Home » Geschied-en-is » Blank, Blauwogig & Blond – de Witte God

Blank, Blauwogig & Blond – de Witte God

“Toen de Spaanse indringers hun voeten op overzeese bodem zetten werden ze door de inboorlingen met veel enthousiasme binnengehaald. De inboorlingen verkeerden in de waan dat ze te maken hadden met de ‘Hemelse Boodschappers’, de ‘Witte Goden’ die zoals hun geloof hen voorspelde ooit terug zou keren.

Kon Tiki, Illac, Viracocha werd deze god door de Inca’s genoemd (veer-god, zee van vet, melkzee), de Maya’s noemden hem Kukulkan, de Chibchas Bochia (de ‘witte mantel van licht’), in Peru droeg hij de naam Hyustus en de Tolteken en Azteken kenden hem onder de naam Quetzalcoatl.

Een blanke, blauwogige, blondharige, baardige man die de volkeren wetten, spraak, schrift, liederen, voedsel, vaste gewoonten ál zijn weten had gebracht en door hen als de ‘Witte God’ werd vereerd. Meer dan 2.000 jaar vóór dat Inca-imperium zijn macht vestigde, zelfs zo’n 10.000 jaar VOOR de westerse jaar-tellingen, in de periode NA de alles-en-wereld-omvattende-verwoestende-catasrofe die zeeën drooglegde en bergen en continenten liet verzinken, toen bouwden deze godenzonen een grote stad rond het Titicaca-meer

De ‘Witte God’ zou zijn volk in noordelijke richting verlaten en wandelde hij over het water van de Stille Oceaan richting Ecuador met de belofte ooit bij zijn volk terug te keren.”

Columbus: “Mijn verkenners vertellen, dat ze na een mars van 12 mijl bij een dorp kwamen dat ongeveer 1000 inwoners telde. Ze werden door de inboorlingen met grote vreugde ontvangen en naar hun mooiste huizen gebracht.

De bewoners omarmden hen, kusten hun handen en voeten en probeerden hen op allerlei manieren aan het verstand te brengen dat ze wisten, dat de blanke mensen van de zetel der goden gekomen waren. Ongeveer honderd vrouwen en mannen smeekten hen mee te nemen naar de hemel van de onsterfelijke goden…”

Ze vertellen dat de zonnegod, de stamvader van de Inca’s in oeroude tijden één van zijn zoons en één van zijn dochters naar hen toe zond om kennis bij te brengen. Deze afgezanten werden wegens hun taal en hun lichte huid door de mensen als goddelijk erkend. De heersende klasse van de Peruaanse Inca’s heeft een lichte huid.

De voorname vrouwen zijn een lust voor het oog, zij weten dat ze mooi zijn en ze zijn het ook werkelijk. Het haar van de mannen en de vrouwen is zo blond als de kleur van rijpe aren en sommige hebben een lichtere huidkleur dan de Spanjaarden. Ik heb in dit land een vrouw met een lichte huid gezien, die een bijzonder blank kind had. Volgens de mening van de inboorlingen stammen zij af van de goden.”