Home » Columns » ’t Geld, ’t Goed & ’t Goud

’t Geld, ’t Goed & ’t Goud

Drie smoezelige biljetten

De handelsreiziger zette zijn auto op de parkeerplaats van de B&B in Oosterlee, liep naar de deur, drukte op de bel en even later stond hij binnen. Wat de verblijfskosten voor drie overnachtingen met ontbijt en diner waren vroeg hij in gebrekkig Duits aan Christof, de uitbater. Het zou hem totaal 150 euro kosten rekende Christof hem voor. Nou.. dat paste de Deense handelsreiziger wel.

Hij vertelde dat hij voor het eerst in Nederland was, benieuwd was naar de teelt van ‘musjroems’ en ‘hannep’ en bij de specialisten in Westerlee zijn licht wilde opsteken. “Oh.. weer zo’n paddofiguur” dacht Christof bij zichzelf en nam de Deen eens op van top tot teen. De handelsreiziger overhandigde drie smoezelige biljetten van 50 euro en bedong daarbij dat, als hij binnen twee uur afzag van de deal, hij zijn geld volledig terug zou ontvangen. Een wat vreemde afspraak waarmee Christof, enigszins verbaasd en wenkbrauwtrekkend, geen probleem had.

De handelsreiziger vertrok richting het nabij liggende Westerlee, zijn smoezelige bankbiljetten van 50 euro achterlatend bij Christof die daarmee spoorslags naar zijn buurman Bart toog want ja, die was hij nou net datzelfde bedrag schuldig. Vorige week was Bart voor hem op stap geweest naar Antwerpen en daarvoor stond nog een rekening van 150 euro open. De drie smoezelige biljetten wisselden van eigenaar. Bart was ermee ingenomen want ook hij had nog een onbetaalde rekening openstaan van .. 150 euro. Zijn startmotor had het tijdens de reis naar Antwerpen begeven en Klaas de sleutelbaas had voor dat bedrag kortgeleden zijn auto (zwart & goed) gerepareerd.

Bart toog naar Klaas, schoof hem de drie smoezelige biljetten in de handen en voldeed daarmee zijn schuld. Voor Klaas kwam het geld als geroepen. Klaas was behalve een harde werker ook een levensgenieter en had kortgeleden voor 150 euro vertier gezocht bij Leonie, de publieke vrouw in het dorpje, plezier waarvan de kosten niet af-trekbaar waren. Met gulle lach en warme kus begroef Leonie de drie smoezelige biljetten in haar weelderige boezem, dat kwam haar goed uit! Ook zij had nog een schuld van 150 euro uitstaan bij Christof, waar ze met regelmaat een kamer betrok om hunkerende heren de plezieren.

Niet veel later stond Leonie bij Christof in de B&B en net nadat de drie smoezelige biljetten van haar boezem naar zijn broekzak waren verhuisd ging de deurbel. Het was de handelsreiziger, hij was lichtelijk verstoord en keek wat schaapachtig uit zijn ogen. Hij was helemaal in de war, hij had zich totaal in de plaats vergist. Hij moest niet in Westerlee-Groningen zijn maar in Westerlee-Zuid-Holland, vlak bij Rotterdam. Hij was blij dat hij tevoren die afspraak met Christof gemaakt had en vroeg het geld terug. De drie smoezelige biljetten verdwenen in zijn Deense knip en niet veel later zoefde de Deen weer heen.

De moraal van het verhaal:

a) niet het geld of het goud maar het goed, de dienst, de werkuren bezitten werkelijke waarde, gekleurde papiertjes met cijfers zijn slechts ruil-middelen, hebben ‘waarde’ zolang mensen daar waarde aan toekennen.

b) het contante-en-aan-toon(der)-baren(de) en van-buitenaf-on-ge-controleerde en daarmee anonieme-en-vrije ruilmiddel heeft zijn daaraan toegekende waarde bij elke handeling 100% behouden, heeft niet zoals bij digitale betaling, een aantal procenten van de waarde moeten inleveren aan de banken die bij elke transactie een vergoeding-in-hun-voordeel in rekening brengen waardoor digitaal bezit na een zeker aantal transacties verdampt en overgegaan is in eigendom en bezit van de bankinstelling.