Home » Columns » Niet normaal …

Niet normaal …

Het Belgische trappistenbiertje maakte zijn tong los terwijl hij onderuit gezakt in zijn comfortabele stoel genoot van die zwoele zomeravond. Zwaluwen kirden luidkeels daarbij capriolen makend door de lucht toen hij haar wat vanuit zijn jeugd verhaalde…

“Ik zal toen denk ik een jaar of acht geweest zijn schat ik zo. We waren als gezin net terug verhuisd naar onze oude thuisregio, hoog in het Noorden. Een van moeders zussen kwam op enig moment vanuit het midden van het land omhoog te logeren, samen met echtgenoot en een van haar kinderen, in leeftijd gelijk aan het mijne.

Ze maakten van de gelegenheid gebruik om ook even op visite te gaan bij een Westerwolds gezin waar tantelief in oorlogsjaren als westers bleekneusje verbleef om het hongerspook te ontvluchten. Dat was dan met zijn viertjes samen in hun Franse voiture, oom & tante, hun kroost en ik als medepassagier. Het was een hartelijk weerzien en er waren levendige herinneringen die naar boven gehaald werden waar wij als kleuterkindjes nauwelijks oor laat staan geduld voor hadden, vol jeugdige energie stuiterden wij eruit, naar buiten, samen met een leeftijdgenootje dat daar huis hield.

Kortgebroekt en met zijn drietjes verkenden we de buitenbuurt en al snel ploegden we met onze blote beentjes door de bergen grond en modder van het nabijgelegen bouwterrein. Het kort daarvoor geruimde bouwland lag bergs-gewijs aan de randen hoog opgestapeld van de te verrijzen nieuwbouwwijk, compleet met paal en prikkend rasterwerk wat tot dan het vee binnen de perken had gehouden. Als berggeiten van berg tot bult ferme bokkesprongen springend tikkertje spelen, totdat ik me pardoes verstrikt verstruikelde in resten roestig prikkeldraad.

Auw en oeps, in beide benen vast verkleefd en prikkend hield het me tot bloedens toe krammend vast dat in kleine straaltjes naar m’n sokken sijpelde. Kreupelend uit de modderbergen richting huis van het Westerwolds gezin waar oom en tante op de koffie en aan de klets waren, hun kroost verschrikt en ontzet samen met mij naar daar onderweg vooruitgesneld door het Westerwoldse leeftijdgenootje dat hevig deurbel klingelend zijn moeder de deur liet opendoen.

Met prikkeldraad gelardeerde beentjes en van pijn doortrokken stond ik bloedend wachtend op ouderlijke hulp en haar verzorging maar ontsteld en radeloos draaide zij zich om, daarbij om tante roepend. Die verscheen al even verschrikt en in paniek en wist zich met de situatie en het huilende kleuterventje dat ik was geen raad. En zo ineens was daar de stilte, rust en raad en wist ik wat te doen.

Onder luid gekrijs van tantelief en Westerwoldse pleegmoeder vatte ik met beide handjes het gekrulde prikkende draad, trok het rustig uit mijn beentjes en legde het in het grind naast de rode stoep waarop ik stond. Ik was niet verbaasd, niet bang, voelde geen pijn en het bloeden stopte nagenoeg direct zoals ik al tevoren ‘wist’, helemaal toen ik mijn handjes over de beschadigde beendelen wreef. Tantelief zette van ontzetting en schrik grote ogen op en kon haar ogen niet geloven, maar ik vond het heel normaal, voor mij was het niet eng, ik deed wat ik kon en moest doen.

Het bezoek eindigde abrupt, alles moest direct en stante pede in de Franse voiture terug naar haar zuster en mijn moeder en werd ik vooraf en tijdens de thuisrit in alle toonaarden toegesproken om hier nooit en te nimmer een woord over te spreken, niets te zeggen – tegen niemand niet en zeker niet tegenover moederlief – dit was niet normaal, duivels en diabolisch, en dat beloofde ik angstig. Ik voelde me schuldig, vies en stout, ik had iets slechts gedaan, maar wist niet wat.. voor mij voelde dit goed, gewoon en heel normaal en ik was blij dat ik van de pijn en ook het bloeden af was.

Als kind stond ik er niet bij stil dat dit een ab-normaliteit was, mijn moeder, ja die zou het wel begrijpen. Thuisgekomen vertelde ik haar stiekem toch wat mij was overkomen maar nee, ze wilde er niet naar luisteren, dit was niet normaal, duivels en diabolisch, vroeg op bed, ik mocht er met niemand ooit over spreken en ze zou voor me bidden en hoopte dat het nooit meer zou gebeuren.. ik mocht niet normaal maken wat niet normaal is.. het gebed heeft niet geholpen..