Home » Columns » Thutraaijnofnotjoek

Thutraaijnofnotjoek

Bristol - Lodekka Dubbeldekker bus - 1957 - Catawiki

Om over de plas te komen was al een avontuur op zichzelf, niets pakte uit zoals gepland en uitgerekend. Autopanne en veerbootpech en duizend dingen meer, die zeker achteraf bezien de hele onderneming tot een prachtig ervaringsverhaal hebben gevormd.

Als voorzitter en cluboprichter van een Brits auteur en boekenheld hadden we in kwartetvorm onze neus laten zien. Een bijzonder enerverend weekend dat drieëndertig jaar geleden op een zondag eindigde in een terugreis.

Tot aan Waterloo Station was het goed verlopen, Engelse literaire vrienden hadden ons bij het station afgezet. Na diverse Cheerio’s stapten wij het perron op waar ons duidelijk gemaakt werd dat de Treejn naar de boot niet vertrok, maar Waterloo was niet ons Waterloo, alle reizigers werden per touringcar naar de boot bevorderd. Even buiten het station stond een colonne reisbussen opgesteld en aan het eind ook een Rode Londense dubbeldekkert. Dat leek Winnifred en mij de leukste manier om naar de haven gebracht te worden.

We waren Lucky, we konden helemaal voorin en bovenin plaatsnemen, wat een uitzicht. Ik had nog nooit in een rijdend exemplaar gezeten, dus voor mij een Maidenvoyage. De colonne bussen zette zich in beweging met onze Rode Dubbeldekkert als hekkensluiter. De rit door Londen was wel interessant maar ik was er niet rouwig om daar niet dagelijks te hoeven vertoeven.

Na enige tijd was de city achter-, en de open countrysite voor ons. De buscolonne had zich onderhand van onze dubbeldekker gelost en met zwaar brommend geluid broemden wij aan de verkeerde kant de boot tegemoet. Het bleek niet alleen voor ons een avontuur te zijn, voor de linkshandige chauffeur was het denkelijk zijn eerste Tour of Duty.

Het werd steeds later, de zon was druk bezig zijn biezen te bakken en de schemer viel in terwijl de Dubbeldekkert zwaar brommend zijn weg vervolgde. Ergens was er denkelijk een afslag over het hoofd gezien en werd de omgeving steeds landelijker, de wegen steeds smaller, mooier en glooiender. Het werd er ook steeds krapper op en we trokken bovenin gezeten af en toe de knieën op als de Dubbeldekkert zichzelf dwars door een paar bomen leek te ploegen. Dat kon volgens ons nooit goed komen, dit was toch zeker niet de weg naar de boot, volgens ons waren we Totaly Lost.

Zwaar brommend en grommend kwam de Dubbeldekkert uiteindelijk tot stilstand op een zanderig pad naast een van de vele Lakes die dat Rot(s)eiland telt. Een paar behulpzame Farmers met hun trektuig wist ons weer vlot en On the Road te trekken en wonder boven wonder bleken we niet zo heel ver meer van de Safe Haven af te zijn. De boot lag er nog, men had op ons laatkomers gewacht en nadat de businhoud de loopplank op en het schip ingelopen was werd het anker gelicht en vertrok het richting vasteland.

Belangstellend naar waar we al die tijd geweest waren vroeg men ons naar het hoe en waarom. Een van de passagiers hoorde ik ergens achter ons in zijn beste steenkoolengels verklaren dat er geen trein vertrok. Het klonk wel grappig, maar ik vroeg me in alle ernst af of de overvarende Britten hout konden maken van … Thutraaijnofnotjoek?