen wordt daar willen wij een duidelijk signaal afgeven, wij willen in het licht staan!”

Mark is duidelijk en nog lang niet uitgesproken als hij opstaat om nog eeern kop koffie voor ons te halen. Terwijl ik de laatste aantekeningen uit m’n pen op papier wring zitten we nog even na aan tafel en geeft hij nog een na-brandertje mee “Vrijheid is ons grootste goed, we moeten er alles aan doen om dat te verdedigen, dat motiveert me. Als afsluiter wil ik nog even een belangrijk gegeven kwijt en dat is dat ik als ondernemer kan zijn en tonen wie ik ben door Roelke, mijn vrouw.”