Home » Columns » Zal’k die wat döner doun?

Zal’k die wat döner doun?

.. zegt Jan, “dat is ook wat Henny zo lekker vindt” en met Henny benoemd hij onze gemeenschappelijke Pekelder kameraad die mij door zijn aanbeveling bij Jan bracht. De 62-jarige Jan Geertsema, hij staat met zijn mobiele Grill Oet Grunnen al jaren op zijn vaste stek tussen de Winschoter Jumbo en Cultuurhuis de Klinker. Niet alleen kip-aan-’t-spit, maar ook kippenbouten, worsten, frieten en ander frituurwerk gaan er bij Jan over het smulbuffet, zo ook de Döner. Het zal wel een gebrek aan m’n opvoeding zijn geweest maar hoe dat smaakt en waar dat naar proeft, daar heb ik geen actieve herinnering aan, dus ik op naar Jan. “Ik mok die wel wat” zei Jan en hij dook achter de oven en in zijn Grillmobiel en sloeg zijn slag terwijl Andrea zich om de klandizie voor de wagen kommerde.

Het is een veelzijdige kerel die Jan, technisch en administratief handig en kan ook alles zo lijkt ’t. Ooit begonnen bij de douane in Nieuweschans liet hij zijn handen wapperen bij de alom goed bekend staande garage(s) Metting en later Bruining in Bellingwolde om daarna voor z’n eigen boterham en de wel waarderende Oost-Groninger en kritische maag van de Oosterburen kip aan het spit te rijgen. Dat alles op de donderdag en vrijdag in Winschoten met veel succes om zaterdags in zijn woonplaats Bellingwolde zijn Grillmobiel bij de Coop af te meren. Motorrijden en vissen dat is wel zijn dingetje maar het komt er door de drukte niet zo vaak meer van. Maar ontspanning dat is er nog genoeg, daar zorgt hij wel voor, geregeld een keer met kameraad Henny achter een glaasje gerstenat en op de Winschoter Nacht waren ze samen met andere kameraden altijd te vinden.

Of ik er ook knoflooksaus bij wil, vraagt Jan.. ook zelfgemaakt! Ja, da’s altijd lekker en zo staat er döner mit zelfgemaakte saus voor m’n neus, schijfjes goed gekruide, geschilde en gerilde kip met een fijn gesneden groentebouquetje on top, lekker! Kan me voorstellen dat niet alleen kameraad Henny dat lekker vindt maar ook een hele kudde Oost-Groninger inboorlingen die zich elke week om de grill van Jan verdringen om hun lekkere trek te stillen. Terwijl ik de smakelijke hap onder mijn neus naar binnen vork is Jan druk doende de trek van de voor zijn Grillmobiel samengedromde klandizie te stillen. Ik veeg m’n lippen af, gooi verpakking in de ton die naast de openstaande deur staat en zwaai af als hij me nog even staande houdt en vraagt of ik nog iets mee wil naar huis..Zal’k die wat döner doun?